Plenair Van Apeldoorn bij behandeling Goedkeuring Protocol betreffende de toetreding van de Republiek Noord-Macedonië



Verslag van de vergadering van 5 november 2019 (2019/2020 nr. 5)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 16.10 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Voorzitter. Mijn fractie wilde het voorliggende wetsvoorstel, dat mogelijk anders een hamerstuk zou zijn geworden, plenair behandelen omdat wat hierin voorgesteld wordt het aangaan van een verstrekkende verdragsrechtelijke verplichting betreft. Sterker nog, op basis van artikel 5 van het NAVO-verdrag gaat het hier om de meest vergaande verplichting die je kunt aangaan, namelijk het militair bijstaan van een ander land. Wij vinden het simpelweg niet gepast dat je zoiets deze Kamer geruisloos laat passeren. Mijn fractie vindt dat je je sowieso wel drie keer moet bedenken voordat je een dergelijke verplichting aangaat. Wat dat betreft zijn wij blij dat wij in het debat uiteindelijk ook gezelschap hebben gekregen van het Forum voor Democratie. Graag feliciteer ik nu ook publiekelijk de heer Beukering met zijn maidenspeech.

Voorzitter. Mijn fractie heeft ernstige bedenkingen bij dit wetsvoorstel tot ratificatie van de overeenkomst tot toetreding van Noord-Macedonië tot de NAVO. Laat ik vooropstellen dat het Noord-Macedonië uiteraard vrijstaat om bij de NAVO te willen, en dat wij ook erkennen dat deze wens breed leeft onder de Macedonische bevolking. In die zin heeft het land, ook op basis van het NAVO-verdrag, het recht deze wens te proberen te realiseren. Maar geen enkel land kan het lidmaatschap opeisen. Net als dat wij het recht erkennen van Noord-Macedonië om zich kandidaat te stellen voor het lidmaatschap van de NAVO, gaat mijn fractie ervan uit dat de regering en het parlement van dit land en elke andere lidstaat krachtens het huidige verdrag het recht hebben deze kandidatuur af te wijzen. Voor de zekerheid vraag ik toch maar even aan de minister of hij dat met mij eens is.

Welnu, gegeven ons recht onze eigen afweging te maken of wij wel of niet deze zeer vergaande verdragsrechtelijke verplichting willen aangaan met Noord-Macedonië, is mijn vraag wat nu precies de reden is dat we dit zouden moeten willen. Noord-Macedonië is een kleine binnenstaat met 2 miljoen inwoners en had vorig jaar een militair budget van 108 miljoen Amerikaanse dollar, ongeveer één honderdste van wat ons land aan defensie uitgeeft. De wens van de regering om Noord-Macedonië toe te laten treden, kan dus niet ingegeven zijn door de grote militaire bijdrage die we van dit land kunnen verwachten. Met een dergelijk klein leger is de bijdrage aan onze veiligheid of die van het bondgenootschap in het algemeen uiteindelijk verwaarloosbaar. Is de minister dat met mij eens? De regering wijst op de Macedonische bijdrage van 47 soldaten aan de NAVO-interventie in Afghanistan. Afgezien van het feit dat mijn fractie van mening is dat de geldverslindende en vele levens eisende oorlog in Afghanistan, die nu het negentiende jaar is ingegaan, al veel te lang heeft geduurd en dat de NAVO geen onderdeel van deze oorlog zou moeten zijn, kan dat toch geen doorslaggevend argument zijn? Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. Wat mijn fractie betreft moet de regering echt met betere argumenten komen. Want welke essentiële bijdragen aan onze veiligheid kan Noord-Macedonië nu leveren? Wij zien het niet. Maar belangrijker misschien, hoe weegt dit op tegen de nadelen en potentiële risico's? Want die zijn er volgens mijn fractie wel degelijk. De regering gaat hier veel te gemakkelijk aan voorbij. Want wat als zaken echt eens onverhoopt uit de hand zouden lopen op de Balkan en Macedonië een beroep doet op artikel 5? Gaan we dan ten oorlog ter verdediging van het dan weer uitgebreide NAVO-grondgebied? Moeten we dat dan willen? Zou het niet veel beter zijn om in te zetten op conflictpreventie in deze regio en in het geval van een onverhoopte schending van de Macedonische territoriale integriteit dit een zaak te laten zijn van de VN-Veiligheidsraad, en om, indien nodig, het niet-militair instrumentarium dat ons en andere landen tot beschikking staat in te zetten? Graag een reactie van de minister.

Wat als de interne ontwikkeling van de jonge democratische Republiek Noord-Macedonië onverhoopt de verkeerde kant opgaat? Het NAVO-verdrag stelt dat de lidstaten geacht worden de vrijheid van hun bevolkingen te garanderen gebaseerd op de principes van democratie, grondrechten en de rechtsstaat. Maar het lidmaatschap van de NAVO garandeert op geen enkele wijze dat landen zich hier ook aan houden. De casus Turkije maakt een en ander helaas pijnlijk duidelijk. Zelfs na de illegale invasie van Turkije staan we binnen het bondgenootschap met lege handen. Want het verdrag voorziet noch in sanctiemogelijkheden noch in de mogelijkheid om, als ultimum remedium, een land dat niet langer handelt in overeenstemming met het verdrag, uit de organisatie te zetten. Volgens sommige volkenrechtsgeleerden zou dit in het geval van een zogenaamde materiële schending van het verdrag in principe wel kunnen via de omweg van artikel 60 van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht.

Voorzitter. Kan de minister ons hier duidelijkheid over verschaffen? Wat zijn volgens de minister de mogelijkheden van de overige lidstaten indien een lidstaat de letter en de geest van het verdrag schendt en de belangen van de overige lidstaten ernstig schaadt? En indien die mogelijkheden inderdaad heel beperkt zijn, geldt dan niet al helemaal het devies "bezint eer ge begint"? Wat als Noord-Macedonië zich toch niet verder ontwikkelt richting een stabiele democratie en rechtsstaat, zoals wij nu hopen? Wat als het land in de toekomst onverhoopt weer wegdrijft van die democratie en van het respect voor de mensenrechten?

Hoe zit het trouwens nu met die mensenrechten en de rechtsstaat in Noord-Macedonië? In beantwoording van onze vragen daarover stelt de regering dat er veel vorderingen zijn gemaakt op deze terreinen, maar ook dat deze hervormingen nog verder geïmplementeerd moeten worden en dat de regering de ontwikkelingen op de voet volgt. Maar kan de regering, als het land dadelijk NAVO-lid zou zijn, ook nog iets anders doen dan deze ontwikkelingen "volgen"?

Voorzitter. Het is wat ons betreft evident dat er op grond van mijn overwegingen tot nog toe al genoeg reden is om op zijn minst twijfel te hebben over de vraag of de voordelen, voor zover die er al zijn, van een toetreding van Noord-Macedonië opwegen tegen de nadelen en de mogelijke risico's.

Eén risico heb ik daarbij nog niet benoemd. Dat risico ligt besloten in de mogelijke geopolitieke gevolgen van weer een verdere uitbreiding van de NAVO. Het Amerikaanse Newsweek beschreef Macedonië als een "key battleground between Russia and the West", oftewel een vooralsnog — gelukkig vooralsnog — figuurlijk slagveld in wat alom gezien wordt als de oplaaiende strijd tussen Rusland en het Westen. Zo ziet Poetin het en zo ziet ook de NAVO het. Maar moeten we dit willen? De verwachte toetreding van Noord-Macedonië wordt gezien als een pijnlijk verlies voor Rusland, en dus zou de NAVO haar heruitgevonden tegenstander hiermee weer een gevoelige slag hebben toegebracht. Is het de NAVO hier soms om te doen, zo vraagt mijn fractie. Is dit de eigenlijke reden waarom ook deze regering de uitbreiding van de NAVO met het verder in militair opzicht vrij nietige Macedonië zo graag wil? Graag een reactie van de minister.

Maar of dit nu wel of niet de reden is, het lijkt mij verstandig om ook hier de risico's en de potentiële kosten goed te wegen. Het is een feit dat de spanningen met Rusland de afgelopen jaren al enorm zijn toegenomen. Willen we dan echt doorgaan op die ingeslagen weg, richting een nieuwe koude oorlog met onze Europese oosterburen? En nee, ook wat de SP betreft heeft Rusland zeker geen veto ten aanzien van welke landen wel of niet lid worden van de NAVO. Maar je moet wel een reële inschatting durven te maken van de gevolgen, en jezelf dan afvragen of je het die prijs waard vindt.

Voorzitter. Wat dat betreft vraagt mijn fractie zich dus af of we, en of deze regering, wel voldoende geleerd hebben van het verleden. Helaas is de waarschuwing van Frits Bolkestein van 24 jaar geleden dat de oostwaartse uitbreiding van de NAVO na de Koude Oorlog de stabiliteit van Europa zou schaden, ook door zijn eigen partij en de toenmalige regering volkomen in de wind geslagen. Maar ik vraag de minister: heeft de toenmalig VVD-partijleider niet gewoon gelijk gekregen? Of is het voor deze minister een taboe om terug te blikken en lessen te trekken?

Voorzitter. Ten slotte wil ik iets opmerken over de internationale geopolitieke situatie en de implicaties daarvan voor de NAVO. Ik heb al verwezen naar Turkije, dat zich niet gedraagt als bondgenoot maar optreedt als agressor. In de wereld van Trump en Erdogan nemen de geopolitieke turbulentie en onzekerheid niet alleen snel toe, maar bevinden die zich ook in het hart van de NAVO zelf. Volgens sommigen staat zelfs het voortbestaan van het bondgenootschap op het spel. Ook mijn fractie vraagt zich af wat dat voor een bondgenootschap is, waarbinnen het ene land een illegale invasie begint, gericht tegen de bondgenoot van een ander land, maar dat de president van dat andere land daar vervolgens niet echt wakker van lijkt te liggen. "NAVO-wapens tegen NAVO-wapens", was de samenvatting van oud secretaris-generaal De Hoop Scheffer. Maar terwijl de NAVO op deze manier van binnenuit erodeert, blijft ook deze regering maar vasthouden aan de verlegging van haar geografische grenzen. Ik vraag de minister: zou het niet beter zijn voor de NAVO, net als voor de EU, om eerst intern orde op zaken te stellen alvorens de club weer nog groter te maken? En zou het daarbij niet goed zijn om na te denken over wat het betekent dat als een lidstaat zich misdraagt, het verdrag dan geen enkel sanctiemechanisme kent? Dat lijkt mijn fractie in het licht van de recente ontwikkelingen toch uitermate urgent. Hoe kijk de minister hiertegen aan? En is het niet eerst tijd voor een fundamentele herbezinning op wat de kerntaak van de NAVO is en hoe die het beste ingevuld kan worden? Graag een reactie van de minister.

Wat de SP-fractie betreft, is de enige kerntaak van de NAVO de verdediging van het NAVO-grondgebied binnen de kaders van het VN-Handvest. En wordt het geen tijd, juist nu de NAVO zo rammelt, om na te denken over een nieuwe mondiale veiligheidsarchitectuur, zoals mijn fractievoorzitter vorige week opperde in de Algemene Politieke Beschouwingen? Dat lijkt ons in ieder geval veel beter dan verder te gaan op het pad van onbezonnen uitbreiding. Of de minister echt openstaat voor onze alternatieve zienswijze waag ik te betwijfelen, maar zoals altijd zie ik uit naar zijn beantwoording.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Is er nog een van de leden die in de eerste termijn het woord wil voeren? Dat is niet het geval. Dan de vraag aan de minister: bent u in staat om direct te reageren op de vragen die gesteld zijn? Dat is het geval. Dan geef ik het woord aan de minister.