Plenair Van Bijsterveld bij behandeling Onschendbaarheid brief-, telefoon- en telegraafgeheim



Verslag van de vergadering van 4 juli 2017 (2016/2017 nr. 34)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.48 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Van Bijsterveld i (CDA):

Voorzitter. In eerste termijn heb ik per ongeluk een belangrijk stuk van mijn tekst achterwege gelaten, namelijk dat ik de bijdrage mede namens de fractie van de ChristenUnie uitsprak. Bij dezen herstel ik die omissie.

Namens beide fracties, de fractie van het CDA en die van de ChristenUnie, dank ik de minister voor zijn reflectie op de uiteenlopende dimensies van het nieuw voorgestelde artikel 13 en in het bijzonder voor zijn beschouwingen over de verhouding tussen artikel 10 van de Grondwet en artikel 13. In artikel 10 wordt de privacy geregeld, waar ook communicatie onder valt, ook als die elektronisch is. Artikel 13 doelt op de telecommunicatie, op het aspect "tele" in de communicatie. Daarnaast dank ik hem in het bijzonder voor zijn beschouwing op de al of niet horizontale werking van het nieuw voorgestelde artikel 13. Net op dat snijvlak heb ik nog één kleine vraag.

Bij wijze van voorbeeld ging de minister in op het regime dat geldt wanneer iemand op internet op een OK-knop drukt en er via die weg informatie terechtkomt bij een commerciële dienstverlener. Als ik de minister goed begrepen heb, heeft hij gezegd dat dit niet onder artikel 13 valt omdat dit horizontale werking betreft. Ik kan mij alleen heel goed voorstellen dat dit juist wel valt onder artikel 10 van de Grondwet, met name dan het tweede lid daarvan, waarbij de horizontale verhouding is inbegrepen. De wet moet dan regels stellen volgens de Grondwet. Die omvatten ook de positie van private partijen. Ik ben heel benieuwd of de minister dat kan beamen.

Verder heb ik geen aanvullende vragen. De instemming van beide fracties met dit voorstel heb ik inmiddels geuit.