Plenair Pouw-Verweij bij voortzetting behandeling Wijziging van de Participatiewet en enige andere wetten



Verslag van de vergadering van 26 mei 2020 (2019/2020 nr. 28)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.56 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Pouw-Verweij i (FvD):

Dank u, voorzitter. Allereerst wil ik de staatssecretaris bedanken voor haar uitgebreide reactie. Het is heel fijn hoe zij de tijd neemt om uitgebreid uitleg aan ons te geven. Zij heeft voor mij de nodige dingen verhelderd.

Ik denk echter dat wij over één punt van mening blijven verschillen. Dat is wellicht ook meteen het meest essentiële punt, dat zojuist al werd genoemd, namelijk de aard van dit debat. Ik snap dat de staatssecretaris het vanuit een juridisch oogpunt benadert, maar voor mijn fractie ligt dit anders. Waar dit bij de eerste oogopslag een simpele juridische vraag lijkt, is het in onze ogen een kwestie met diepe consequenties. Ik heb in de eerste termijn geprobeerd duidelijk te maken waarom wij het zorgdragen voor familieleden — trouwens ook voor niet-familieleden — zo ontzettend belangrijk vinden, te midden van alle bezuinigingen in de zorg. Mijn fractie vindt het ontzettend belangrijk — dit is een van de kernpunten van ons programma op het gebied van zorg — om mantelzorg of zorgdragen voor elkaar in andere constructies aan te moedigen. Voor ons is dit dus wel degelijk een ideologisch debat en niet enkel een juridisch debat.

Daarnaast heb ik er begrip voor dat de staatssecretaris probeert het debat in te perken tot de Participatiewet. Ergens voelt het ook een beetje oneerlijk om de staatssecretaris van SZW aan te spreken op beleid dat bij VWS gemaakt wordt. Die twee lijken hier een beetje door elkaar te lopen. Onze vraag zou eigenlijk zijn: is er geen constructie mogelijk waarin de vangnetfunctie van de uitkering behouden wordt en er toch geen financiële achteruitgang plaatsvindt bij de groep waarover het gaat? Deze wet wordt niet aangepast om te bezuinigen, dus waarom komt dit bedrag niet in een potje voor mantelzorgers terecht, zodat het ook nog bij de betrokkenen terecht kan komen? Dat zou een samenwerking met VWS vereisen, dat snap ik, maar dat is in onze ogen een verantwoordelijkheid die het kabinet samen draagt.

Zoals de wet nu geformuleerd is, gaat deze te sterk in tegen onze standpunten over mantelzorg. Wij zouden de staatssecretaris dus met klem willen verzoeken om op zoek te gaan naar een oplossing in samenwerking met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Pouw. Dan is het woord aan de heer Ester.