Plenair Fiers bij behandeling Wet gebruik van passagiersgegevens voor de bestrijding van terroristische en ernstige misdrijven



Verslag van de vergadering van 27 mei 2019 (2018/2019 nr. 31)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.05 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Fiers i (PvdA):

Voorzitter. Een groot sportman sprak ooit de geniale en tegelijk heel simpele waarheid: je gaat het pas zien als je het doorhebt. Dit geldt niet alleen voor de sport, maar ook voor de veelal onzichtbare en ongrijpbare wereld van de algoritmes. De enorme hoeveelheid passagiersgegevens die op basis van de voorliggende wet verzameld zal worden, wordt straks niet alleen doorzocht op concreet gezochte personen maar er worden ook algoritmes op losgelaten die mensen met een verdacht profiel eruit pikken. Die algoritmes vragen noodzakelijkerwijs om transparantie, omdat we het anders, om met Cruijff te praten, nooit zullen doorhebben.

Het Rathenau Instituut stelt in het zeer lezenswaardige rapport Opwaarderen; Borgen van publieke waarden in een digitale samenleving: "De vergaande digitalisering van de samenleving roept fundamentele ethische en maatschappelijke vraagstukken op. Overheid, bedrijfsleven en samenleving zijn nog niet adequaat toegerust om met deze nieuwe vragen om te gaan en grote inspanningen in alle geledingen van de overheid en maatschappij zijn nodig om de digitalisering van de samenleving in goede banen te leiden."

Gezien deze conclusies van het Rathenau Instituut verdient deze wet onze volle aandacht. De centrale vraag bij de beoordeling van deze wet is voor de fractie van de PvdA of het doel het middel heiligt. Over het belang van het doel, namelijk het bestrijden van terrorisme en ernstige misdrijven, zijn we het hier natuurlijk allemaal eens. De vraag die resteert, is of de voorliggende wet een effectief en proportioneel instrument is.

Daarom allereerst twee vragen over de effectiviteit van de wetgeving. In totaal vindt 9% van het vervoer binnen de Europese Unie plaats via de lucht. De overige 91% vindt plaats via auto, bus, trein enzovoort. Dit roept de vraag op waarom deze wet zich concentreert op het vliegverkeer. Reizen zware criminelen en terroristen vaak met vliegtuigen, of pakken ze vaker de bus en de trein? Of reizen ze bij voorkeur met de auto? Kan de minister aangeven of hier onderzoeksgegevens over beschikbaar zijn? Is de minister voornemens om zulke vergaande wetgeving ook in te voeren voor de andere vervoersmodaliteiten? Dit roept ook de vraag op of zware criminelen en/of terroristen na de invoering van deze wet massaal het vliegtuig gaan mijden. Als ze slim zijn wel, zou je denken. We zijn benieuwd naar de visie van de minister.

Terug naar de algoritmes. Hierover maakt de fractie van de PvdA zich zorgen, want die algoritmes kunnen op grote schaal onterechte verdenkingen en discriminatie opleveren. Los van het feit dat dit op zichzelf zeer onwenselijk is, is het ook allesbehalve effectief. Het Rathenau Instituut verwijst in het eerder genoemde rapport naar een vijftal uitgangspunten waarmee rekening moet worden gehouden om de noodzakelijke optimale transparantie te waarborgen. In de antwoorden op onze vragen geeft de regering aan deze uitgangspunten in algemene zin te ondersteunen. Deze bieden dus een heldere meetlat om deze wet aan te toetsen. We richten ons mede naar aanleiding van de antwoorden op de vragen op één van die vijf uitgangspunten, namelijk de foutmarge.

Ook de WRR beveelt in haar rapport Big data in een vrije en veilige samenleving uit 2016 aan om bij profiling nadere regels te stellen over de toelaatbare foutmarges. Het kabinet stelt in de reactie op onze vragen over die foutmarges: de grootte van wat bij profiling als toelaatbare foutmarges wordt gehanteerd, kan slechts per geval of categorie van gevallen worden bepaald. Het kabinet stelt verder dat het op voorhand definiëren van doelgerichtheid van die risicocriteria aan de hand van een maximum aan "false positives" niet goed mogelijk is. De reactie van de regering is niet in lijn met het advies van de WRR. Immers, deze stelt juist wel voor om nadere regels te stellen aan die toelaatbare foutmarges. Graag ontvangen wij van de minister een nadere toelichting op de keuze om geen nadere regels te willen stellen aan die toelaatbare foutmarges. Waarom is het niet goed mogelijk om aan de voorkant regels te stellen over de doelgerichtheid van die foutmarges? Wat is ervoor nodig om dit wel te kunnen doen?

Voorzitter. Zoekend naar de ervaringen met deze wet in andere Europese landen, waar de invoering reeds gestart is, vond ik een bericht van het ministerie van Binnenlandse Zaken van België, waaruit bleek dat ook mensen die verdacht werden van informaticafraude en -diefstal via deze nieuwe data-analyse gepakt zijn. Dit brengt ons op de volgende vragen aan de minister. Deze wet is bedoeld om mogelijke verdachten van terrorisme en ernstige criminaliteit op te sporen, maar wat gebeurt er met de informatie die door de passenger information unit wordt opgehaald en doorgespeeld aan de betrokken diensten, die geen betrekking heeft op ernstige misdrijven en terrorisme, maar op andere zaken, zoals diefstal of openstaande boetes?

Ik kom tot een afronding. De fractie van de PvdA heeft bedenkingen bij de effectiviteit van deze wet en zorgen over de onbegrensde foutmarges van de algoritmes die worden losgelaten op de passagiersgegevens, die op basis van de voorliggende wet verzameld gaan worden. Dit samen roept vragen op over de proportionaliteit van deze wet. Daarom zien wij met belangstelling uit naar de antwoorden van de minister.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Fiers. Het woord is aan mevrouw Strik.