Plenair Van Bijsterveld bij behandeling Caribische openbare lichamen en een kiescollege voor de Eerste Kamer



Verslag van de vergadering van 24 oktober 2017 (2017/2018 nr. 4)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.52 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Van Bijsterveld i (CDA):

Voorzitter. Als wij dit debat twee weken eerder hadden kunnen houden, dan was het op de kop af zeven jaar na de historische datum van 10-10-10, die ons de nieuwe staatkundige verhoudingen in het Koninkrijk bracht, dat wij de grondwetsherziening die vandaag voorligt, in tweede lezing hadden behandeld. De herziening die Bonaire, Sint-Eustatius en Saba als territoriale openbare lichamen in het Caraïbische deel van Nederland een grondwettelijke basis geeft. Die symbolische periode van zeven jaar is in dit geval niet iets om trots op te zijn. Wat mijn fractie betreft had de grondwetsherziening veel eerder haar beslag kunnen en moeten krijgen. Het gaat immers niet om een cosmetische grondwetswijziging of om een formele bestendiging van een al bestaande werkelijkheid. Een belangrijke consequentie van dit voorstel is dat de Nederlandse kiesgerechtigden op de eilanden hun invloed kunnen uitoefenen bij de volgende verkiezingen van de Eerste Kamer; een invloed die zij sinds 10-10-10 nog niet hebben kunnen uitoefenen.

Voorzitter. Mijn fractie is tevreden met het resultaat. En een goede regeling gaat hier boven een snelle regeling. Het bijzondere van de constitutionele positie van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba is dat zij geen indeling bij een provincie kennen. Dat betekent dus dat ten behoeve van de Eerste Kamerverkiezingen een afwijkende constructie gekozen moet worden. Anders dan oorspronkelijk voorzien, worden nu de verkiezingen voor de eilandsraden en die ten behoeve van de Eerste Kamer gesplitst. Dat is naar het oordeel van mijn fractie essentieel. Dat maakt het ook mogelijk dat de niet-Nederlanders op de eilanden, die overigens aan de vereisten voldoen, actief en passief kiesrecht hebben voor de eilandsraden. Via de figuur van het kiescollege dat nu grondwettelijke grondslag krijgt, wordt ook verzekerd dat alleen Nederlanders invloed uitoefenen op de Eerste Kamerverkiezingen. Zonder ontvlechting zou ofwel aan het principe dat aan het laatste ten grondslag ligt ofwel aan het principe dat aan het eerste ten grondslag ligt, afbreuk worden gedaan. Gelukkig deelt de minister nu ook deze visie. Wanneer ik mij niet vergis, is het uniek dat dit bewerkstelligd is via een novelle op een voorstel tot grondwetsherziening in eerste lezing. Wij kijken in ieder geval uit naar de uitvoeringsvoorstellen.

De overige onderdelen van het grondwetsherzieningsvoorstel spreken voor zich en hebben ook de instemming van mijn fractie. Ik ga daarop nu ook niet verder in.

Ik ga ervan uit dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met de verdediging van dit wetsvoorstel zijn laatste optreden in dit huis in deze kabinetsperiode heeft. Daarvoor is het een substantieel, waardig en goed voorstel. Ik dank de minister voor de goede samenwerking in de afgelopen periode en wens hem het beste voor de toekomst.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van Bijsterveld. Ik geef het woord aan de heer De Graaf.