Plenair Nicolaï bij behandeling Spoedwet aanpak stikstof



Verslag van de vergadering van 17 december 2019 (2019/2020 nr. 14)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 11.35 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Nicolaï i (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Ik was al twee keer opgestaan om hiernaartoe te komen, maar ik kreeg steeds de kans niet. Toch was ik best wel blij met de interventies van mijn twee medeleden, want het gaat allemaal over de matchfixing die hier aan de orde is, waarop ik in mijn maidenspeech nog terugkom.

Ik wil eerst mevrouw Prins feliciteren. Met belangstelling heb ik naar haar bijdrage geluisterd. Ik kom daar straks nog op terug, maar ik denk dat wij elkaar op een bepaald punt zeker zullen kunnen vinden. Verder feliciteer ik ook de medeleden die gisteren al hun maidenspeech hebben gehouden. Toen was ik niet aanwezig omdat ik deze maidenspeech moest voorbereiden en het allemaal spoed-spoed-spoed was. Ik heb ook weinig geslapen, want vannacht heb ik de brief van de minister nog moeten lezen, die ik vanochtend nog in mijn speech moest verwerken.

Dan kom ik aan mijn verhaal, meneer de voorzitter. Hoe passend zou het niet zijn om hier, de eerste keer dat ik op dit spreekgestoelte heb plaatsgenomen, te beginnen over — schrikt u niet — de uil van Minerva. Maar ik zeg maar meteen met nadruk dat dit een heel andere uil is dan die waardoor andere politieke debutanten bevlogen zijn geraakt. Wij vormen samen de chambre de réflexion. Anders dan aan de overkant, waar snelle vogels in- en uitschieten, wordt in deze Kamer verwacht dat wij in rust en met Wijsheid — met een hoofdletter — ons bezinnen, dat wij in staat zijn om afstand te nemen van de politieke waan van de dag. De leden van de Kamer die mij uit de commissies kennen, weten hoe serieus ik over onze taak denk. Ik vind dat wij de kwaliteit en uitvoerbaarheid van wetgeving zorgvuldig behoren te toetsen.

Nu, voorzitter, vandaag moet ik hier een spoedwet bespreken terwijl wij nauwelijks de tijd en de gelegenheid hebben gekregen om haar zorgvuldig te toetsen. Het lijkt alsof het kabinet wil dat wij vooral niet te lang naar het voorstel kijken. Nu of nooit! Een wet die gepaard ging met mooie aanbiedingen. Elke fractie kon in ruil voor steun aan deze wet cadeautjes ontvangen. Politieke koehandel, matchfixing als vlucht naar voren. De heer Janssen wees daar ook al op.

Gisteravond laat ontvingen wij pas de nota naar aanleiding van het eindverslag en natuurlijk werden vragen, als gevolg van al die spoed, niet of niet naar tevredenheid beantwoord. Bij de spoed die de minister meent te kunnen stellen, hoort kennelijk ook dat wij pas vannacht zijn overvallen met haar brief, die zij ook al dagen eerder had kunnen zenden. En waarom, zou mijn vraag aan de minister zijn, ontvingen wij die brief pas vannacht? En dan gaat het nota bene om een zogeheten spoedwet waar geen enkele spoed aan zit. Een spoedwet die ik hierna als "Spookwet drie keer niks" zal aanduiden.

Is dit de zorgvuldigheid die je verwacht in een chambre de réflexion? Ik sta hier, bij de eerste debatkennismaking met u als collega-senatoren, een beetje ontgoocheld op het spreekgestoelte. De matchfixing door het kabinet-Rutte heeft mij alvast een illusie armer gemaakt. Ik dacht dat het hier zou gaan om een zorgvuldige toetsing op het gebied van rechtmatigheid en uitvoerbaarheid.

Voorzitter. Het is ook mijn eerste kennismaking met de minister van LNV. Zij zit daar manmoedig — of is het tegenwoordig vrouwmoedig of mensmoedig? Moedig moet zij wel zijn, want je zult maar coördinerend minister zijn voor de PAS en de stikstofproblematiek. Wat een ramp, die PAS, en de onwaarachtige houding van voorgaande ministers, die deden of het allemaal juridisch klopte, terwijl zij beter wisten. En nu moet deze minister komen met iets dat wél de juridische stormram van de milieuorganisaties kan doorstaan, met een regeling die ook genade kan vinden in de ogen van de Raad van State.

In de memorie van toelichting bij de Spookwet drie keer niks sprak de regering nog met veel aplomb over de invoering van een landelijke drempelwaarde: een juridisch uiterst wankele PAS-partout als je niet de maatregelen neemt die de Raad van State verlangt. Kennelijk is de angst voor een nieuw juridisch debacle op het ministerie toegeslagen, want vannacht kregen we ineens te horen dat daarvan is afgezien en dat men eerst "op zoek gaat" naar de mogelijkheid om met een regionale drempelwaarde te gaan werken. Daarmee is de angel uit het ontwerp. Maar is de samenleving daarmee geholpen? Kunnen bouwplannen nu de komende jaren weer wel uitgevoerd worden? Daar ging het toch om, met deze Spookwet drie keer niks?

De weg die de minister had moeten bewandelen om de samenleving echt te helpen, is door de Raad van State geplaveid. Herstel de natuurgebieden zo snel mogelijk. Handen uit de mouwen om de verplichtingen die uit de Habitatrichtlijn voortvloeien daadwerkelijk na te komen. Maar dat doet de minister niet. Dus moet de zogenaamde spoedwet worden uitgekleed om een nieuw juridisch debacle te voorkomen.

Dit kabinet van niet-gelijkgestemden heeft gemeend tijd te moeten kopen, te doen alsof er oplossingen geboden worden, maar is de facto gekomen met een fake-wet die in elkaar geflanst is door decorbouwers — schone schijn zonder juridische substantie.

Voorzitter. Als advocaat en docent bestuursrecht vind ik het ronduit ontluisterend dat een wet van dit niveau door dit huis kan worden aangenomen. Nooit had ik kunnen denken dat ik mijn maidenspeech in dit huis zou moeten houden in een debat over een spookwet die ook nog eens gefixt is.

Voorzitter. Waarom heeft de regering nog geen plan ingediend met concrete maatregelen die tot herstel van de natuurgebieden leiden, in plaats van vage toezeggingen over een budget voor zulke maatregelen? In de brief van vannacht wordt weer loze taal gebruikt: "Het kabinet kiest voor een robuuster en realistisch natuurbeleid. Hierbij houdt het kabinet het huidige beleid kritisch tegen het licht". "Ik ga samen met de provincies bekijken hoe de uitvoering van het natuurbeleid kan worden verbeterd", meldt de minister trots. Is dat alles?

Waarom heeft de regering aan de Spookwet drie keer niks niet een regeling verbonden die de mogelijkheid biedt om boeren op een fatsoenlijke manier uit te kopen? De regeling voor de sanering van de varkenshouderij — de heer Pijlman sprak er al over — is niet zo'n regeling. Als men die regeling opslaat en niet alleen kijkt naar wat er in de briefwisselingen over geschreven wordt, dan ziet men dat die regeling alleen van toepassing is in bepaalde gebieden en alleen bij een te hoge geurscore — ook alweer zo'n bureaucratisch begrip waar de heer Pijlman het over had. Het is dus niet een algemene regeling die voorziet in een inkrimping van de veestapel. Ik had gehoopt dat D66 hier ook daarvoor zou pleiten, maar ook dat is kennelijk gefixt.

Voorzitter. Met maatregelen als inkrimping van de veestapel op basis van een fatsoenlijke regeling zou het wel mogelijk zijn om een juridisch houdbare drempelwaarderegeling in te voeren waarop bouwend en ondernemend Nederland zit te wachten. Ik kom nu ook op de bijdrage van mevrouw Prins, want daarmee kan je ook sneller aan de slag dan met een bureaucratisch stikstofregistratiesysteem. Ik moet zeggen dat ik heel erg geschrokken ben van wat de heer Pijlman aan ons heeft voorgelezen over de bureaucratie waar de boeren mee te maken krijgen. Als er wel zo'n goede regeling komt voor de boeren, dan krijgen de boeren de zekerheid van een warme sanering en niet het gevoel dat zij door de samenleving, de bank en de boerenpartijen in de steek worden gelaten. Als die weg gevolgd wordt, zien de bezorgde burgers die voor hun kinderen en kleinkinderen een leefbaar milieu wensen, dat er stappen worden gezet in de goede richting.

Voorzitter. Met de PAS op de plaats die de minister nu maakt blijven bouwers, boeren en burgers in de kou staan. Inderdaad, drie keer niks is de boodschap van deze zogenaamde spoedwet. De manmoedige houding die we van deze minister mochten verwachten, is verpieterd tot de moed der wanhoop. Ze lijkt vermalen in de belangenstrijd in een regering die zegt geld over te hebben, maar niet bereid blijkt tot de structurele en ingrijpende maatregelen waaraan de volgende regering toch niet zal kunnen ontkomen. Maar wie dan leeft, wie dan zorgt.

Voorzitter. De beslissingen over natuurherstel worden getraineerd. De beslissing over de drempelwaarderegeling blijft in de lucht hangen. Hoe we moeten omgaan met de projecten die sinds de uitspraak van de Raad van State illegaal zijn voortgezet, moeten we nog te horen krijgen. Het wachten is op adviezen van de commissie onder leiding van superbrandweerman Remkes, maar die heeft het ook druk met het blussen van andere brandjes. Wat heeft de minister de bouwers eigenlijk te bieden? Het staat vast dat in het westen alle bouwprojecten helemaal nog niet vlot getrokken kunnen worden met het zogeheten stikstofregistratiesysteem.

"Met name in de kustregio zullen mogelijkerwijs sneller grenzen bereikt worden, gegeven de grote woningbouwvraag en de beperkte ruimte die er is voor aanvullende stikstofdepositie op de kwetsbare natuur", meldt de minister in antwoord op mijn vragen. Dat antwoord kon ik vannacht lezen. Dat is ook niet moeilijk te begrijpen, want veevoermaatregelen en sanering van varkenshouderijen leveren natuurlijk niet voldoende depositieruimte op in het westen van Nederland. Het kleine beetje ruimte dat gerealiseerd wordt met de Spookwet drie keer niks zal bovendien eerst gebruikt moeten worden om de maar liefst 3.637 illegale projecten die zijn doorgezet na de uitspraak van de Raad van State, te legaliseren.

Bouwers, boeren en burgers, ze worden het ten dode opgeschreven bos ingestuurd met een gebrekkige wet en een onzinnig depositieregistratiesysteem dat het komende jaar, dus tot de volgende verkiezingen voor de Tweede Kamer, niet oplevert wat men nodig heeft. Ik ben benieuwd wie van de collega-senatoren die voor deze wet stemmen naar eer en geweten zal kunnen zeggen dat hij de Spookwet drie keer niks zorgvuldig op rechtmatigheid, kwaliteit en uitvoerbaarheid heeft getoetst, zoals van leden van dit huis verwacht mag worden.

Voorzitter. I had a dream! Vannacht had ik een droom. Ik huppelde als 6-jarig jongetje samen met een meisje door de wei. Ik weet haar naam nog: Ellen Vee. Het was een echte weide zoals ik hem gekend heb, toen ik hand in hand met mijn tweelingzusje tussen de bloemen, bijen, vliegen en koeienvlaaien rondsprong. Nu liep ik hand in hand met dat meisje. We hadden veel gemeen; allebei trokken we partij voor de dieren. We ademden diep in, daar in die echte natuur. Alleen gezonde lucht! Hoe blij huppelde ik daar. Maar mijn dartele sprongen vertraagden toen het tot mij doordrong dat mijn dieren een stuk gelukkiger en langer leefden dan die van het meisje. De droom die zo idyllisch begon, raakte steeds meer verstoord. Ineens schrok ik wakker toen heel laag een bulderend vliegtuig overkwam. En toen ik goed keek naar de horizon, waar ik dacht prachtige bossen te ontwaren, bleken het bouwkranen van protesterende bouwbedrijven te zijn. En beelden van boerentractors die door de winkelstraten van Den Haag raasden, drongen zich op. En dan ook nog, voor lijk liggende milieuactivisten die kruispunten blokkeerden.

Ja, voorzitter. Als de regering met een spookwet komt die drie keer niks oplost, structurele ingrepen uit de weg gaat en bouwers met de ellende laat zitten, boeren geen uitzicht op een oplossing geeft en burgers die opkomen voor een leefbare planeet voor hun kinderen en kleinkinderen, in de kou laat staan, is het dan raar dat de samenleving zich in de steek gelaten voelt en er zich taferelen gaan voordoen waar je liever niet over droomt? Is het dan niet begrijpelijk dat klimaatmarsen plaatsvinden om de weg te wijzen die moet worden begaan?

Naast spookwetten kennen we ook spookrijders. De opiniepeilingen laten al zien dat de spookrijders van deze regering — ook als ze maar 100 km/u rijden — worden afgerekend op hun onwijze beslissingen en hun grenzeloze besluiteloosheid. De Partij voor de Dieren pretendeert niet de wijsheid in pacht te hebben en stelt de uil van Minerva niet tegenover de afgod Transitie. Ja, er is een transitie nodig. Dat is iets wat boeren, burgers en buitenlui op hun klompen kunnen aanvoelen. Die transitie heeft niets te maken met klimaatgekte, maar met het besef dat een transitie die zich na de Tweede Wereldoorlog heeft voorgedaan, moet worden teruggedraaid. Een economisch systeem en een cultuur van de mens als dikke ik die zich boven de andere zoogdieren en de levende natuur meende te mogen stellen, hebben ertoe geleid dat de natuurlijke weiden en bossen met hun biodiversiteit die ik als kind nog gekend heb, in enkele decennia tot levenloze raaigraswoestijnen en kwijnende bossen getransformeerd zijn.

Voorzitter. Het is geen tijd voor dromen, maar voor ingrijpende en structurele maatregelen. De fabeltjeskrant is uit, de uil is gevlogen bij gebrek aan een natuurlijk landschap. Een Spookwet drie keer niks en een brief van de minister vol loze en boterzachte plannen is in de ogen van de Partij voor de Dieren een weglopen voor de verantwoordelijkheid die de regering tegenover bouwers, boeren en burgers behoort te nemen en een gemiste kans om iets aan de leefbaarheid voor onze kinderen en kleinkinderen en alle andere levende natuur te doen.

Ik roep het kabinet op liever ten halve te keren dan ten hele te dwalen, maar ik vrees dat deze oproep aan dovemansoren gericht zal zijn, nu het kabinet vooral gericht lijkt op het eigen overleven, ten koste van het overleven van dieren, natuur en milieu en komende generaties.

Voorzitter. Laten we hopen dat de komende verkiezingen zullen leiden tot minder matchfixing en meer idealen!

Ik dank u wel.

De voorzitter:

Meneer Nicolaï, van harte gelukgewenst met uw maidenspeech. Staat u mij toe om iets van uw achtergrond te schetsen.

Na uw studie Nederlands recht aan de Universiteit van Amsterdam promoveerde u aan dezelfde universiteit in het Bestuursprocesrecht. Intussen was u al aan de slag als docent en later universitair hoofddocent Bestuursrecht, hetgeen u bent gebleven tot 2018. U stond aan de wieg van de studierichting Milieurecht aan de Universiteit van Amsterdam. Van 1989 tot 2004 was u tevens hoogleraar Publiekrecht aan de Open Universiteit.

Sinds 1985 bent u advocaat. De laatste vijftien jaar heeft u uw eigen kantoor. U kreeg naamsbekendheid als advocaat van journalist Willem Oltmans en later van prinses Margarita en Edwin de Roy van Zuydewijn.

Aan uw levensloop valt op dat u zich nooit tot één beroep bepaald heeft. Zo was u freelancejournalist voor Vrij Nederland, De Groene Amsterdammer, de VPRO en De Nieuwe Linie, én bent u uitgever van uw eigen fotoboeken.

Als voorzitter van de Willem Oltmans Stichting zet u zich in voor het uitgeven van de dagboeken van Oltmans en het uitreiken van de Willem Oltmansprijs voor onafhankelijke journalistiek.

Bij de Stichting Fondo Desaroyo Aruba bent u betrokken geweest bij het ontwerpen van wetgeving voor het land Aruba. U adviseerde bij de modernisering van de arbeidswetgeving en een landsverordening Algemene regels van bestuursrecht.

Sinds de zaak Oltmans, zo vertelde u enkele jaren geleden, weet u hoe kwetsbaar staatsburgers kunnen zijn. En dat ze beschermd moeten worden tegen de, ik citeer: "ongebreidelde macht van de overheid". Ik stel mij zo voor dat dit ook uw motivatie is geweest om de overstap te maken naar de politiek. Sinds 11 juni bent u lid van de Eerste Kamer namens de Partij voor de Dieren.

U zei eens dat uw proefschrift ging over, en ik citeer opnieuw: "de beginselen van behoorlijk bestuur. Daar zit bestuur in, beleid en politiek, maar ook recht en moraal. Waar dat samenkomt, daar ligt voor mij als wetenschapper en advocaat mijn grootste interesse". Dezelfde invalshoeken komen samen in de Eerste Kamer. Aan uw curriculum vitae kunt u nu ook het beroep van parlementariër toevoegen.

Nogmaals van harte welkom en we kijken uit naar uw verdere inbrengen.

Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken zodat de leden u en mevrouw Prins-Modderaar kunnen feliciteren. Ik verzoek u, meneer Nicolaï, en mevrouw Prins zich op te stellen voor het rostrum voor de felicitaties, waarbij ik u als Voorzitter graag als eerste feliciteer.

De heer Nicolaï (PvdD):

Dank u wel.