Plenair Gerkens bij behandeling Opsporing en vervolging computercriminaliteit



Verslag van de vergadering van 19 juni 2018 (2017/2018 nr. 34)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.19 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Gerkens i (SP):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst wil ik de minister bedanken voor de uitgebreide beantwoording.

Voorzitter. Ik wil een voorbeeld geven uit de praktijk. Een meisje van 14 jaar maakt van zichzelf een pikante foto en stuurt die naar haar vriendje. Wettelijk gezien is ze op dat moment strafbaar voor het vervaardigen en het verspreiden van kinderporno. Dit staat echter niet in vergelijking tot echte afbeeldingen van daadwerkelijk seksueel misbruik van kinderen. Toch laat de wet hiertoe geen ruimte, maar in de praktijk zien we dat rechters en ook het OM met aanwijzingen die ruimte zoeken, zodat de balans terug is in de wet. In een wet zoeken we naar die balans tussen uitvoerbaarheid en duidelijkheid. We willen dat de mazen uit de wet zijn, niet alleen voor de crimineel maar ook voor de wetgever. Een goede wet is emotieloos. Opportuniteit dient dan ook te allen tijde vermeden te worden. In deze wet zijn wij op zoek naar de balans tussen noodzakelijke wetgeving en wenselijke bevoegdheden voor de politie.

Allereerst moet ik constateren dat er geen reactie is gekomen op vragen van de PvdA maar ook van de SP over het opnieuw op één hoop gooien van wetgeving. Ik besef heel goed dat dit een wet is die er al jaren ligt, maar het zou fijn zijn als de minister zou kunnen toezeggen dat hij in zijn termijn zal zorgen voor gescheiden wetgeving, die helderder voor ons is.

Ik ben ook blij met de toezegging van de minister dat er in zijn ogen geen sprake kan zijn van een phishingexpeditie. Dat vond ik een heel belangrijke zin. Ik heb aan hem nog de kleine praktische vraag of een verzoek tot uitstel van het melden van de kwetsbaarheden altijd direct naar de rc gaat.

Wij hebben toch ook nog wat zorgen, om te beginnen over de softwareaankoop. De minister zegt daarvan dat dit in het regeerakkoord staat. Dat is fijn. Dat betekent dat de intentie goed is, maar als ik verwijs naar het jaar 2000, toen het toenmalige paarse kabinet een einde maakte aan de afspraak om de extra financiële ruimte niet te gebruiken voor een lastenverlichting, wordt al snel duidelijk dat de naleving van zo'n regeerakkoord niet rechtstatelijk is vastgesteld. Als er morgen dan toch aankoop plaatsvindt van derdensoftware, is er eigenlijk helemaal niets wat deze minister of bijvoorbeeld zijn opvolgers tegenhoudt. Ik zou dus toch graag wat meer garanties zien op dat punt.

De minister zegt dat de rechter oordeelt over het bevel met gedetailleerde bevoegdheden. Ik ben heel blij dat de minister zegt dat het hierbij niet gaat om apparatuur in het lichaam, maar ook al willen we dit los zien van de techniek, we weten dat de techniek voortschrijdt en dat we straks hybride technieken kennen waarbij het apparaat zich eigenlijk bijna niet meer los laat zien van het lichaam. Straks weet de woning al wanneer ik thuis kom. De woning merkt zelfs al of ik thuiskom of dat mijn zoon of dochter thuiskomt. Dat weet de woning. De woning meet dat aan mij, aan mijn lichaam. In hoeverre is die woning dan nog onderdeel van mijn lichaam of niet? Dat is een lastige vraag, een lastige kwestie. Ik denk dat het antwoord dat de minister hier gaf, precies het probleem aangeeft waar onze zorgen zitten. Als de minister nou zegt dat het navigatiesysteem gehackt moet kunnen worden vanwege de informatie, dan vergeet hij tegelijkertijd dat dit hacken misschien een dodelijk ongeluk zou kunnen veroorzaken bij een slimme auto. Dan ziet hij dus ook niet de balans waarnaar wij op zoek zijn. Daar zit onze zorg.

De minister is gekomen met een lijst waar wij erg blij mee zijn. Althans, we zijn blij met het feit dat we die lijst hier ter bevestiging nog eens hebben gekregen, niet zozeer met de inhoud. Hij garandeert dat dit de lijst is waar de komende twee jaar mee gewerkt zal worden. Stelt u zich eens voor dat dit kabinet morgen valt en dat de SP aan de macht komt — ik hoor sommige mensen hier schrikken, terwijl anderen juist blij zijn — en zonder overleg met enige Kamer of het parlement deze lijst halveert. Ik vraag de minister wat het parlement dan kan doen om dat tegen te houden en om dat te beïnvloeden. Als dat met een voorhang moet, dan wil ik de minister verzoeken om dit zo snel mogelijk te regelen. Ik moet wel zeggen dat ik het bizar vind dat dit allemaal per AMvB geregeld wordt, omdat dit soort afspraken in onze ogen gewoon echt in die wet thuishoren. Ik verwijs bijvoorbeeld naar artikel 139 op deze lijst, waar maximaal zes maanden gevangenisstraf op staat. Dat is in de verste verte niet zes jaar of acht jaar. Nu zegt de minister dat dit in samenhang met de wet moet worden gezien. Toch denken wij dat dat eigenlijk overbodig is. Ik geef een voorbeeld. Als bijvoorbeeld in het kader van een terroristisch misdrijf valse papieren gebruikt worden, dan is er al sprake van een terroristisch misdrijf en dan hoeven we niet nog eens apart te benoemen dat er ook sprake is van valse papieren.

Het moge duidelijk zijn dat ik schrik van de lijst en dat ook deze AMvB in onze ogen dus afwijkt van de strenge normen die we hebben vastgelegd. Dat baart ons zorgen. Nogmaals, dat geldt niet zozeer voor dit kabinet; het gaat — ik verwijs even naar de schrik van zojuist — om ieder kabinet dat volgt na dit kabinet. Wij zijn niet gerust, omdat het met dit soort verregaande bevoegdheden gaat om de balans in de democratische rechtsstaat. Ik hoop dat de minister in de tweede termijn de SP wat meer gerust kan stellen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Gerkens. Ik geef het woord aan de heer Rombouts.