Plenair Schalk bij Voortzetting Algemene financiële beschouwingen



Verslag van de vergadering van 17 november 2020 (2020/2021 nr. 10)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.41 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Dank u, voorzitter. Geld moet rollen. Zo luidt de oude spreuk uit de oude tijd toen we nog daadwerkelijk met klinkende munt moesten betalen. Die tijd is voorbij. De meeste mensen hebben geen cent meer op zak. Maar geld is nog steeds belangrijk. In de politiek draait het ook vaak om geld. Niet voor niets zijn er naast Algemene Politieke Beschouwingen ook nog eens Algemene Financiële Beschouwingen, zelfs in dit huis van reflectie.

Laten we nu ook reflecteren en wel op hetgeen zich momenteel afspeelt. In Nederland en wereldwijd worden we geconfronteerd met een pandemie. Het COVID-19-virus waart nog steeds rond en dat proberen we uit alle macht aan te pakken. We doen dat op verschillende manieren. We doen dat met kennis en wetenschap, om te begrijpen wat er precies gebeurt, we doen dat met macht een maatregelen, om in te grijpen op de uitbraak en we doen het met geld en goederen, om de schade te beperken. Dat is allemaal prima, maar wat mijn fractie betreft zou de reflectie nog wat dieper moeten gaan. Realiseren we ons dat we maar nietige mensen zijn, geveld door een miniem klein virus? Hebben wij er oog voor dat ons hele maakbare bestaan plotseling op losse schroeven kwam te staan? Zijn we ons ervan bewust dat we in ons doen en laten, ons zwoegen en strijden tegen het virus, ook zeer afhankelijk zijn van God, die alle dingen regeert?

Ik refereer hier regelmatig aan de Bijbel, het anker van mijn leven. Daarin staan heel mooie dingen, maar soms ook heel rake dingen, woorden die pijn doen, die schuren met onze pogingen om het allemaal zelf uit te maken. Ik noem een voorbeeld uit de Psalmen. Bij de Algemene Politieke Beschouwingen citeerde ik een gezang, nu een psalm. Daarin staat: wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen, maar die op Hem betrouwt, op Hem alleen, ziet zich omringd met Zijn weldadigheden. Het zijn oude woorden, maar ze hebben wijsheid en waarheid in zich. Ik ben ervan overtuigd dat we ons tot God moeten wenden en daarnaast moeten doen wat onze hand vindt om te doen: bid en werk.

Bij dat werk hoort ook het geld. Dat wordt grif uitgegeven, aan allerlei zaken die in het publieke domein van belang zijn. Dit jaar werden er ook nog eens miljarden uitgetrokken om de gevolgen van de coronacrisis op te vangen. Gelukkig maar, anders was de economische schade niet te overzien geweest. Al die extra uitgegeven miljarden zijn op zichzelf dan ook niet verkeerd, maar ze leiden wel tot enorme schulden. We zien het in de cijfers. In 2025 zou de staatsschuld ongeveer 67% van het bbp bedragen, zonder tweede golf. Maar we zitten inmiddels al ver in de tweede golf. Het Centraal Planbureau verwacht nu een schuld van 84% in 2025 als het bij een tweede golf blijft, maar wellicht komt er nog een derde of een vierde golf. Dan ligt een schuldquote van 90% in het verschiet.

Voorzitter. Begrotingsdiscipline is nodig als het goed gaat met de economie, maar juist ook als het minder gaat. Kan de minister ingaan op de klap voor de overheidsfinanciën bij een nog langer durende coronapandemie? Is er niet een soort stresstest van de begroting nodig, waar ook de Raad van State al op heeft gewezen?

Voorzitter. De gevolgen van de crisis op de overheidsfinanciën zijn groot. De minister heeft het blijkbaar druk gehad met KLM, want hij gebruikte aan het begin van de pandemie al de metafoor dat we onze stoelriemen vast zouden moeten maken, omdat er veel geld uitgegeven zou gaan worden. Even voor de zekerheid: ik hoop dat de minister de stoelriemen nog steeds vast heeft en niet achterover is gaan leunen. De overheidsfinanciën zitten namelijk nog steeds in zwaar weer en we hebben met vrij veel turbulentie te maken. Kan de minister aangeven wanneer we de daling gaan inzetten? Daar is nu toch ook perspectief voor nodig, zodat we de schuld die we opbouwen beheersbaar houden? Ik verwijs daarbij ook graag naar een motie van Van der Staaij, die in de Tweede Kamer is aangenomen op dit punt. Graag een reactie.

Voorzitter. Ondanks de coronacrisis en de gevolgen daarvan voor de schatkist, moeten we andere belangrijke zaken natuurlijk niet vergeten. Neem zo'n punt waar ik elk jaar aandacht voor vraag, namelijk defensie. Ik neem aan dat daar de komende jaren niet op wordt gekort, maar dat we ons inzetten om de NAVO-norm van 2% te halen. Is de minister daartoe bereid? Hoe komt het dat een vrij harde uitspraak uit vorige jaren — het zou in 2024 zijn georganiseerd — tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen weer wat werd verzacht toen ik de minister-president ernaar vroeg? Kan de minister van Financiën daar ook nog wat licht op schijnen?

Ook ondernemers moeten ondersteund blijven worden. Dan heb ik het vooral ook over die oude, mooie familiebedrijven, de bakker op de hoek en de jonge ondernemer die net een bedrijf heeft opgestart.

Voorzitter, dan het Groeifonds. Daar worden miljarden voor uitgetrokken. Met dat geld kunnen heel mooie dingen worden gedaan. Dat is positief. Maar het geld kan ook niet goed en niet efficiënt worden besteed. Dat is een enorm risico. Dit kan bijvoorbeeld doordat de doelen niet goed worden geformuleerd, waardoor de kans bestaat dat die doelen tussentijds veranderen. Er kunnen ook allerlei zaken worden gesteund die gewoon via een begroting of een ander fonds kunnen worden gefinancierd, zoals dat plan van Amsterdam om de Noord/Zuidlijn te verlengen. Dat is ambitieus, maar is de minister het met mijn fractie eens dat dit gewoon via de begroting of via het Infrastructuurfonds moet lopen?

Voorzitter. Dat is precies een van de problemen die de SGP-fractie ermee heeft. Plannen die normaal gesproken gewoon via de normale begroting of bijvoorbeeld via het Infrastructuurfonds zouden lopen, worden nu, als je niet oppast, via dit fonds gefinancierd, met nauwelijks invloed van het parlement. Dit komt deels doordat de doelen niet scherp genoeg zijn geformuleerd. Daardoor kunnen heel veel plannen onder dit fonds vallen. Zijn er niet veel scherpere en gerichtere voorwaarden nodig? Is een meer proactieve Investeringsagenda niet wenselijk, zodat het kabinet niet alleen afhankelijk is van de voorstellen uit het veld?

Voorzitter. Dit fonds moet worden ingesteld voor in ieder geval vijf jaar. Is de minister bereid om halverwege 2021, als er bijvoorbeeld 2 miljard is toebedeeld, een soort beslismoment in te bouwen waarop het parlement kan beslissen of het fonds door kan gaan of niet? Het is de bedoeling dat enkele projecten rond die tijd zijn goedgekeurd, dus we hebben dan een beetje een beeld van de soorten projecten die gefinancierd gaan worden. Tot 1 november konden er al plannen worden ingediend voor het Groeifonds. Kan de minister de lijst met voorstellen die nu al zijn ingediend, in overleg met de vakministers, met deze Kamer delen, zodat het parlement inzicht krijgt in de soorten voorstellen die zijn ingediend?

Ook wat betreft de juridische verankering kan er nog heel wat worden verbeterd. De Raad van State wijst daar ook op. Is de minister bereid om als het fonds doorgaat, voor 17 maart 2021 het fonds via een normale instellingswet vorm te geven? Heel graag een reactie.

Voorzitter. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen heb ik al aangekondigd dat mijn fractie opnieuw vragen zal stellen bij de steeds maar wijder en dieper wordende kloof tussen een- en tweeverdieners. Met allerlei uitvluchten kun je proberen te beargumenteren dat die kloof niet zo groot is, maar als je gewoon de feiten bekijkt en op je laat inwerken, dan zie je dat de kloof volgend jaar wordt vergroot van zes naar, in sommige gevallen, bijna zeven keer zo veel belasting. Die kloof wordt in de komende jaren alleen maar groter, alleen al doordat de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting nog steeds verder wordt ingeperkt. Mijn vraag aan de minister is: wanneer komt het moment dat het kabinet hier echt iets aan gaat doen? Misschien is het zelfs wel een beetje een wanhopige vraag, maar wat vindt de minister nu eigenlijk een acceptabele kloof? Moet die echt op kunnen lopen naar acht of tien keer zo veel belasting voor eenverdieners?

Voorzitter. Het gaat bij die onrechtvaardigheid rond eenverdieners niet alleen om het feit dat ze veel belasting moeten betalen. Het kabinet beknot daardoor ook de vrijheid van gezinnen om de verdeling van arbeid en zorg goed vorm te geven. Het lijkt wel of alleen arbeid telt, terwijl juist de zorg zo belangrijk is. Denk aan de mantelzorg voor een oudere of aan onbetaalde arbeid in een buurthuis. Juist het belang van die informele zorg, die mantelzorg, is gebleken tijdens de coronacrisis. Erkent de minister dat gezinnen ruimte moeten houden om mantelzorg en vrijwilligerswerk te verrichten? En is de minister het met de SGP eens dat we voor ouders ruimte moeten houden om er gewoon te zijn voor het gezin?

Mevrouw Sent i (PvdA):

Het wordt een beetje een herhaling van een debat dat we vorig jaar hebben gehad, maar ik kan het toch niet laten.

De heer Schalk (SGP):

Ik kon het ook niet laten.

Mevrouw Sent (PvdA):

Nee. Fijn, hè? De heer Schalk vraagt aandacht voor de kloof rond belastingdruk en noemt het belang van gezinnen. De kloof die ik juist heel erg zorgwekkend vind, is het gebrek aan economische zelfstandigheid onder vrouwen. Wat ik een belangrijke kloof vind, is de loonkloof tussen mannen en vrouwen. Ik doel op het feit dat vrouwen over hun hele leven €300.000 minder verdienen dan mannen, voor hetzelfde werk. Ik ben heel erg benieuwd wat voor ideeën de heer Schalk heeft om die kloven te overbruggen.

De heer Schalk (SGP):

Die €300.000 over een heel jaar is een schijntje vergeleken bij het verschil tussen wat door tweeverdieners en door eenverdieners wordt ingeleverd. Ik snap dat mevrouw Sent kloven bij andere groepen op het oog heeft. Ik heb er geen enkel bezwaar tegen dat die kloven worden opgeheven. Volgens mij doet mijn fractie daar helemaal niets tegen. Maar het kabinet doet wel iets met de kloof waarover ik het heb. Misschien dat u uw kloof ook voor moet leggen aan het kabinet en moet vragen: zou u dit hele probleem even aan willen pakken, samen met de kloof voor de een- en tweeverdieners? Eerlijke, gelijke kansen voor iedereen, ook voor de eenverdiener die misschien besloten heeft dat de een binnen het gezin het geld verdient en dat de ander de zorg op zich neemt. Maar gun de mensen die keuze. Dat zou al een enorme vooruitgang zijn. En reken ze daar niet op af.

Mevrouw Sent (PvdA):

Ik gun ook vooral vrouwen het geld dat ze verdienen en dat hun nu niet toekomt. Ik hoor al dat er achter de bewindspersonentafel iets gezegd wordt over een commissie over kloven. Ik kijk zeer uit naar de reactie van de bewindspersonen op de verschillende manieren waarop deze kloven gedicht kunnen worden.

De heer Schalk (SGP):

Kijk eens aan. Als er een toezegging komt voor een commissie over kloven, dan zijn we al een heel eind verder. Ik zie daarnaar uit, maar ik moet nog wel de daadwerkelijke toezegging van de minister horen.

De voorzitter:

Even voor de Handelingen. Ik meen dat mevrouw Sent het had over €300.000 in een werkend leven. U had het over €300.000 in een heel jaar en noemde dat een schijntje. Dat zeg ik even voor de Handelingen. U vervolgt uw betoog.

De heer Schalk (SGP):

Sorry. Ik was zo begaan met het lot van die kloof van mevrouw Sent dat ik in plaats van de woorden "hele leven" zei: een heel jaar. Hoe dan ook, het gaat over heel veel geld. Op dit moment gaat het in sommige gevallen over een verschil per jaar van ongeveer €12.000. Als je 40 of 50 jaar werkt, zit je dus ver boven die €300.000.

Voorzitter. Mijn betoog ging erover dat volgens de SGP een eenzijdige focus op betaalde arbeid eigenlijk niet hoort bij deze tijd. Mannen en vrouwen die geen betaald werk hebben, doen juist heel vaak waardevol werk. Ook tijdens de behandeling van het Belastingplan — ik kan het u alvast toezeggen — zal mijn fractie daarop nog ingaan. Vandaag gaan we natuurlijk vooral in op de hoofdlijnen. Ik zie uit naar de antwoorden van de regering op mijn vragen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schalk. Dan geef ik het woord aan de heer Otten namens de fractie-Otten.