Plenair Backer bij voortzetting Algemene Europese Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 3 november 2020 (2020/2021 nr. 8)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.56 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Backer i (D66):

Voorzitter, dank u wel. Dank aan de minister voor zijn beantwoording. Ik heb respect voor zijn uithoudingsvermogen, omdat hij eigenlijk non-stop in twee Kamers debatten voert.

Voorzitter. Gisteren werd in alle Franse klaslokalen de brief van Jean Jaurès aan de onderwijzers voorgelezen. Dat is om twee redenen symbolisch. Jean Jaurès was zelf onderwijzer. We spreken over de tijd rond 1900 toen hij als leider van de socialisten werd vermoord door een nationalist. Hij was een verdediger van Dreyfuss. Hij was fel tegen de Eerste Wereldoorlog en werd vermoord op 31 juli 1914, door een nationalist die later ook nog werd vrijgesproken. Kortom, het nationalisme is er altijd geweest en zal er ook altijd zijn. Hij pleitte ervoor dat onderwijzers hun leerlingen zouden opvoeden op een beschavingsniveau dat zich verheft boven egoïsme en onverschilligheid.

En dan ben ik ook eigenlijk weer bij mijn inbreng in de eerste termijn: wij zouden groter moeten denken en meer deugden moeten nastreven dan alleen soberheid.

Ik zou daar ook bij willen bepleiten — dat komt in het debat toch af en toe langs — dat wij proberen ons in te leven in andere landen. Het is niet voor niets dat grote Italiaanse bedrijven holdings op de Zuidas hebben. Dat is omdat wij hier een gunstig fiscaal klimaat hebben. En het is ook niet voor niets dat de Italianen een heel grote private spaarrekening hebben, terwijl de Nederlanders grote private schulden hebben. Ik denk dat het goed is dat wij af en toe andere kanten belichten.

Collega Van Apeldoorn herinnerde mij aan het punt van de democratie, waar ik hem dankbaar voor ben. Natuurlijk moeten wij daarover spreken. Als er één fractie is die daar kritisch over is in Europa, dan is het onze fractie. Niettemin is het toch een streven om dat steeds te willen verbeteren. En er zijn voortdurend verbeterpunten. Een van die verbeterpunten, collega Koole sprak daar ook over, is de communicatie. Hij bracht terecht dat punt aan, niet om te communiceren dat iedereen pro Europa zou moeten, maar om de kritische analyse te kunnen ontwikkelen. Dat is belangrijk. Ik maakte in de eerste termijn een opmerking over Arjen Lubach, maar hij had wel een punt. Er is heel weinig publieke ruimte, een publieke mediaruimte waar wij in Europa met elkaar over spreken. Dan moeten wij naar internationale kranten, maar dat zijn geen Europese kranten. Ik steun dan ook de motie van de heer Koole om aan die communicatie iets te doen in het kader van het congres over de toekomst.

Dan moet ik mij nu haasten, want ik begrijp dat de tijd doorloopt. Ik kom bij de motie die ik zou willen indienen op het punt van de zorg. Wij zijn niet voor een verandering van bevoegdheden, maar louter voor een pragmatische aanpak. Ik moet nu de motie voorlezen, begrijp ik.

De voorzitter:

Heel graag.

De heer Backer (D66):

Dat zal ik bij dezen doen.

De voorzitter:

Door de leden Backer, Bredenoord en Gerbrandy wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat pandemische virussen zich niet aan landgrenzen houden en dat inwoners van de Europese Unie baat hebben bij gezamenlijk optreden;

constaterende dat gezondheidszorg is voorbehouden aan de lidstaten;

overwegende dat ter bevordering van volksgezondheid ("public health") Europese coördinatie nuttig en mogelijk is betreffende preventieve maatregelen zoals gezamenlijke inkoop, uitwisseling van expertise en vaccinatie;

verzoekt de regering te bevorderen dat de Europese Unie haar rol ten behoeve van "public health" versterkt en te onderzoeken hoe de Europese Unie coördinatie en samenwerking betreffende "public health" vorm kan geven, en over de resultaten de Kamer te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter E (35403).

De heer Backer (D66):

Voorzitter. Dan kom ik bij het punt van netto-netto. Wij hebben het over de uitbetaling van netto gehad. De minister is er maar heel geserreerd op teruggekomen. Ik ga dat nu niet uitdiepen, maar ik wil toch even spreken over de retourbetalingen aan Nederland. De minister liep niet warm voor het doen van een onderzoek. Ik denk toch dat het ontzettend belangrijk is voor de afweging en voor de communicatie daarover om dat wel te doen. Op dit punt heb ik een motie opgesteld, die ik met uw welnemen zal voorlezen.

De voorzitter:

Ga uw gang.

De heer Backer (D66):

Dank u.

De voorzitter:

Door de leden Backer, Knapen, Gerbrandy, Vendrik, Moonen en Koole wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in het afwegingskader bij beslissingen over de koers van Nederland in de EU de kosten en baten van het Nederlandse lidmaatschap van de Europese Unie een zeer relevante factor zijn gebleken;

overwegende dat het laatste onderzoek dat daarnaar is uitgevoerd door het CPB dateert uit 2009;

constaterende dat de Algemene Rekenkamer recent opmerkte dat het onderzoek naar de feitelijke onderbouwing van het profijt van het lidmaatschap een constructieve bijdrage zou kunnen leveren aan de discussie, beleidsontwikkeling en afweging van beleid;

spreekt uit dat het inzicht naar kosten en baten geactualiseerd dient te worden en, voortbouwend op de suggestie van de Algemene Rekenkamer, zich niet zou moeten beperken tot de zogenaamde netto-nettodiscussie, maar moet worden verbreed en verdiept naar het profijt vanuit het brede welvaartsbegrip op het niveau van de Nederlandse burger, ondernemingen en opbrengsten voor de rijksbegroting;

verzoekt de regering om opdracht te geven aan een of meerdere wettelijke adviesorganen (ten minste CPB en CBS) om dit onderzoek op korte termijn te entameren, en over de resultaten niet later dan 1 maart 2021 aan deze Kamer te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter F (35403).

De heer Backer (D66):

Voorzitter. Ik zit in blessuretijd, maar soms wordt er in blessuretijd nog gescoord. Ik ben niet uit op scoren. Ik wilde afronden met de minister wijsheid wensen bij de komende discussies met zijn collega's in het kabinet in deze heel moeilijke periode van de pandemie, waar belangrijke verantwoordelijkheden ook op uw schouders rusten, en met zijn collega's in Europa, ook over dit onderwerp en over het vervolg van de beslissingen op de Europese top in juli.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Backer. Dan geef ik het woord aan de heer Knapen, die zal spreken namens de fractie van het CDA.