Plenair Bruijn bij voortzetting behandeling Ongewijzigd laten verplicht eigen risico



Verslag van de vergadering van 11 september 2018 (2017/2018 nr. 39)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.41 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Bruijn i (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Ik dank namens mijn fractie de minister voor het evenwichtige, heldere en rustige betoog, en de wijze waarop hij de antwoorden heeft gegeven die voor mijn fractie overtuigend waren.

Er was veel aandacht voor zorgmijding. Er is gekeken naar mogelijkheden om zorgmijding in kaart te brengen. Het zou natuurlijk heel mooi zijn als er instrumenten waren die dat konden en die ook konden differentiëren tussen gewenste en ongewenste zorgmijding. Maar aangezien de definitie van gewenste of ongewenste zorgmijding per ziektebeeld verschilt, is er niet een eenduidig instrument denkbaar dat dit generiek kan onderzoeken. Daarom moet je het hebben van aanwijzingen dat zorgmijding plaatsvindt. Als we kijken naar de onderzoeken die tot nu toe door NIVEL zijn gedaan, maar ook naar de effecten van een forse verhoging van het eigen risico rond het jaar 2015, dan komen daar gaan aanwijzingen uit dat er sprake is van ongewenste zorgmijding. Sterker nog, de zorgkosten zijn in die tijd helemaal niet teruggelopen; alleen de stijging is afgevlakt en dat was nou precies het gewenste effect. Dat is voor mijn fractie heel verhelderend.

Mijn fractie is ook blij dat de minister niet meegaat met de roep om het eigen risico linksom of rechtsom af te schaffen. We hebben duidelijk gezien in de beantwoording dat dat zou leiden tot een exorbitante stijging van de zorgkosten. Dat effect zou vooral bij de middengroepen terechtkomen, omdat die niet profiteren van de zorgtoeslag, maar wel zullen meedraaien in de verhoging van de ziektekostenpremie die het gevolg is van die verlaging van het eigen risico of het helemaal afschaffen ervan. Die verhoging zou navenant fors zijn. Vooral de middengroepen zouden dan ook door de afschaffing van het eigen risico onevenredig getroffen worden. Dat zou dus niet een betaalbare gezondheidszorg of koopkracht of werkgelegenheid voor die groepen achterlaten. Mijn fractie is blij dat de minister dat dus ook niet van plan is. Daarom is het ook goed dat de minister heeft aangekondigd dat er niet nu al wordt vastgelegd wat er na 2021 gebeurt, zodat een kabinet dan weer kan kijken wat er noodzakelijk is ten aanzien van de beheersing van de zorgkosten. Mijn fractie verschilt enigszins met de minister van mening als het gaat om de mogelijkheden om dan eventueel de verlaging die nu plaatsvindt of in ieder geval het bevriezen weer te corrigeren. Je zou dan net als in 2015 best weer een sprong omhoog kunnen maken. Maar goed, dat is aan de bewindspersonen, de fracties en het parlement dan.

Mijn fractie wil de minister ook feliciteren met het afsluiten van de hoofdlijnenakkoorden. De minister doet wel voorkomen alsof dat allemaal heel makkelijk was, maar mijn fractie is er toch van overtuigd dat het echt een prestatie is, waarbij de minister heeft samengewerkt met veldpartijen die daar ook enthousiast over zijn.

Dank ook voor de beantwoording van mijn vraag over de effecten van dit wetsvoorstel op de werkgelegenheid. Het blijkt dat die effecten er wel zijn, maar dat die eigenlijk wegvallen tegen de afrondingsverschillen. Daarmee zijn ze niet significant en dat is zeer geruststellend. Ik zal zeker op die basis mijn fractie adviseren om voor dit wetsvoorstel te stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel.

Alvorens de minister uit te nodigen voor dupliek, heb ik nog even een formeel punt. De motie van mevrouw Nooren is slechts door vier leden ondertekend. Dat kan worden gerepareerd als meerdere partijen ondersteuning willen aanbieden. Ik zie dat dat is gebeurd. Daarmee maakt de motie onderdeel uit van de beraadslaging. Dank u wel.

Is de minister in staat om te antwoorden? Ik begrijp dat hij tien minuten nodig heeft.