Plenair Nagel bij behandeling Wet arbeidsmarkt in balans



Verslag van de vergadering van 20 mei 2019 (2018/2019 nr. 29)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.58 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Nagel i (50PLUS):

Voorzitter. Soms bestaat er een niet bedoeld verschil tussen intentie en uitwerking van een wetsvoorstel. Om dat te verduidelijken behandelen we vandaag de Wet arbeidsmarkt in balans. De intentie van het kabinet is om een nieuwe balans aan te brengen tussen zekerheid en kansen door regelingen aan te passen op het gebied van flexibele arbeid, het ontslagrecht en de werkloosheid, met als doel de werkenden meer zekerheid te geven en het voor werkgevers aantrekkelijker te maken om meer vaste contracten aan werkenden te kunnen aanbieden. Maar het resultaat is, zoals de Raad van State al op 18 oktober vorig jaar concludeerde, dat met de invoering van dit wetsvoorstel te grote verschillen blijven bestaan tussen de diverse categorieën werkenden. De voorgestelde maatregelen leiden tot nieuwe spanningen op de arbeidsmarkt. De Raad van State gaf als oordeel dat de probleemaanpak van het voorstel ontoereikend is om een balans op de arbeidsmarkt tot stand te brengen.

Met deze vaststelling is 50PLUS het eens. Het kabinet bevestigt bovendien dat mogelijke effectiviteit en arbeidsmarkteffecten van het wetsvoorstel zich nauwelijks of niet laten inschatten. Dat komt door de slordige voorbereiding. Een zeer degelijke arbeidsmarktanalyse vooraf door het CPB bleef achterwege. De econoom en journalist Mathijs Bouman wees er onlangs in Nieuwsuur op dat de wet zonder overleg met de sociale partners is geparachuteerd. Van alle kanten komt bovendien de vraag waarom er juist nu een nieuwe wet moet komen, terwijl de voor begin 2021 aangekondigde evaluatie van de huidige Wet werk en zekerheid nog niet heeft plaatsgevonden, wat getuigt van een onzorgvuldig proces van wetgeving.

Op de deskundigenbijeenkomst op 12 maart van dit jaar in de Eerste Kamer wees de hoogleraar arbeidsrecht Evert Verhulp erop dat de in het regeerakkoord opgenomen wijziging van de WWZ gebaseerd is op achterhaalde uitgangspunten. Bovendien, zo stelde hij, brengt elke wetswijziging onrust met zich mee en vaak jarenlange onzekerheid over de precieze uitwerking door de rechtspraak, met alle enorme kosten waarmee dit gepaard gaat. Op dezelfde bijeenkomst stelde professor Laagland onverbloemd de vraag: wat halen we ons als Nederland op de hals? De arbeidsmarkt is er niet mee gediend dat bedrijven en werknemers steeds weer met nieuwe regels te maken krijgen, die vaak via de rechtspraak nog verduidelijking eisen. Ook de voorzitter van het mkb, Jacco Vonhof, vraagt om aanhouding van de wet. In november komt er een advies van de commissie-Borstlap over de arbeidsmarkt, zoals zojuist ook al werd gememoreerd. Dit leidt alleen maar tot hogere kosten, meer gedoe en niet tot meer vaste banen. Hij vat het kernachtig samen: het is 'm gewoon niet.

50PLUS maakt zich bovendien grote zorgen over de alom als slecht erkende positie van ouderen op de arbeidsmarkt. In deze wet wordt hun positie op het gebied van ontslagrecht keihard onderuitgehaald. In de nadere memorie van antwoord, van 7 mei jongstleden, wordt erop gewezen dat er een wetsvoorstel wordt voorbereid waarmee oudere werknemers die net voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd ontslagen worden, een uitgebreidere regeling krijgen. Is dit niet nog eens een extra reden om deze wet niet nu af te handelen?

Het wetsvoorstel rammelt aan alle kanten. De doorgeschoten flex wordt niet aangepakt en blijft een open vluchtroute naar goedkope arbeid. De Raad van State constateerde dat de Nederlandse arbeidsmarkt sterker is geflexibiliseerd dan die in andere landen met deze trends. De afgelopen vijftien jaar nam in Nederland het aantal flexibele werknemers toe van ruim 1 tot bijna 2 miljoen. Mevrouw Sent heeft dat ook gememoreerd. Verder wordt de kostenconcurrentie tussen vast en flex niet echt aangepakt, wat nu voor werkenden zeker lijkt, wordt juist minder. Deze wet is een verliesnota voor alle werkenden die te weinig sociale bescherming wordt gegeven.

Het voorstel om de keten van tijdelijke contracten te verlengen van twee naar drie jaar kent grote schaduwzijden. Het kan een camouflagedeken zijn om mensen tijdelijk in dienst te hebben en hen te ontslaan voordat het recht op een vast contract ontstaat. Kan de minister eens uitleggen hoe hij dit in internationaal verband ziet? Klopt het dat de Duitse regering de periode van 24 maanden niet wil verlengen maar juist verkorten tot 18 maanden, terwijl men toch hetzelfde doel beoogt? Waar zit het verschil in beschouwing dan in? De al eerder geciteerde hoogleraar Laagland stelde dat het permanent ter beschikking stellen van werknemers aan een derde in onze buurlanden België en Duitsland verboden is. Welke effecten kan dit hebben voor de Nederlandse arbeidsmarkt?

Voorzitter. We hebben ons best gedaan te zoeken naar enige verbetering voor de ouderen, maar we hebben die niet echt kunnen vinden. Integendeel. Iedereen weet dat de ouderen de meest kwetsbare groep op de arbeidsmarkt zijn. Maar hun positie wordt door deze wet eerder verslechterd. Het wordt gemakkelijker ouderen te lozen, het wordt veel goedkoper. Op 12 maart betoogde hoogleraar Verhulp nog eens dat het denkbaar is dat de transitievergoeding waar men na 1 januari 2020 recht op heeft, meer dan de helft lager zal zijn dan de vergoeding van voor 1 januari 2020. Het laat zich raden wat een dergelijke grote verlaging gaat betekenen voor de arbeidsmarktpositie van de ouderen. Een sneller ontslag ligt voor de hand, met alle gevolgen van dien, ook voor het pensioengat dat de ouderen voor hun kiezen krijgen. Daarbij komt dat in de praktijk al vele, zeer vele jaren blijkt dat de oudere werknemer zich suf kan solliciteren maar onomstreden kansarm is bij het vinden van een baan op deze leeftijd.

Deze wet doet in meer opzichten pijn, want we weten dat er wel kansen zijn. 50PLUS heeft de afgelopen jaren herhaaldelijk gesproken met werkgevers die wel degelijk bereid zijn oudere werknemers een baan te geven, mits dit op betere voorwaarden kan. Aan de andere kant kennen wij oudere werklozen die graag in gesprek zouden gaan over deze materie. Aantoonbaar wreekt zich bij deze wet wat ik eerder meldde: een slordige, niet systematische en weinig samenhangende voorbereiding, geen goede arbeidsmarktanalyse, geen overleg met betrokkenen en hun organisaties.

Samenvattend: dit is slechte wetgeving voor de werknemers en voor de ouderen in het bijzonder. Het 50PLUS Tweede Kamerlid Corrie van Brenk zei hierover in het debat: "Oud zit fout bij dit kabinet!" Er wordt geen enkele rekening gehouden met de zwakkere positie van ouderen op de arbeidsmarkt en met hun geringe kansen op een baan. Voor de afschuwelijke gevolgen met betrekking tot de pensioengaten hebben de kabinetten-Rutte I, II of III, of hoe ze ook heten, volstrekt onvoldoende gevoel gehad. Ouderen zijn een vertrapte groep. Als het kabinet naar ouderen wil kijken, moet het eerst zijn voetzool optillen. Het is triest te moeten vaststellen dat in dit oerwoud van halve en heel ondoorzichtige maatregelen, de door de minister gewenste glanzende en gespierde tarzan in de hoofdrol in de praktijk ineen is geschrompeld tot een schichtig vogeltje.

Voorzitter. Om alle door ons genoemde redenen vragen wij de minister om dit wetsvoorstel aan te houden. Anders zal de tegenstem van 50PLUS onvermijdelijk zijn.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Nagel. Ik geef het woord aan de heer Rinnooy Kan.