Plenair Beukering bij behandeling Begroting Defensie



Verslag van de vergadering van 16 december 2019 (2019/2020 nr. 13)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.55 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Beukering i (FvD):

Voorzitter, dank u wel. Ik wil beginnen met mijn felicitaties aan de collega's mevrouw Kluit en de heer Van Pareren voor hun schitterende maidenspeeches en alvast mevrouw Nanninga, die straks haar maidenspeech zal houden, veel succes toewensen.

Voorzitter. Goed dat we vanuit ons huis nog input kunnen leveren bij de Defensiebegroting. Er is namelijk een gebrek aan gevoel voor urgentie, zowel bij het kabinet als in de Tweede Kamer. Zoals u weet, heb ik de bezuinigingen van de afgelopen drie decennia op Defensie van dichtbij meegemaakt. Van dichtbij heb ik de catastrofale uitwerking ervan gezien. In dit mooie huis spreken we daar helaas heel minimaal over, maar de staat van Defensie is ronduit belabberd. Er is, ondanks heel veel intern geuite kritiek, ongegeneerd bezuinigd en de organisatie is, zoals ze zelf zegt, door haar hoeven gezakt. Het duurt jaren en jaren en het vraagt veel offers, voordat dit kan worden hersteld en Nederland zijn verantwoordelijkheid op veiligheidsgebied weer pakt. Decennialang is er roofbouw gepleegd op het personeel, het materieel, de geoefendheid, de infrastructuur, de ICT, de logistiek en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Voorzitter, ik zal kort zijn. Onze NAVO-partners is het beeld van onze Defensieorganisatie natuurlijk niet ontgaan. We worden er regelmatig op gewezen. In 2008 typeerde de NAVO onze krijgsmacht als "een anorexiapatiënt" en sinds 2012 is de typering "paria" gebruikt. Een rijk land dat zijn verplichtingen niet nakomt en zijn eigen Defensieorganisatie zo verwaarloost: daar wordt iets van gevonden, op allerlei fora, maar ook binnen onze samenleving. Ook binnen Defensie wordt gemord, en inmiddels zijn er helaas ook medewerkers die vroegtijdig vertrekken. Ondanks redelijke wervingsresultaten zijn er bijna 8.500 vacatures. En dit cijfer loopt maar op. Het zijn vaak niet de slechtsten die vertrekken. Enkele honderden vacatures worden per krijgsmachtdeel ingevuld door mensen die allang met pensioen zijn. De loyaliteit van die mensen naar Defensie is zo groot, dat ze na 30, 40 jaar nog steeds hun parate collega's willen helpen. Een ontluisterend beeld is ontstaan van een organisatie die juist slagkracht, jeugdig elan en vertrouwen in zichzelf moet uitstralen.

Een van de nog steeds bij Defensie doorlopende bezuinigingsmaatregelen is de RVU-boete, die door het functioneel leeftijdsontslag uit de Militaire Ambtenarenwet onder druk van de bezuinigingen sinds enkele jaren wordt aangewezen als een prepensioenregeling. Maar dat is het niet. Het is gebeurd, terwijl betrokken mensen destijds geen keuze hadden. Zij moesten vertrekken en de organisatie moest, en moet nog steeds, jaarlijks een boete betalen. Een slap bezwaar hiertegen aantekenen, zoals Defensie nu doet na de motie-Kerstens is voor Forum voor Democratie niet genoeg. Het ministerie van Financiën maakt met de ene hand een budget voor Defensie vrij — dat bedrag klinkt heel stoer — maar neemt met de andere hand het geld en de boete gewoon weer terug. Onze bondgenoten zien dat natuurlijk ook. Dit moet stoppen. Sterker nog, dit moet worden gerepareerd in de komende Voorjaarsnota en wel met terugwerkende kracht. In de Tweede Kamer is onlangs hierover gesproken bij het begrotingsdebat. De motie-Kerstens van de PvdA is aangehouden: weer vlees noch vis, of gevoel voor urgentie. Mijn fractie zal mogelijk dan ook in tweede termijn een motie hierover indienen.

Laten wij als Kamer volstrekt duidelijk hierover zijn en ons uitspreken: Defensie heeft de wet gerespecteerd en inmiddels de RVU-regeling aangepast. Wat nu overblijft en ons als Kamer rest, is deze onrechtvaardigheid over de tussenfase met terugwerkende kracht te repareren en eraan te doen wat we in Wales hebben beloofd. De restitutie van deze onterecht geheven boete zal Defensie helpen om met name de grote personeelsproblemen mede op te lossen. Daar liggen nu nog veel op te lossen zaken, zoals het nieuwe loonhuis en het daarbij behorende toelagesysteem. We kunnen vanuit dit huis de minister, in dit geval de stas, op een relatief eenvoudige manier hierbij helpen. Er ligt nog voor vele miljarden op de plank aan achterstallig onderhoud aan de infrastructuur, ICT, gevechtsondersteuning en nog vele andere gebieden.

Ten slotte, voorzitter. Er komt hierdoor een einde aan een nodeloos rondpompen van geld en het schimmig doen over hoeveel geld er nu echt wordt besteed aan Defensie. De Nederlandse bijdrage aan zijn eigen veiligheid en die van zijn bondgenoten stijgt bovendien. Daar zijn wij immers allemaal verantwoordelijk voor.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Beukering. In dit huis spreken we van "staatssecretaris". We korten dat niet af. U kunt weer gaan zitten, meneer Beukering.

Wenst een van de leden in eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval.

Staatssecretaris, bent u in de gelegenheid om direct in te gaan op de vragen die de heer Beukering heeft gesteld? Dat is het geval.

Ik geef het woord aan de staatssecretaris.