Plenair Nagel bij behandeling Afschaffen mogelijkheid van lijstencombinaties



Verslag van de vergadering van 20 juni 2017 (2016/2017 nr. 32)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 14.56 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Nagel i (50PLUS):

Voorzitter. Het idee dat lijstverbindingen fusies van partijen zouden bevorderen was achteraf naïef en heeft geen reëel doel gediend. De minister die nu het wetsvoorstel tot afschaffing van die mogelijkheid verdedigt, heeft dat zelf ondervonden. Bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen op 15 maart van dit jaar behaalde zijn partij, de Partij van de Arbeid, negen zetels, nadat deze partij een lijstverbinding was aangegaan met GroenLinks. Op 20 maart riep minister Plasterk de PvdA in een artikel in de Volkskrant ertoe op, op te gaan in GroenLinks en zich achter Jesse Klaver te scharen. Partijleider Asscher verwierp het idee direct met grote kracht. Het bleek zelfs geen discussiepunt meer.

De fractie van 50PLUS heeft nog eens gekeken naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 en die van het Europese Parlement in 2014. In 2012 was de PvdA een lijstverbinding aangegaan met de SP en GroenLinks. Dat had toch een aantal opvallende gevolgen. De combinatie behaalde een extra restzetel, die aanvankelijk aan de PvdA toebedeeld leek, maar later aan GroenLinks werd toegekend. Die behaalde daardoor een vierde zetel, die werd toegekend aan Jesse Klaver. Zonder die lijstverbinding had GroenLinks wellicht niet zijn huidige partijleider gehad. Maar ook illustreert het hoe de evenredige vertegenwoordiging omgebogen kan worden. GroenLinks behaalde 2,3% van de stemmen, de Partij voor de Dieren 1,9%, een verschil van slechts 0,4%. De Partij voor de Dieren kreeg twee zetels, GroenLinks vier. Dat zegt veel.

In 2014, bij de Europese verkiezingen, behaalde D66 de meeste stemmen. Toch kreeg het CDA dankzij een lijstverbinding een zetel meer. De SP kreeg meer stemmen dan de PvdA, maar toch een zetel minder, omdat de PvdA wel een lijstverbinding had afgesloten. Dit zijn allemaal voorbeelden die ons motiveren om voor het voorliggende wetsvoorstel te stemmen. Maar er is ook nog een verdergaande en principiële kant. De heer Lintmeijer heeft deze zojuist nog eens aan de orde gesteld. Hij vroeg: is het niet goed voor het vertrouwen in de politiek dat de kans toeneemt dat bij de restzetelverdeling de stem van de kiezer bij een geestverwant terechtkomt, in plaats van bij een partij op de andere flank? In 2012 hebben PvdA-stemmers kunnen zien dat hun stem mogelijkerwijs naar GroenLinks is gegaan. Vervolgens ging de PvdA regeren en GroenLinks op de andere flank in de oppositie. Het kan dus zijn dat PvdA-stemmers de oppositie tegen de PvdA aan een extra zetel hebben geholpen. Wij zijn blij dat dit in de toekomst niet meer zal gebeuren.

De heer Lintmeijer heeft ook nog gevraagd of we het niet beter kunnen hebben over de 14.000 stemmen die niet zijn meegeteld. Mag ik de minister nog een korte actuele vraag stellen?

De voorzitter:

Gaat uw gang.

De heer Nagel (50PLUS):

De wet bepaalt dat politieke partijen voor de verkiezingen opgave moeten doen van giften en donaties, groter dan een bepaald bedrag, die zij hebben ontvangen. Minister Plasterk heeft daarover kort voor de verkiezingen een brief aan alle partijen gestuurd. Het blijkt dat de VVD zich daar niet aan heeft gehouden en de wet heeft overtreden. Heeft minister Plasterk stappen ondernomen, aangifte gedaan en/of onderzoek gedaan, of berust hij erin dat de volgende keer andere partijen zeggen: dit kan kennelijk straffeloos?