Plenair Van Apeldoorn bij stemming Begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2020



Verslag van de vergadering van 17 december 2019 (2019/2020 nr. 14)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 20.06 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Voorzitter. Eerst over de Onderwijsbegroting. Politiek is keuzes maken. Dit kabinet kiest ervoor de grote structurele problemen in het onderwijs niet structureel aan te pakken, hoewel daar genoeg financiële ruimte voor is, of vrij voor te maken zou zijn. De regering laat dat na en verlaagt bijvoorbeeld liever de belastingen voor multinationals nog verder dan dat zij de salarissen van onze onderwijzers verhoogt. Het kabinet kiest liever voor een begrotingsoverschot dan voor het wegwerken van het almaar oplopende lerarentekort. De kwaliteit van ons onderwijs is het kind van de rekening. Wij kunnen daarom niet anders dan tegen deze begroting stemmen. Mochten genoeg andere fracties dat zo dadelijk ook doen, dan betekent dat helemaal niet, zoals wij gisteren hoorden, dat er nog minder geld naar onderwijs gaat. Nee, dan moet de regering als de wiedeweerga met iets beters komen.

Dan de motie-Vendrik onder letter D. Wij steunen het doel van deze motie, namelijk structureel geld vrijmaken om de structurele problemen in het onderwijs aan te pakken, maar wij steunen niet de weg die daarvoor in de motie is gekozen. Wat ons betreft is dat een doodlopende weg. Het is de taak van deze Kamer om als medewetgever een positie in te nemen tegenover de regering. Als wij in deze Kamer vinden dat er meer geld bij moet, en wij de thans voorliggende begroting onvoldoende vinden, dan is het aan ons om aan de regering te kennen te geven dat dit zo is en op basis daarvan te handelen. Het is naar onze opvatting niet onze taak als Eerste Kamer — dat vinden wij staatsrechtelijk ook een wat vreemde figuur om eerlijk te zijn — om nu uit te spreken wat het volgende kabinet zou moeten gaan doen. Wij spreken liever dit kabinet aan op wat dit kabinet nu moet doen. Daarom stemmen wij tegen deze motie.

De beide moties van mevrouw Vos steunen wij van harte.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Bikker.