Plenair Schalk bij Voortzetting Algemene financiële beschouwingen



Verslag van de vergadering van 19 november 2019 (2019/2020 nr. 7)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 23.33 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Dank aan de bewindslieden voor de antwoorden. Er zijn nog een paar puntjes die ik graag wil aanstippen. Allereerst het investeringsfonds, waar de minister vrij uitvoerig over heeft gesproken. Het fonds werd in deze Kamer al gekaapt met allerlei andere termen, zoals een toekomstpakket, een toekomstfonds of een transitiefonds. De minister heeft wat mij betreft heel duidelijk gemaakt dat dit echt voor nieuwe dingen is: innovatieve zaken die in de toekomst moeten worden opgezet, en dus niet voor allerlei zaken zoals huidige klimaatproblemen, stikstof, de onderwijsgelden enzovoorts. Het is prima dat dat er allemaal komt. Ik vind het ook fijn dat de minister heeft toegezegd dat hij een optelsom zal leveren van de zaken die er sinds Prinsjesdag inmiddels zijn bij gekomen. Ik zie ook graag welke dekking daarbij hoort. Ik heb begrepen dat hij dat zelf wilde uitbreiden tot de extra uitgaven voor de hele regeerperiode tot nu toe. Dat vind ik ook uitstekend. Maar het gaat mij natuurlijk met name om het laatste gedeelte.

We hebben uitvoerig gesproken over de zalmnorm. De minister heeft vast en zeker van mij begrepen dat de SGP die, na de uitleg die hij heeft gegeven, nauwlettend zal gaan volgen.

Er is in de loop van mijn eerste termijn nog een misverstand gerezen rondom Jozef. Ik had het over Jozef uit het eerste boek van het Oude Testament en mevrouw Sent had het over Jozef uit het eerste boek van het Nieuwe Testament. Daar is een fors verschil tussen. Ik beloof haar dat ik erop terug zal komen tijdens de behandeling van het Belastingplan. Dat is passender, want dan zitten we in de adventsweken. Jozef en Maria uit het Nieuwe Testament hebben natuurlijk alles te maken met het komende kerstfeest. Ten aanzien van de Jozeftaks zou ik als laatste opmerking willen maken dat ik erop terug hoop te komen bij het Belastingplan, in relatie tot de fiscale bouwstenen, zoals door de staatssecretaris is verwoord.

Rest mij om de bewindslieden sterkte, wijsheid en van harte Gods zegen toe te wensen, ook voor de komende periode. Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schalk. Dan geef ik ten slotte het woord aan de heer Gerbrandy.