Plenair Schalk bij debat over Hoofdstuk XIIa (Reglement van Orde): Integriteit.



Verslag van de vergadering van 29 januari 2019 (2018/2019 nr. 16)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.41 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Zoals bekend, staat er in de fractiekamer van de SGP een schaakbord. Eens in de twee of drie weken doet mijn collega Diederik van Dijk een zet. En even later verplaats ik dan een van de stukken. Meestal doe ik dat wat ondoordacht, zeg ik vaak achteraf. Hoe dan ook, wekelijks maak ik een foto vlak voordat ik vertrek, en wel omdat het zeer regelmatig gebeurt dat er een schaakstuk op een andere plaats wordt gezet in de week dat wij afwezig zijn. Tja. Wie zou dat nu doen? Mijn collega Diederik? Welnee, die vertrouw ik blindelings. Bovendien, hij wint toch meestal. Andere partijen die bij ons op de gang zitten? De SP? Ik weet niet of ze schaken bij de SP. GroenLinks? Tja, ik weet het niet; het zijn best conservatieve zetten die in het geheim worden gedaan. De Partij voor de Dieren dan? Mevrouw de voorzitter, dan zouden alleen de paarden een beschermde plek krijgen, maar dat patroon is niet zichtbaar.

Hoe dan ook, dit schaakspel is het integriteitsdebat in een nutshell. Immers, er zijn regels voor het schaakspel, en de tegenstander en iedereen die bij het bord kan komen, moet zich niet misdragen. Regels en gedrag: daar draait het om, althans op het eerste gezicht. Want stel dat je een verkeerde regel maakt en iemand gedraagt zich volgens die regel. Dan doe je weliswaar wat is afgesproken, maar het kan volledig fout zijn. Daarom is er een diepere laag of iets van hogere orde nodig. Immers, regels en gedrag staan niet op zichzelf; die zijn als het goed is verankerd in waarden en normen. En die set van waarden en normen vormen mede onze identiteit.

En, mevrouw de voorzitter, voor de fractie van de SGP zijn dat de Bijbelse waarden en normen, in feite heel eenvoudig vastgelegd in de tien geboden. U weet, de eerste vier geboden gaan vooral over de liefde tot God, en de andere zes vooral over de omgang met de naaste. In feite wordt in die laatste zes alles verwoord wat goed is voor mensen: aandacht voor gezag, eerbied voor het leven, liefde en trouw, afblijven van de spullen van een ander, geen roddel of achterklap en, ten slotte, niet begerig zijn.

Mevrouw de voorzitter. Als het ons allemaal, en iedereen in onze samenleving zou lukken om ons aan deze set geboden te houden, dan was er geen integriteitskwestie. Dat lijkt me zonneklaar. Echter, we hebben er wel mee te maken. En hoe komt dat nou? Durven wij onder ogen te zien dat dit het gevolg is van ons tekortschieten op het terrein van vaste waarden en normen? Of geven we alleen maar de schuld aan al die mensen in het land die geen senator zijn en daarom niet zouden snappen dat wij doen en laten zoals wij doen en laten? Dat zou wel een zeer naïeve reactie zijn. Ons doen en laten moet zo zijn dat men kan zien en beoordelen of ons handelen integer is. Als dat ondoorzichtig is, dan kan men gaan twijfelen aan zijn of haar integriteit. En dat kan zelfs gekoppeld worden aan zijn of haar identiteit. Dus wij moeten ons allemaal realiseren dat een persoonlijke misstap ook uitstraalt op de Eerste Kamer in haar geheel. Een misstap in je integriteit heeft invloed op de identiteit, maar ook op het imago van deze Kamer.

Integriteit, identiteit en imago: drie elementen die in samenhang gezien moeten worden. Daarom is het van belang dat elke partij intern afstemt wat integer handelen voor een Kamerlid inhoudt en hoe die integriteit bewaakt wordt. Veel waardering dat vrijwel elke partij dat heeft vastgelegd, ook 50PLUS, die dit onlangs nog op orde heeft gebracht. En een oproep aan de collega's van de PVV is gewoon op zijn plaats: zet gewoon op een A4'tje waaraan iedereen binnen je partij moet voldoen. In feite zijn er nu elf verschillende identiteitsdocumenten. Mijn oproep in het College van Senioren was om deze documenten eens naast elkaar te leggen, om te bezien of er een soort grote gemene deler uit te halen is. Ik dank de griffie, die dat werk al ter hand heeft genomen, althans door in ieder geval te rubriceren en te classificeren. Maar ik stel voor vervolgens te bezien of er een set gezamenlijke gedragsregels is vast te stellen uit al die documenten. Dat kan ons helpen om ons allen scherp te houden en elkaar ook over de partijen heen aan te spreken op integriteit. Misschien is het een idee om eens een klein, handzaam kaartje uit te delen aan alle Kamerleden.

Mevrouw de voorzitter. Een ander punt is hoe we als Kamer omgaan met de aanbevelingen van GRECO. Laten we nog eens goed overwegen waarom we sommige aspecten niet hebben opgevolgd. Neem als voorbeeld de vertrouwenspersoon. Natuurlijk hebben wij destijds kunnen besluiten dat de Voorzitter tevens de rol van vertrouwenspersoon kon vervullen. Ik denk dat iedereen die destijds in de Kamer zat nog weet dat zij gekozen is met 75 stemmen voor. Oftewel, een breder vertrouwen was onmogelijk. Zelfs de Voorzitter had vertrouwen in zichzelf! Welnu, deze Voorzitter zal binnenkort terugtreden. Wij kunnen nog niet inschatten wie haar zal opvolgen, maar heeft de volgende Voorzitter automatisch weer dat brede vertrouwen? Ik weet dat nog niet, maar we moeten dat niet afwachten en dan pas tot de conclusie komen dat het wel of niet kan. Mijn fractie stelt dan ook voor om een externe vertrouwenspersoon aan te wijzen volgens de regels die GRECO aanreikt. Daarnaast stelt mijn fractie voor om een interne commissie integriteit te benoemen, die weer kan fungeren als aanspreekpunt en als vraagbaak voor integriteitskwesties vanuit de fracties.

Tijdens de deskundigenbijeenkomst is de suggestie gedaan dat iedereen zijn bijzondere belangen zou moeten melden en daar conclusies aan zou moeten verbinden, maar hoever gaat dat? Mag je, als je getrouwd bent, spreken over het huwelijk? Als je een gezin hebt, over gezinsbeleid? Als je belasting betaalt, over belastingen? Als je in de zorg werkt, over handhaving in de zorg? Of moeten we de bijzondere belangen zoeken in de sfeer van werkzaamheden in een van de andere functies van een senator? Maar hoe zit dat dan met de kennis en ervaring die er juist toe hebben geleid dat hij of zij Kamerlid is geworden? Kortom, een passend antwoord op de vraag welke bijzondere belangen zouden moeten worden gemeld, is moeilijk te geven. Uiteindelijk gaat het toch vooral over het misbruiken van de positie van Kamerlid voor persoonlijk gewin of voor een zakelijk belang. Daarom is het vooral noodzakelijk om zorgvuldig en overzichtelijk bij te houden waar een Kamerlid werkzaam is of bestuurlijke of adviserende betrokkenheid heeft. Dat gebeurt al, maar mijn voorstel is, en dat is natuurlijk al vaker genoemd: laten we twee keer per jaar een update inplannen, waarbij binnen elke fractie misschien wel de fractievoorzitter of de fractiesecretaris meekijkt en waarbij de interne commissie als vraagbaak kan fungeren.

Door een van de deskundigen werd ook gesuggereerd dat een oplossing voor integriteitskwesties zou zijn het zich onthouden van stemmen over bepaalde wetsvoorstellen. Dat lijkt mij problematisch, want zodra iemand zich onthoudt van stemming, is er nog maar één interessante vraag: wat heeft deze persoon in zijn eigen fractie gezegd of niet gezegd over het wetsvoorstel? Daarmee verleggen we het probleem naar het schemergebied van de besloten fractievergaderingen. Kortom, naar de mening van mijn fractie is dit typisch een onderwerp waar heel persoonlijk keuzes gemaakt moeten worden.

Resumerend, mevrouw de voorzitter. Tijdens mijn betoog heb ik vier concrete voorstellen gedaan. 1. Stel een set gedragsregels vast. 2. Benoem een externe vertrouwenspersoon. 3. Formeer een interne commissie integriteit. 4. Plan twee keer per jaar een update van nevenactiviteiten.

Mevrouw Strik i (GroenLinks):

Fijn om deze voorstellen tot ons te kunnen nemen. Dat roept bij mij wel de vraag op over een mogelijk vijfde voorstel, dat hier ook al eerder is gedaan, namelijk een externe persoon die in de openbaarheid opereert en bijvoorbeeld gaat toezien op de wijze waarop we de regels naleven, die rapporten kan opstellen en kan adviseren. Nu gaat de heer Schalk van de SGP-fractie vooral uit van een interne Kamercommissie, maar hoe ziet hij voor zich dat een interne commissie zelf rapporten kan opstellen en kan adviseren aan zichzelf?

De heer Schalk (SGP):

Dank voor de vraag. Allereerst heb ik natuurlijk een externe vertrouwenspersoon genoemd. Die vertrouwenspersoon kun je een bepaalde rol geven. Dat kan alleen zijn: je kunt daar iets melden als je iets te melden hebt of denkt te moeten melden. Maar die vertrouwenspersoon kan natuurlijk ook vraagbaak zijn, bijvoorbeeld voor een commissie integriteit binnen deze Kamer. Nu is er zo'n commissie niet. Ik kan me heel goed voorstellen dat een eerste stap zou kunnen zijn om zo'n commissie in het leven te roepen. Waarom? Omdat we ook hebben gehoord dat er een externe vertrouwenspersoon is aan de overkant, die in de afgelopen jaren in ieder geval nog geen enkele vraag heeft gehad. Laten we dus eerst eens even kijken of zo'n commissie integriteit misschien voldoende kan afvangen wat zich voordoet. Maar zo'n interne commissie, en daarin zou ik mevrouw Strik wel tegemoet kunnen komen, zou bijvoorbeeld kunnen zorgen voor een soort achtervang, buiten het huis, voor hele ingewikkelde kwesties. Dat zou dan via zo'n vertrouwenspersoon kunnen. Maar onze fractie heeft in eerste instantie nog niet gedacht aan een externe commissie die dan alles ook zou moeten gaan beoordelen.

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Ik denk dat het inderdaad een eerste belangrijke stap is, en je kunt je afvragen of je alles tegelijk moet doen. Maar een belangrijke beperking voor een vertrouwenspersoon is, en dat zit natuurlijk al in de naam, dat het allemaal vertrouwelijk gebeurt. Mensen kunnen daar dingen voorleggen, toetsen et cetera, terwijl juist ook het belang van transparantie bij die deskundigenbijeenkomst zo werd benadrukt, zodat de buitenwereld ook echt klachten kan neerleggen, dat duidelijk is wat daarmee gebeurt en dat juist daar ook openbare rapporten over kunnen worden opgesteld. Dat kan een vertrouwenspersoon natuurlijk niet doen.

De heer Schalk (SGP):

Daar ben ik het mee eens. Een vertrouwenspersoon kan in ieder geval niet met allerlei rapporten naar buiten komen. Eigenlijk zouden we misschien nog niet eens moeten weten dat er aan de overkant nog nooit iemand zich gewend heeft tot de vertrouwenspersoon. Zo vertrouwelijk zou dat eigenlijk moeten zijn. Maar ten aanzien van de transparantie van wat er binnen de Kamer gebeurt: een interne commissie kan helpen binnen ons eigen functioneren om te kijken of er kwesties of zaken zijn waarop we elkaar kunnen aanspreken. Als we een set van gedragsregels zouden hebben en het binnen een fractie soms ingewikkeld kan zijn, dan kun je dus naar zo'n interne commissie. Maar of dat dan allemaal meteen op straat zou moeten liggen, weet ik niet. Op het moment dat er iets bijzonders aan de hand is waardoor een van de Kamerleden in opspraak komt en daar een onderzoek naar zou moeten komen, dan vraag ik me af of die interne commissie daarvoor ingezet zou moeten worden. Het zou wel kunnen dat daar het Openbaar Ministerie bij komt of iets dergelijks. Dat zou ik niet weten.

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Naar het OM is meteen een hele grote stap; dan trekt u het meteen in het strafrechtelijke circuit. Het nadeel van een interne commissie is toch wat ik in mijn inbreng al heb aangegeven: dan ga je elkaar zitten controleren. Dat zou natuurlijk ook het belang kunnen zijn van juist iemand daarbuiten. Die heeft ook niet de schijn dat hij de ander de hand boven het hoofd houdt en die kan gewoon volledig vrij zijn bevindingen presenteren. Dus misschien is het toch de moeite van het overwegen waard en kunnen we het betrekken bij ons nader denkproces.

De heer Schalk (SGP):

Absoluut, dat gaan we zeker doen. Want alle voorstellen die gedaan worden, zullen ook in mijn fractie uitgebreid gewogen worden. De suggesties die wat dat betreft door mevrouw Strik zijn gedaan, neem ik absoluut mee.

Mevrouw de voorzitter, ten slotte. Ik ga ervan uit dat ieder Kamerlid, als hij of zij op de man of op de vrouw af wordt gevraagd of hij of zij integer is, zal aangeven dat dit het geval is. Maar integriteit is iets heel kwetsbaars. De apostel Paulus geeft een heel indringend advies: zo dan, die meent te staan, zie toe, dat hij niet valle. Even terug naar het schaakspel: niet iedereen kan even goed schaken, maar als je meedoet, moeten de spelers zich aan de regels houden en alle omstanders moeten kunnen zien en beoordelen welke zet er door wie dan ook gedaan wordt.

Ik dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schalk. Ik geef het woord aan de heer Kuiper.