Plenair Crone bij Interpellatie-Kox, gericht tot de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over de uitvoering van de motie-Kox c.s. over een tijdelijke huurstop voor zowel de sociale sector als de vrije sector



Verslag van de vergadering van 2 juni 2020 (2019/2020 nr. 29)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 18.22 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Crone i (PvdA):

Voorzitter, dank u wel. Ook aan de minister oprecht dank dat ze allemaal dingen op gang heeft gebracht en helpt op gang te brengen, om de problemen onder ogen te zien en op te lossen. Maar ik ben toch nog een beetje teleurgesteld, want er zit nog te veel vrijwilligheid in. Ik hoor toch ook een beetje de ondertoon dat het misschien wel meevalt. De minister heeft namelijk ook gezegd: ik moet in augustus nog zien of het zo erg is en ik krijg maar weinig meldingen. Ik denk dat dat een ontkenning is van de ernst van de problematiek, al is dat zo dankzij het kabinet. Want dankzij het kabinet hebben nu natuurlijk veel mensen nog inkomensondersteuning. Die wordt nu al minder: de partnertoets komt erbij. Maar er zullen nu ook veel mensen werkloos gaan worden. Dit heeft wel degelijk ook met de coronacrisis te maken, want er zijn nu mensen die door de coronacrisis werkloos worden. Dat verergert dus de problemen die er al waren of maakt die zichtbaarder.

Er is dus in mijn fractie echt de grotere vrees dat het niet beheersbaar is als we niet toch extra dingen doen. Daarom is er geen tijd te verliezen. Augustus is te laat. De Miljoenennota is te laat, nog los van het argument dat we dat instrument dan niet meer in de kist hebben.

Twee. Ik prijs de minister ook dat zij met ons ziet dat de markt hier eigenlijk hartstikke goed functioneert. De markt functioneert hartstikke goed, want de verhuurders kunnen vragen wat ze willen. Daarom kunnen veel mensen ook niet weg. Daardoor functioneert de markt natuurlijk niet goed, want echte marktwerking betekent: ik huur een huis, en ben ik ontevreden of is de huur te hoog, dan ga ik naar een ander huis. Dat kan hier niet door de krapte op de markt. De markt moet dus in balans gebracht worden door een sterke overheid. Dat wil de minister, denk ik, net niet genoeg doen, maar aan de andere kant weer wel.

Daar heb ik twee vragen over. De minister komt nu met de aankondiging van de wet tijdelijke huurkorting. Dat is nog maar een aankondiging, maar ik vind het een hele belangrijke stap vooruit dat de minister zegt: ik ga in deze markt een instrument inzetten om de balans tussen huurders en verhuurders te versterken en om de huurders te beschermen. Ik zou dus tegen de minister willen zeggen: we helpen u, want van de meerderheid van ons mag het nu al. Principieel zitten we dus op dezelfde lijn: u moet hier een correctie op de markt aanbrengen.

Dat moet niet ten nadele gaan van de goedwillende verhuurders. Die doen het namelijk al. Dat is het voordeel van wat u al heeft gedaan. U heeft maximaal vrijwilligheid en medewerking gemobiliseerd. Maar door nu niet de laatste stap te zetten, beloont u in feite de slechtwillende verhuurders. Die ken ik, want mijn kinderen hebben allemaal vrienden en vriendinnen die allemaal weer 5% of meer extra moeten betalen. Zij kunnen die flat niet uit. En een van de twee partners daarvan heeft nu wel minder inkomen als zzp'er of wordt werkloos. Die mensen kunnen dus nergens naartoe, want dan moeten ze nog meer huur betalen. U bent dus bereid om de markt te corrigeren, alleen ik zou zeggen: doe het nu.

We hebben inderdaad gezegd dat we flexibel zijn. 0% is het duurst. Dat kost 400 miljoen. Nee, want dan is er ook minder huursubsidie nodig. Laten we dan dus ook eerlijk zijn: tegenover de last van 400 miljoen staat ook minder huursubsidie. De heer Van der Burg knikt; daar ben ik altijd heel blij mee. Laten we het dus eerlijk doen. Laten we eerlijk zeggen wat het kost en wat niet. Daarom hebben we ook gezegd dat er varianten denkbaar zijn. Doe dan 1% in plaats van 0%. Of doe het voor een jaar en laat het daarna herleven. Dat is nou de kracht van de wet op de huurkorting, die nog moet komen.

De voorzitter:

Meneer Crone, ik moet voor iedereen een beetje dezelfde spreektijd aanhouden. U bent ruim over uw spreektijd van twee minuten heen.

De heer Crone (PvdA):

Ik rond het af, voorzitter.

De huurkorting is voor één jaar. Die kan daarna weer herleven. Dan is het niet structureel. We kunnen naar de scheefwoners kijken. We kunnen een maximumhuur opleggen. Neem dit dus mee naar het kabinet. Dan houden we de motie een week aan, want anders stemmen we er volgende week over. Er zijn allerlei varianten denkbaar. Dan komt de Ollongrenkorting er misschien toch. Laten we die dan zo noemen: de Kajsakorting of de Ollongrenkorting.

De voorzitter:

De motie hoeft niet te worden aangehouden om te bereiken dat we er volgende week over stemmen. Het is namelijk gebruikelijk om er een week later over te stemmen, tenzij de Kamer besluit om dat eerder te doen. Maar in ieder geval dank voor de suggestie. Ik begrijp dat u nog wat wilt opmerken, meneer Crone, maar u was helaas al aan het eind van uw spreektijd. De motie hoeft niet te worden aangehouden. Die wordt volgende week in stemming gebracht, tenzij de Kamer anders beslist. Dat is een observatie mijnerzijds.

Dan wordt nu het spreekgestoelte gereinigd. Daarna is het woord aan de heer Schalk.