Plenair Bruijn bij behandeling Bescherming namen en graden hoger onderwijs



Verslag van de vergadering van 21 februari 2017 (2016/2017 nr. 19)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.39 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Bruijn i (VVD):

Voorzitter. Ook ik dank de minister voor de uitgebreide beantwoording. De toezegging om naar de bredere context te kijken en om daarover nog met het kabinet te spreken, wordt door mijn fractie zeer gewaardeerd. Misschien kan de minister daarbij ook nog meenemen hoe dat bij andere wetten is geregeld. Ik heb er iets over gezegd in een eerdere interruptie. Als we dan toch breder kijken naar hoe wordt omgegaan met discriminatie, kan misschien ook worden bekeken of er plekken zijn waar nog reparatie moet plaatsvinden, langs de lijnen die we vandaag uiteindelijk met elkaar bereiken. Dat is meer een vraag.

De permanente commissie kan zeker op steun van mijn fractie rekenen. Mijn fractie was wel terughoudend. We hebben op zich vertrouwen in het parlementaire stelsel. We hebben vertrouwen in de checks-and-balances die daarin zitten. Wij zijn er niet zo voor om daarin extra lagen in te bouwen. Dus wij hopen dat de minister die commissie zo klein mogelijk wil houden. Drie is al aan de maat.

Ik was nog even benieuwd hoe de commissie precies wordt samengesteld, of die rouleert en of er een maximale zittingstermijn is. Misschien is het op dit moment te vroeg om er iets over te zeggen, maar het is wel belangrijk om dat te weten.

We hebben gevraagd op welke juridische titel de commissie gaat functioneren. Ik begrijp dat de minister de commissie gaat koppelen aan een andere wetswijziging. Wij zien daarnaar uit en hopen dat het goed wordt geregeld. Belangrijk is hoe de bevoegdheden daar worden geregeld. Het is waarschijnlijk aan een volgende minister om te beslissen in welke mate dat advies bindend is.

Het is mijn fractie nog niet helemaal duidelijk of de minister bedoelt dat de wijziging van artikel 1.3, vijfde lid, wordt uitgesteld. Omdat je alleen per heel artikel kunt uitstellen, is het bezwaar dat zolang die wijziging wordt uitgesteld, ook de uitbreiding naar het onbekostigde deel van het stelsel wordt uitgesteld. Je kunt niet alleen de invoeging van die tweede regel uitstellen, maar de wijziging in de eerste regel niet. Die twee verschillende aspecten spelen hierbij een rol. Misschien kan de minister er nog iets over zeggen. Mijn fractie hoopt dat het uitstel overbodig zal zijn. Zij zal het in ieder geval steunen als de minister niet tot uitstel overgaat. Als dat uitstel voor de minister toch een voorwaarde is, dan kunnen wij daarin meegaan, maar het heeft niet onze voorkeur.

Ik had graag nog met de minister gedebatteerd over de houdbaarheid van de wetgeving en het stelsel in het kader van digitalisering van het hoger onderwijs. Omwille van de tijd heb ik dat getemporiseerd; ik hoop dat dat een teleurstelling is voor sommigen hier. Maar ik zeg ongevraagd toe dat ik daarop terugkom bij de behandeling van het wetsvoorstel over internationalisering dat we binnenkort bespreken.

De waarde die de minister hecht aan het binaire stelsel, hechten wij ook aan de titels. Een professor is uiteindelijk iemand die een veelbelovende carrière achter de rug heeft. Het verschil tussen een lector en een professor is natuurlijk dat een professor uiteindelijk toch iemand is die, in tegenstelling tot een lector, als hij ergens een oplossing ziet zich nog steeds afvraagt: ja, dat werkt wel in de praktijk, maar werkt het nou ook in theorie? Wij zien uit naar de tweede termijn van de minister.