Plenair Schalk bij behandeling Meer ruimte voor nieuwe scholen



Verslag van de vergadering van 12 mei 2020 (2019/2020 nr. 26)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.42 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Ooit stond ik als schoolmeester, directeur van een school, bij het schoolbord met een jochie van een jaar of 9, 10 naast mij. Hij vertrouwde mij toe dat hij op onze school wilde komen, omdat op zijn vorige school zijn enige vriend de prullenbak was. Dat is natuurlijk een trieste opmerking. Hij moest altijd voorin de klas zitten, omdat hij misschien wat ADHD-achtig was. Het was een reformatorische school en zijn ouders deden nergens aan, zoals ze dan zeggen, oftewel ze hadden geen christelijke achtergrond. Maar dat jochie was natuurlijk zeer welkom. Ooit was ik voorzitter van een schoolbestuur in een plaats met 25 of 28 basisscholen. Daar was een wat strikter toelatingsbeleid dan op die eerste school. In beide gevallen heb ik geen enkel probleem ontmoet. Dat is de kracht van artikel 23.

Voorzitter. Ik heb een paar vragen die ik nog niet beantwoord had gekregen van de minister. Ik had gevraagd of er eigenlijk een soort stapeling is bij de wet over toekomstig onderwijsaanbod en de samenwerkingsschool, en of die samenwerkingsschool daadwerkelijk ook al werkt. Daar zouden we nog een keer een terugkoppeling van krijgen.

Vervolgens heb ik nog de opmerking dat ik het goed vond dat de minister duidelijk heeft gemaakt dat de zienswijze die een gemeente kan doen bij een school niet betekent dat die gemeente zich mag bemoeien met de inhoud van het onderwijs; dat is echt aan de inspectie.

Ik zou het fijn vinden als de minister nog even ingaat op het stukje debat dat we zojuist hebben gevoerd over segregatie. Is het nou wel of niet zo dat de nieuwe wet zoals die voorligt meer mogelijkheden biedt om segregatie al dan niet aan te pakken?

Mijn laatste opmerking is dat ik het heel belangrijk vond dat de minister duidelijk heeft gemaakt dat deze wet geen voorschot neemt op het toegankelijkheidsvraagstuk. Als dat wel het geval zou zijn, wordt het heel lastig voor mijn fractie om dit wetsvoorstel te steunen. Nu dat niet aan de orde is, zal mijn fractie steun verlenen aan dit wetsontwerp, vooral omdat dit een ruimere toepassing van artikel 23, de vrijheid van onderwijs, bewerkstelligt. Waarom is dat nou eigenlijk zo belangrijk? Misschien wel onder andere door die zeer gepassioneerde opmerking van de minister aan het begin van zijn betoog, die ik onmiddellijk heb opgeschreven. Het ging over de vraag waarom we onderwijsvrijheid hebben. Dat is omdat ouders verantwoordelijk zijn voor het kostbaarste geschenk dat ze hebben gekregen, namelijk hun kinderen. Die willen wij zo goed mogelijk onderwijs bieden, nu en in de toekomst.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schalk. Dan is het woord aan de heer Pijlman.