Plenair Nanninga bij behandeling Begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap



Verslag van de vergadering van 16 december 2019 (2019/2020 nr. 13)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.15 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Nanninga i (FvD):

Geachte excellenties, dames en heren op de tribunes, ambtsgenoten. Welk een voorrecht om hier nu te mogen zijn en in de senaat het woord te mogen voeren op de portefeuille Onderwijs, Cultuur en Wetenschap namens mijn partij, Forum voor Democratie. Hoewel ik zeker uitzie naar een scherp debat met u allen, is het voor nu ook wel fijn om de excellenties en u allen ononderbroken toe te mogen spreken. Hopelijk is dat genoegen wederzijds. Zo niet, dan zal ik evengoed deze gelegenheid te baat nemen om met name over onderwijs, de zorg en aandachtspunten die leven bij FvD en onze achterban aan u voor te leggen.

Voorzitter. Ik heb niet alle cv's van alle senatoren ooit doorgenomen, maar ik durf voorzichtig te stellen dat ik misschien de laagst opgeleide bewoner van dit huis tot nu toe ben. Daar voel ik trots noch gêne over. Het is zoals het is. Aan mijn ouders zal het niet gelegen hebben. Zij stuurden mij naar het ultra-elitaire Barlaeus Gymnasium in Amsterdam. Daar aangekomen startte ik mijn eigen eenmansvorm van experimenteel onderwijs. Ik leerde wat ik leuk vond en liet de rest links liggen. Mijn arme ouders, hier aanwezig op de publieke tribune, kostte het slapeloze nachten. Zij zagen mijn weigering om netjes mijn huiswerk te maken handenwringend aan. Papa, mama, het is goed gekomen, denk ik. Zoals jullie zien ben ik allerminst in de goot beland. Maar een gymnasiumdiploma of een ander papiertje heb ik nog altijd niet.

Ik permitteer mij nog een persoonlijke anekdote — dat mag in een maidenspeech — inzake ons Nederlandse onderwijs. Mijn dochters studeren inmiddels, maar ook zij bezochten diverse Amsterdamse scholen. Al vanaf hun basisschooltijd zag ik wat nu, onder meer dankzij activisme van FvD en de vele, vele meldingen van ouders en leerlingen op social media, algemeen bekend mag worden verondersteld: de ideologische en culturele verwaarlozing enerzijds en indoctrinatie anderzijds die wij via ons onderwijs onze kinderen aandoen. Mijn ex-man en ik kozen bewust voor een etnisch gemengde basisschool. Wij wonen in Amsterdam en dat is nou eenmaal een stad waar inmiddels de meerderheid van de inwoners allochtoon is. Wat men daar verder ook van vindt, je wil je kroost toch optimaal voorbereiden op de wereld waarin het leeft, nietwaar?

Het werd een ietwat artistiekerige buurtschool, waar mijn kinderen meer dan eens aanvaringen hadden met islamitisch opgevoede kindertjes die misprijzend of zelfs met walging reageerden op ham of worst op het brood van mijn bloedjes. Ook traktaties die zij op hun verjaardag uitdeelden werden daar demonstratief weggegooid, omdat er varken in zou zitten, ook al was dat beslist niet het geval. Je stopt immers geen karbonade in een appelflap. De lieve, maar op deze cultuurstrijd op het schoolplein volstrekt onvoorbereide juffen, losten dit op door het onderwerp geloof dan maar meteen taboe te verklaren en meer tolerantie te eisen, van mijn kinderen welteverstaan, niet van de geïndoctrineerde halalpolitieagentjes, die wij verder weinig kwalijk kunnen nemen, want in groep 5 zingen vogeltjes immers vooral zoals hun ouders gebekt zijn. Wel organiseerde de openbare basisschool een iftar. Dit was nog in de tijden dat social media en internet in opkomst waren en wij afhankelijk waren van de erbarmelijke desinformatie van onze publieke omroep en mainstream media. De NPO is een ander onderdeel van de portefeuille OCW waar wij met elkaar echt nog de nodige appeltjes over gaan schillen. Dat merk ik nu even terzijde op.

We leefden toen meer op een eilandje. We wisten niet dat deze cultuurclash zich ook op andere scholen in heel Nederland voltrok. De eerder genoemde kranten en NPO negeren dergelijke signalen uit de samenleving immers structureel. Toen ouders en leerlingen aanvankelijk via onafhankelijke en de sociale media met dergelijke verhalen uit 's lands schoolklassen naar buiten traden, werden ze weggezet als xenofoob of zelfs ronduit beschuldigd van liegen. Pas toen de in de politiek correcte kringen volstrekt onverdachte Femke Halsema ook melding maakte van boterhamworstincidenten op de allochtone buurtschool waar ze haar kinderen aanvankelijk op had geplaatst, werd het verhaal ook in het D66-onderwijsbastion tandenknarsend voor kennisgeving aangenomen. Daarna werd het weer genegeerd. Dat wel, want ondertussen moest het onderwijs na jaren rampzalige bezuinigingen en onnodige vermanagerisering vooral weer ingezet worden als brainwashtraject van D66-oïde snit, waarover later meer.

Natuurlijk is de wat onbeholpen schoolpleinstrijd tegen de boterhamworst op zichzelf niet het grote probleem op de Nederlandse scholen en universiteiten. Maar ik noem deze trend, de aanvankelijke ontkenning van een cultuurstrijd op scholen, gevoerd door zowel leerlingen als overheid, en de opkomst van het internet en de onafhankelijke media, als een voorbeeld van een tegenbeweging, om hier toch even licht te schijnen op een tendens die mij hoopvol stemt. De kaping van ons onderwijs om onze jeugd te indoctrineren tot gehoorzame wortelloze kosmopolietjes die op basis van selectieve feitenkennis gebukt moeten gaan onder een diep klimaat- en historisch schuldbesef, wordt nu gezien en bestreden. Onze partij, Forum voor Democratie, krijgt via het e-mailadres schoolstrijd@fvd.nl talloze meldingen binnen van sturende, hersenspoelende, selectieve en zelfs ronduit onjuiste lesstof en examenvragen. De Facebookpagina Linkse indoctrinatie op mijn universiteit en vele, vele andere vergelijkbare sites en pagina's vormen niet alleen een catalogus van diep doorgesijpeld D66-nihilisme die onze jeugd wordt gedwangvoederd, maar zijn vooral een teken dat mensen in heel Nederland op alle onderwijsniveaus deze machinaties doorzien en weigeren dit nog langer te accepteren. Dat gaat de goede kant op, voorzitter.

Ons onderwijs is niet bedoeld om generaties mensen te leren wat zij moeten denken. Ons onderwijs is er om mensen te informeren en daarna zelfstandige, mondige, autonome burgers af te leveren, die weten hoe zij goed geïnformeerd hun eigen meningen kunnen vormen. Als D66, VVD, PvdA en de rest van de kartelisten ergens bang voor zijn, is dat het wel. Burgers die ongevoelig voor morele chantage of oikofobe zelfhaat voor hun eigen belang opkomen, ook als die tegen de politiek correct toegestane belangen van klikmaatgekte, multicultuur en de EU ingaan.

Dat betekent niet dat onderwijzers en professoren geen eigen standpunten of meningen zouden mogen hebben. Allerminst. Voor de mensen in ons onderwijs hebben wij niets dan lof, vooral in deze tijden van schaalvergroting, grote financiële tekorten en een afkalvend aanzien van hun beroep. Wij dienen beter voor onze onderwijzers te zorgen. Mijn opa was leraar Frans aan de hbs en mijn oma was huisvrouw. Van enkel zijn salaris kon destijds een gezin met vier kinderen in de inmiddels onbetaalbare Amsterdamse wijk Watergraafsmeer wonen. In het Amsterdam van nu moeten scholen een week dicht wegens het lerarentekort en moeten onderbetaalde, overbelaste docenten in de uren dat hun school nog wel open kan zijn, kinderen wijsmaken dat het een absolute noodzaak is om duizenden miljarden aan gekke klimaattoestanden uit te geven.

Pervers, als men bedenkt dat alleen al door simpelweg eens naar de feiten te kijken die miljardenuitgaven niet nodig zijn en dat we al dat geld dus zouden kunnen besteden aan, noem eens een dwarsstraat, onderwijs en huisvesting van diezelfde onderbetaalde docenten die geen woning in de Randstad meer kunnen betalen. Docenten zijn niet het probleem. In het basis- en middelbaar onderwijs kunnen zij, mits voorzien van het juiste curriculum, zich prima neutraal opstellen. En aan onze universiteiten, de kraamkamers van ons denken, schort het vooral aan diversiteit. En niet diversiteit zoals onze minister bedoelt, de huilerige slachtoffercultus, waarin niet gelijke kansen maar gelijke uitkomsten het uitgangspunt zijn. De diversiteitsdwang op basis van huidskleur, sekse, afkomst of geaardheid heeft onlangs zelfs geleid tot zoiets potsierlijks als een vrouwenquotum voor topbanen. Kennelijk is er alle tijd voor symboolpolitiek en bijzaken, terwijl het Malieveld vol getergde docenten staat.

Nee, voorzitter, ideologische en inhoudelijke diversiteit, daar schort het aan in ons wo. In een land waar serieus wordt onderzocht of ook honden seksistisch gedrag vertonen — ik verzin dit niet — waar met name de sociale wetenschappen overgefixeerd zijn op vermeende misstanden, ongelijkheden en bizarre non-issues zoals het bestaan van 73 genders, micro-agressies in kindertelevisieprogramma's, de disproportionele aandacht voor de zwarte bladzijden in de roemruchte geschiedenis van ons mooie land en natuurlijk de eindeloze stroom van publicaties die de heilzaamheid van immigratie, multicultuur, diversiteit en safe spaces moeten aantonen, hebben we als het gaat om diversiteit in ons denken nog wel wat slagen te maken.

Afgezien van de bèta- en technische studies wijst men dan vaak naar het kleine Leidse bastion waar onze fractievoorzitter Paul Cliteur en de zijnen een Gallisch dorpje van vrijdenken vormen in een verder gelijkgeschakeld speelveld. Een dorp dat bovendien beveiliging nodig heeft, omdat zij de zelfgenoegzame status quo over jihadisme, islamisme, rechtsfilosofie en gecultiveerde onderdrukking niet delen. Bovendien een schromelijke ondervertegenwoordiging van dat wat toch een aanzienlijk deel van de Nederlanders dagelijks bezighoudt. Representatie, ook zo'n neomarxistisch modewoord, is hier volkomen zoek. Dat zou de minister toch met mij eens zijn? Deze kleine Leidse faculteit als token, om het uit het Amerika overgewaaide permakwetsjargon te gebruiken, als enige symbolisch aangestelde vrouw in de board roam en de arme heer Cliteur als wetenschappelijke excuustruus.

Voorzitter. Zoals u hoort, heb ik mijn maidenspeech over de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangegrepen om globaal de visie van FvD op ons onderwijs en de aldaar spelende cultuurstrijd in de grondverf te zetten. Het steggelen over miljoenen hier of daar — dat zeg ik zonder enig dedain voor de hardwerkende ambtenaren en medewerkers die aan deze begroting hebben gewerkt, waarvoor dank — is zinloos. Er gaat zo schandalig veel geld naar Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, maar het geld dat we eraan besteden, wordt misbruikt voor de subsidiëring van oikofobie, feministische en marxistische propaganda en onnodig veel bestuurders en managers. Onze aandacht hier in deze chambre de réflexion versnipperen aan discussies over de allocatie van budgetten op een begroting die maar een fractie is van het geld dat we weggooien om onszelf te ondermijnen, middels klimaatwensdenken en massa-immigratie, is als ruziemaken over de kleur van zwemvesten op de Titanic, geel of wit. Het moederschip, onze kennis en cultuur, en de overdracht daarvan op onze kinderen, gaat ten onder.

Laat ons inzake onderwijs, en zoals gezegd later zeker ook inzake de NPO en onze kunst en cultuur, durven kiezen voor visie. Voor ideeënstrijd. Voor taboeloze debatten en grote gedurfde oplossingen, die waar nodig de status quo openbreken.

Voorzitter, tot zover, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Nanninga. Mijn hartelijke gelukwensen met uw maidenspeech. Staat u mij toe om iets van uw achtergrond te schetsen.

Een echt carrièreplan heeft u nooit gehad, vertelde u aan RTL Z. U werkte onder meer in een ijswinkel, een damesmodezaak, een dierenartspraktijk en de Openbare Bibliotheek van Amsterdam. In uw vrije tijd modereerde u het forum van de Amsterdamse omroep AT5. Het waren de eerste stappen in een onlinewereld die al snel de uwe werd.

U schreef voor een website over ouders en kinderen en voor De Jaap, dat nu TPO — The Post Online — heet. In 2012 ging u aan de slag bij GeenStijl. U werd later ook publicist en columnist bij WNL, PowNed, Nieuwe Revu en Veronica Magazine. Diversiteit avant la lettre, zou ik zeggen.

Twee jaar nadat u bij GeenStijl was begonnen, werd u mede-eigenaar en adjunct-hoofdredacteur van Jalta.nl, een onlinemagazine dat zichzelf omschrijft als een site met scherpe commentaren en originele verslaggeving. "Ik wilde me niet alleen op internet roeren, maar ook deelnemen aan debatten", zei u over die stap. Nu terugkijkend sloeg u toen de weg in die uiteindelijk naar de politiek, en naar deze Kamer, zou leiden.

Thierry Baudet vroeg u in 2017 om namens Forum voor Democratie deel te nemen aan de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam. U besloot het te doen — en niet uit Amsterdam te vertrekken, hetgeen u op dat moment overwoog — en lijsttrekker te worden. Forum voor Democratie kwam in maart 2018 als nieuwe fractie met drie zetels in de gemeenteraad. U bent fractievoorzitter in Amsterdam en voert het woord over onder andere financiën, integratie, radicalisering, kunst en cultuur en bestuurlijke vernieuwing.

Een jaar later werd u als lijstduwer met voorkeurstemmen gekozen als lid van Provinciale Staten in Noord-Holland. Op 11 juni 2019 bent u beëdigd als lid van de Eerste Kamer van de Staten Generaal. Toen iemand u vroeg of drie politieke functies niet wat veel is, antwoordde u: "Als al die senatoren nog tien bijbanen ernaast hebben, dan moet dit ook wel lukken." Touché!

We kijken uit naar uw verdere inbrengen. Nogmaals van harte welkom.

Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken, zodat alle overige collega's u kunnen feliciteren, waarbij ik als Voorzitter u graag als eerste feliciteer.