Plenair Crone bij gezamenlijke behandeling



Verslag van de vergadering van 7 december 2020 (2020/2021 nr. 13)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.52 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Crone i (PvdA):

Dank u, voorzitter. Ik heb met deze staatssecretarissen te doen, zelfs met de ex-staatssecretaris die hier een mooie middenpositie inneemt, want zij hebben een erfenis die niet te benijden valt. Dat geldt voor de uitvoeringsproblematiek — wie heeft daar niet over gesproken? — en voor een aantal inhoudelijke keuzes. Ik zeg dat wel met spijt, want er moet nog zo veel gebeuren, wat iedereen heeft benadrukt. Ik heb nog niet zo vaak discussies over belastingplannen meegemaakt met zo'n zware toonzetting, die helaas wel terecht is. Ikzelf kom ook met een aantal scherpe conclusies. Deze staatssecretarissen moeten het doen. De laatste toezegging van de vorige staatssecretaris, de heer Snel, was aan mij. Hij zou er nog voor zorgen dat er overleg zou plaatsvinden met de sectoren die de ODE-belasting op zich krijgen; ik kom daar straks op terug. Een dag later was hij afgetreden.

Voorzitter. Wie herinnert zich nog de leus "leuker kunnen we het niet maken, maar wel makkelijker"? Daar was Nederland een lange tijd in de wereld beroemd mee. Ik zou nu zeggen: kunnen we het nog ingewikkelder maken? Ja, dat is gelukt. Elk voorstel dat vandaag voorligt, is ingewikkelder dan het was. Elk voorstel! Ik zal een aantal voorstellen langslopen. De collega's hebben dat ook gedaan.

Voorzitter. Kunnen we het nog ingewikkelder maken? De kern van een belastingplan moet toch zijn: zeil tussen drie klippen door, namelijk eenvoud, eenduidigheid en eerlijkheid? Dat zijn de drie e's: eenvoud, eenduidigheid en eerlijkheid. Maar het schip van staat loopt nu op alle drie de klippen stuk. Er is veel gezegd over de uitvoerbaarheid. Als belastingplichtigen de uitvoering niet snappen — die link vind ik heel belangrijk; sommigen spraken daar ook over — kunnen ze het niet doen en voelen ze zich niet rechtvaardig behandeld. Dat vind ik minstens zo belangrijk. Wij gaan hier namelijk niet alleen over de uitvoering; wij gaan hier ook over de geloofwaardigheid. De Raad van State heeft vaak gezegd: dit tast het rechtsgevoel aan. Er zijn nog veel verdergaande uitspraken. Er zijn zelfs een aantal wetsontwerpen ontraden.

Voorzitter. Ik loop een aantal punten langs, maar eerst nog iets vooraf. We hebben negen wetten en in vijf dagen zijn er drie novelles en uitvoeringsregelingen bij gekomen, en volgens mij ben ik er nog een vergeten. Dat maakt het allemaal complexer. Dat is voor ons niet zo erg, al moeten we wel harder werken, maar het is vooral erg dat de mensen in de samenleving niet meer kunnen volgen wat we doen. Dat is dus een probleem. En het wordt ook nog onrechtvaardiger.

Ik zal niet uitvoerig ingaan op de toeslagenellende na wat anderen daarover al hebben gezegd, maar ik wil de staatssecretaris allereerst veel succes wensen. Maar wat is gisteren weer bekend geworden? Worden mensen inderdaad neergezet als fraudeurs? Kunt u daar straks een toelichting op geven? Anderen hebben dat ook gevraagd. Ik begrijp dat gemeentes die burgers willen helpen ook niet kunnen helpen. Kan dat niet worden opgelost? Meneer Hoekstra zei een keer — laat ik dat met respect uitspreken — toen hij een paar dagen moest invallen: ik heb 's avonds op de lijsten zitten kijken en heb gezegd dat we pas met kerstvakantie gaan als het geregeld is. Ik hoop dat u dit soort problemen oplost — u straalt meestal die energie uit; ik ken u al heel lang — want dit kan toch niet waar zijn.

Voorzitter. Mijn rode draad is dus: als burgers niet begrijpen hoe een regeling werkt, dan lopen ze vast in de uitvoering, maar dan ondergraven we ook de belastingmoraal. De Raad van State zegt dat we nu op stelselniveau tegen een rechtstekort aan lopen. Dat is de uitholling van de trits: ik betaal mijn belastingen, ik begrijp de belastingen, ik snap de belastingen, ik betaal dus mee, een ander wordt ook aangeslagen en de overheid doet er iets goeds mee. Die trits dreigen we nu akelig snel te verliezen, en dat is toch niet aanvaardbaar. De complexiteit staat in de weg aan oplossingen. Ons stelsel is twintig jaar geleden grondig herzien en was toen goed uitvoerbaar. Ik noem twee mooie voorbeelden. We hebben toen de vaste heffingskortingen ingevoerd in ruil voor de aftrekposten. Dat was technisch veel eenvoudiger, want aftrekposten waren een feest voor de adviseurs, maar het was ook veel eenvoudiger uitvoerbaar. Het voelde rechtvaardig, want je had geen adviseur nodig en je kreeg toch waar je recht op had. En het diende ook nog doelen als arbeidsmarkt en milieu.

Inmiddels zijn er veel instrumentele keuzes bij gekomen die de charme van de eenvoud weer onderuit hebben gehaald. We hebben nu geen vaste heffingskortingen meer. Die zijn weer inkomensafhankelijk, want het toptarief moest zo nodig omlaag. Ja, dan help je de heffingskortingen, die zo charmant en eenvoudig waren, dus om zeep. Daar zijn we natuurlijk allemaal bij geweest, maar de hoogleraren Koen Caminada en Bas Jacobs tonen aan dat we dezelfde uitkomst kunnen krijgen qua doelstellingen met een veel eenvoudiger stelsel. Ik vraag graag de reactie van de staatssecretaris op dat soort visies, want we hebben het ingewikkelder gemaakt dan nodig is om hetzelfde doel te bereiken. Dat zou toch anders moeten kunnen: eenvoud, eenduidigheid en eerlijkheid. Voorzien de bouwstenennota's daar voldoende in?

Dan de doenvermogentoets, door verschillende mensen al genoemd. We hebben in juli en ook in november een brief gekregen van de staatssecretarissen over de doenvermogentoets. Burgers moeten eigenlijk automatisch weten hoe het zit, bijvoorbeeld zoals het was met de arbeidskortingen. Maar nu zit alles in koppelverkoop, in pakketjes. Collega Sent heeft een motie ingediend om in ieder geval de wetten uit elkaar te halen, maar het kabinet heeft nog geen harde toezeggingen gedaan over de doenvermogentoets. Die wil ik toch vragen aan de staatssecretaris. Hij heeft gezegd: we doen experimenten, we beginnen ermee. Maar ik wil eigenlijk dat hij hier toezegt, dat zij samen toezeggen dat er geen wetsontwerp meer komt zonder dat er vooraf een doenvermogentoets is geweest. Want die ziet niet zozeer op de uitvoeringsorganisatie, maar meer op of burgers het doenbaar achten. Eigenlijk moeten ze niks hoeven doen omdat het automatisch gaat, maar als ze iets moeten doen, moet het simpel zijn, en dat is niet het geval. Wilt u toezeggen, niet dat u experimenten doet, maar dat u geen wetsontwerp meer indient zonder dat er een doenvermogentoets bij zit zoals we al jaren geleden een invoeringstoets hebben ingevoerd? Het lijkt mij een toezegging die zo logisch is dat ik denk dat daar geen motie in tweede termijn voor nodig is.

Een stelsel begint natuurlijk met eerlijkheid en rechtvaardigheid bij het grote belastingplaatje. Ik heb het vorig jaar ook gezegd en anderen hebben het nu herhaald: er is natuurlijk een enorme scheve verhouding tussen de belasting op arbeid en gezinnen en aan de andere kant op vermogen en bedrijfsleven. Ook de staatssecretaris heeft dat toegegeven. Daardoor zijn er een aantal nadelen. De factor arbeid wordt veel te duur en de marginale belastingdruk is veel te hoog, en dat kost banen. Dat is een groeipotentieel waar geen Wiepke-fonds tegenop kan. Dus waarom doen we daar niet wat aan en herstelt u niet een redelijke verhouding tussen belasting van vermogen en bedrijfsinkomen versus arbeidsinkomen?

Een tweede nadeel: de bedrijven betalen veel te weinig. De belasting op bedrijven is zover uitgehold dat iedereen zegt — u volgt de analyses van Heijnen en Noten vast ook; ik zie het in alle verkiezingsprogramma's terugkomen — dat er weer meer belasting moet komen op ondernemingen, omdat zij ook genieten van alle sociale en fysieke infrastructuur die de overheid voor ze aanlegt. Alle politieke partijen zeggen dat. De VVD is op dat punt niet naar het midden, maar naar links geschoven. Dat juich ik toe, maar ik heb een vraag aan de staatssecretaris. U heeft al aangegeven dat bedrijven geen Vpb betalen. 416.000 van de 737.000 bedrijven betalen geen Vpb, zijn kennelijk verlieslatend. Dan kunnen we de tarieven verhogen, maar dan komt er nog niks. Kunt u een toelichting geven? Wanneer is dat onderzoek klaar en kunnen we daar dan wat mee?

Dan is het natuurlijk heel zuur dat de bedrijven nu wel heel veel coronasteun krijgen. Dus ze hebben nooit belasting betaald, ze hebben geen buffers opgebouwd en dan krijgen ze ook nog coronasteun. Hoe rechtvaardig is het stelsel en is dit niet toch een uitholling van de belastingmoraal, vraag ik de staatssecretaris? Bevordert dit niet moral hazard? Want uiteindelijk staat de overheid toch wel klaar met diepe zakken. En wij kunnen niet anders dan zeggen: het is zo.

Voorzitter. De BIK is bij uitstek een voorbeeld waarin het is misgegaan. Laten we eens wat punten nalopen, over ingewikkeldheid gesproken. Deze maatregel geldt slechts twee jaar. Daarna is die dus weer weg. De maatregel heeft een plafond. De tarieven staan nog niet vast. Als er te veel mensen meedoen, gaat het tarief omlaag. Doen er te weinig mensen mee, dan gaat het tarief omhoog, althans de aftrek. Ik heb nog nooit meegemaakt dat wij hier een wet vaststellen zonder tarieven. Ik vraag daar een staatsrechtelijk oordeel over van de staatssecretaris. Ik heb altijd geleerd dat er geen belastingheffing mag zijn, geen accijnsverhoging van een cent, als het tarief niet in de wet staat. Kan het tarief zomaar veranderen via AMvB's of koninklijke besluiten, wat overigens geloof ik hetzelfde is? Ik zou willen vragen of we daar een voorhang voor kunnen krijgen. Het lijkt mij toch dat wij bepalen hoe hoog de tarieven zijn. Dat is gebruikelijk. Nog los daarvan: het is toch voor bedrijven niet te doen om nu niet te weten wat het tarief wordt? Dan gaan ze nu een investering doen omdat ze denken dat het tarief meevalt, maar valt het later tegen en dan hebben ze verkeerd geïnvesteerd. Omgekeerd, als het tarief beter wordt, zeggen ze: had ik er maar een beroep op gedaan, want dan had ik die investering wel kunnen doen. Dat is toch geen betrouwbare overheid?

Een ander probleem: het gaat alleen om nieuwe bedrijfsmiddelen. Verbetering van bestaande middelen mag niet. De ene onderneming in de straat krijgt de vergoeding als hij een nieuw bedrijfsmiddel koopt, de ander, die alleen een bestaand bedrijfsmiddel verbetert in het kader van het milieu of de effectiviteit, krijgt die niet. Dat is dus weer niet eerlijk. Maar is het ook wel uitvoerbaar? Kunt u met een schaartje knippen, of gaat de RVO dat doen, wat een verbetering aan een apparaat is en wanneer een apparaat nieuw is? Hoe gaan we dat doen? U zegt natuurlijk: er komen gelukkig harde financiële sancties als er foutjes worden gemaakt. Dan heb je als ondernemer gekozen, maar krijg je net als bij de toeslagensfeer de Belastingdienst op je dak. Ik denk dat veel ondernemers zich afvragen of ze dit wel moeten doen. We maken ze kopschuw door die instabiliteit. Als onderneming zou ik dan een fiscaal adviseur in dienst nemen. Maar ja, stel dat je een investering doet van €10.000. Je krijgt dan €300 korting. Daar doet een fiscaal adviseur het niet voor. Je bent dus al meer geld kwijt aan een fiscaal adviseur dan je krijgt aan investeringsbijdrage.

Voorzitter. Als klap op de vuurpijl, het is al genoemd, en we hebben het hier nog niet eens officieel in behandeling: het is een haastklus wat betreft het internationale lek. Om het buitenlandlek te voorkomen gaan we nu het misbruik dichtschroeien door het schrappen van de fiscale eenheid. Die logica snap ik nog, al ben ik het met de Raad van State eens en vraag ik me ook af of u nog eens kunt uitleggen welke procedure we nu hebben. Maar ik snap het: de fiscale eenheid wordt geschrapt. Dan vraag ik u in de eerste plaats hoe groot de kans is dat de Europese Unie daarmee instemt. In Europa staat één ding voorop: geen discriminatie tussen ondernemers uit verschillende landen. Dat is toch de basis van de markt. Verwachten we dus niet dat ze er gewoon een streep door zetten? Als ze het wel goedkeuren, valt de fiscale eenheid eruit en zegt u: een derde van de aanvragen vervalt, maar dat geeft niet; het geld moet toch worden uitgegeven, dus dan wordt de toeslag hoger voor de twee derde die wel in de prijzen valt. Dan kom ik weer met: hoe stabiel is het systeem en wanneer weet een ondernemer nou waar hij aan toe is? Zo kan een ondernemer toch geen investeringsplanning maken? Dit is voor mij een extra reden om te vragen om een koninklijk besluit voor de invoering van deze tarieven en het hele systeem, want we hebben tegenwoordig te vaak wetgeving waarvan wordt gezegd dat het wel goed komt; zie de Omgevingswet en allerlei andere dingen. Neem ons erin mee, en uiteraard ook de Tweede Kamer, want dan kan het in plaats van een rommelig proces toch nog zorgvuldige wetgeving worden.

Voorzitter. Ik wil vragen om volgende week mogelijk het debat te heropenen, als de novelle op dit onderwerp komt, want de BIK hangt zwaar op die novelle. Als die besproken is in de Tweede Kamer, wat nog niet gebeurd is, lijkt me dat we dat niet als hamerstuk achteraf kunnen bespreken, maar toch even met de staatssecretaris moeten overleggen over wat wij ervan vinden. Dat lijkt me bijna vanzelfsprekend, maar dan weet u alvast dat wij dat zullen vragen.

Voorzitter. Een regeling die ook zo eenvoudig is, is box 3. Ook hiervan is natuurlijk helemaal duidelijk ... Sorry, ik sloeg even een stukje over de BIK over. Laten we als een zonnetje in huis eindigen: we zijn heel blij dat de Vpb-verlaging niet doorgaat. Nederland zou koploper zijn in de race to the bottom. Ik heb het in het vorige debat een jaar geleden ook gezegd: met 21% zouden we koploper zijn van de ontwikkelde Europese landen. Natuurlijk is het in Oost-Europa weleens anders, maar we zouden dan de race to the bottom leiden. Laat ik nog een keer het zonnetje in huis zijn: ik vind het helemaal prima om wel iets te doen voor ondernemers, als je het al wil, want die 2 miljard had van ons niet gehoeven, maar waarom dan niet op de meest eenvoudig denkbare manier, namelijk door te draaien aan de knoppen van de werkgeverspremies? Dat kost niemand wat. De uitvoeringskosten zijn nul komma nul, want die knoppen hebben we al. Maar u kiest nu weer voor de ingewikkeldste weg. Het CPB geeft ook aan dat het meer banen zal opleveren. Ter correctie, het CPB heeft nooit gezegd dat de BIK effectief was voor groei. Pas als de BIK structureel wordt, maar ze is maar voor twee jaar. Dus het was op z'n best het naar voren halen van iets, maar niet het structureel verbeteren, wat met de werkgeverspremies wel het geval zou zijn. En daar zitten natuurlijk juist ook kleine ondernemers op te wachten. Ik sluit mij ook graag aan bij de vragen van de heer Van Apeldoorn over internationale belastingconcurrentie, want ik heb dat ook gelezen. Nederland staat nog fier in de top drie van de verkeerde lijstjes over de belastingontwijking.

Box 3 is bij uitstek een voorbeeld van eenvoud, eenduidigheid en eerlijkheid, maar dat was het toen we het invoerden in 2001. Toen was een rendement van 4% redelijk. Dat vonden sommigen mensen laag. En dat was het ook. Ook het tarief van 30% was lager dan de inkomstenbelasting of de Vpb. Maar het was eerlijk en rechtvaardig, want het maakte een eind aan het systeem van willekeur en belastingontwijking met fiscale adviseurs. Dus toen was het goed. maar vergeleken met de toenmalige situatie is het rechtsgevoel nu geërodeerd door de lage rente en andere lagere vermogensopbrengsten. Dus hoe voelt het nu voor burgers? Als zeer onrechtvaardig. En daar hebben ze gelijk in. We zeggen namelijk dat we heffen op hun rendement maar er is geen rendement. Dan helpt het zeker dat de staatssecretaris het heffingsvrij vermogen ophoogt naar twee keer €50.000. Dus heel veel gezinnen betalen niks en zelfs als je op €110.000 zit, betaal je eigenlijk nog niks want de eerste €100.000 blijft vrij. In de kranten lijkt het altijd net alsof je dan gigantisch veel betaalt, maar dat valt dus mee. Maar de kern is: het laat de fictie van een hoog rendement intact. Laten we dan eerlijk zijn door die fictie te laten vallen. Dat doet u echter niet. U gaat een tegenbewijsregeling onderzoeken. Maar dat is toch van tweeën niks? Of u gelooft in het forfaitair rendement. Nou, dan is het dat. Of u gaat tegen honderdduizenden mensen zeggen: toon maar aan dat je het rendement niet haalt. Het tegenbewijs. Dit nog los van de uitvoeringsproblemen daarvan, want ik veronderstel dat heel veel mensen dan weer met schoenendozen vol met bonnetjes komen. Want we denken toch niet dat alle investeringen en beleggingen via de fintechindustrie genoteerd worden? U moest eens weten hoeveel mensen in het buitenland beleggen of waar dan ook. Dat kan de bank nooit weten.

Verder heb ik dan nog de vraag: wat doen we met de wisselkoersverliezen? Ik neem toch aan dat u die ook niet wilt afdekken via een rendementskorting. En wat doen we met verliezen? Als mensen verlies lijden, is dat een aftrekpost. Nou, dan regel je net voor eind december nog ergens een verliespostje en je zorgt dat je rendement nul is. Dit geldt natuurlijk niet voor de kleine spaarders maar voor de grote spaarders die de fiscale trapeze wel weer klaar zullen zetten. Dus waarom nou niet gewoon een heffing op het vermogen zelf? Dat vinden mensen ook niet leuk, maar dan doe je tenminste wat je zegt. Dan zeg je: u heeft vermogen en daar doe ik een progressieve heffing op, punt. Heel simpel. Ik ben ook heel blij dat het wetenschappelijk instituut van het CDA daar nu ook mee komt; dat stond vorige week namelijk in Het Financieele Dagblad. En natuurlijk ook met een hoge vrije voet en een progressief tarief. Allemaal heel makkelijk. De mensen zullen dan zeggen: ik vind het niet leuk maar ik snap het tenminste. Dan ondergraaf je niet je belastingmoraal terwijl je met een fictief rendement — het woord "fictief" zegt het al — toch in een spookwereld terechtkomt. Dan komen we daarmee ook dichter bij het oplossen van het probleem van Piketty.

Dan stap ik over naar de energiebelastingen. Ik steun van harte de vergroening in alle rangen en standen. Dat hoeft geen betoog, want we moeten heel veel doen om Parijs te halen. Tegelijkertijd is mijn vraag wel of dit allemaal helpt. We hebben al ETS, het CO2-emissiessyteem, waar ik heel blij mee ben. Tegelijkertijd zegt u: ik ga een nultarief doen, ik ga een korting toepassen en ik ga zelfs hier en daar nog wel met subsidies helpen. Ik snap dat wel want we willen hier geen buitenlandlek van CO2-productie. Maar hoe gaat u dat nu regelen? Diezelfde vraag geldt eigenlijk voor de ODE, de opslag duurzame energie. U zegt dat u daarvoor "potjes" heeft van 20 miljoen. Dat is echt zo'n mooie Wiebesuitspraak die ik las in het stuk aan de Tweede Kamer: ik heb potjes. Maar wat zijn de criteria om korting te geven dan wel compensatie voor bedrijven die last van die ODE hebben? Het kan toch niet zo zijn dat ze niet aan de Wiepke-fondseisen voldoen van duurzaamheid? Als u iets teruggeeft aan bedrijven heeft u dat dan wel berekend aan de hand van true pricing, dus schaduwprijzen alsof we de klimaatkosten al geïnternaliseerd hebben? Dan kan ik het mij namelijk nog voorstellen, want dan hebben we het beste van twee werelden. We hebben een heffing en we hebben een compensatie voor bedrijven die stappen vooruitzetten. Ik was al blij dat die criteria vorige week zijn toegevoegd aan het Wiepke-groeifonds. Past u dus die true pricing toe?

Ik heb een tweede vraag. Vorig jaar hebben we met de motie-Essers samen gevraagd: overlegt u eigenlijk wel met die sectoren, zoals de bakstenenindustrie, de glastuinbouw, de chemie enzovoorts, over de ODE maar uiteraard ook over de grootverbruikersheffing? Ik hoor van alle kanten dat het overleg net als vorig jaar heel stroef gaat en dat men daar niet tevreden over is. Ik wil dus graag een toezegging van de minister dat dat overleg wel degelijk substantieel is.

Voorzitter. Over de vliegbelasting sluit ik me aan bij wat de heer Vendrik heeft gezegd: het is een goed begin, maar het is wel klein. Het is wel weer vliegensvlug. Er is in mei al over gesproken in de Tweede Kamer en dan krijgen we nu, pas vorige week, een novelle. Had dat niet eerder gekund? Maar de meer inhoudelijke vraag is: waarom wordt de vrachtheffing niet op nul gezet in plaats van geschrapt, net als bij de CO2-heffingen? Dan hadden we het later, op het moment dat het kon, weer kunnen verhogen. Ik vraag dus de staatssecretaris, die nu even is weggelopen, waarom die vliegbelasting voor de vracht zo'n lege huls is geworden?

Voorzitter, ik moet m'n afronding toch echt doen als de staatssecretaris erbij is. Dat zult u begrijpen. Dat geldt ook voor het puntje overdrachtsbelasting. Ik vind het een beetje raar als hij in de stukken moet lezen wat ik gezegd heb.

De voorzitter:

Ik geloof dat uw collega's u te hulp schieten. De heer Essers.

De heer Essers i (CDA):

Ja, misschien om even de tijd te doden.

De heer Crone (PvdA):

Als u maar niet raak schiet!

De heer Essers (CDA):

Maar het is serieus. U bent voor de invoering van een vermogensbelasting. We hebben in het verleden zo'n vermogensbelasting gehad, naast een inkomstenbelasting over de werkelijke inkomsten uit vermogen, maar die waren heel moeilijk te bepalen. Het probleem is dat je dan al heel snel in een dubbele heffing komt, want vermogen is niks anders dan de contante waarde van inkomen. Als je dus een vermogensbelasting hebt en je hebt daarna nog een keer een inkomstenbelasting, dan ga je die inkomsten twee keer belasten. Als u een vermogensbelasting gaat invoeren, bent u het er dan mee eens dat er geen inkomstenbelastingheffing meer kan zijn over de inkomsten uit vermogen? Met andere woorden, ruilen we dan box 3 in voor een vermogensbelasting?

De heer Crone (PvdA):

Ik snap uw redenering. Die is meer economisch dan fiscaaltechnisch, want natuurlijk kun je van vermogen later inkomen maken. Omgekeerd kun je inkomen zien als opgespaard vermogen als je het niet uitgeeft.

Maar ik wil het fiscaal nu juist simpel houden, want dat is de kern van mijn betoog. Mensen snappen heus wel dat je naar draagkracht moet heffen. In alle belastinghandboeken staat: je heft zo min mogelijk op beweegbare, wenselijke dingen zoals arbeid en zo veel mogelijk op vastrentende waarden c.q. vermogen, en bedrijven moeten ook meebetalen voor hun deel. Zo simpel is het. Daar is een vermogensbelasting helemaal prima in. Heel veel landen hebben dat.

De heer Essers (CDA):

Maar u ontwijkt de vraag. Vindt u dan dat de inkomstenbelasting over inkomsten uit vermogen zou moeten worden geschrapt als je al een vermogensbelasting hebt? Overigens hebben we ook een schenk- en erfbelasting, waardoor we ook vermogen belasten.

De heer Crone (PvdA):

Maar het huurwaardeforfait is ook een vorm van vermogensbelasting, en dat willen we ook. Het is dus altijd een beetje kiezen tussen de kasstroom, het inkomen, en aan de andere kant het vermogen. Burgers vinden het heel logisch. Sommige mensen hebben vermogen niet gekregen door hard te werken maar door overerving of door toeval of geluk, en anderen niet. Dat is altijd zuur, maar iedereen snapt: naar draagkracht heffen.

De voorzitter:

De heer Essers, derde.

De heer Essers (CDA):

U moet het rapport van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA nog een keer goed lezen.

De heer Crone (PvdA):

Nee, ik pik er natuurlijk alleen maar uit wat mij uitkomt. Dit stond niet in de krant, maar ik zal dat uiteraard doen.

De voorzitter:

Dit is wel eerlijk.

De heer Crone (PvdA):

De kern van mijn betoog is: eerlijke belastingen, die iedereen snapt.

De heer Schalk i (SGP):

Die laatste opmerking van de heer Crone is mij uit het hart gegrepen: eerlijke belastingen. De staatssecretaris weet het niet, maar de heer Essers en ondergetekende zijn de heer Crone even te hulp geschoten omdat de staatssecretaris weg was en hij graag zijn laatste opmerkingen tegen de staatssecretaris wilde maken. Nu gunnen we het de staatssecretaris om weer even tot rust te komen. Dan kan ik ook mijn vraag nog stellen, want ik ben heel benieuwd naar iets.

De voorzitter:

Een korte vraag.

De heer Schalk (SGP):

Jazeker, ik zal het heel kort houden.

Wil de heer Crone nog reageren op mijn stokpaardje, namelijk die eenverdiener? In het verleden heeft de Partij van de Arbeid dat namelijk niet kunnen steunen, maar volgens mij zijn daar inmiddels wel gedachten over binnen zijn partij. Men geeft aan dat die "zeven keer" te hoog is.

De heer Crone (PvdA):

Nou, twee dingen daarover. Ik heb er vorig jaar ook iets over gezegd. A ik heb begrip voor deze situatie. Het loopt een beetje uit de hand als je kijkt naar draagkracht. Maar het is begonnen toen we de aanrechtsubsidie wilden afschaffen omdat we iedereen gelijk wilden behandelen c.q. stimuleren om naar de arbeidsmarkt te gaan. Ook daarbij zijn er dus twee klippen waar tussendoor gezeild moet worden. Overigens, u heeft het over de belastingen, maar die inkomensgroepen, de eenverdieners, hebben natuurlijk ook wel weer toeslagen en andere dingen, waardoor het wat betreft hun nettokoopkracht niet zo erg is als u nu doet voorkomen.

De voorzitter:

De heer Schalk.

De heer Crone (PvdA):

U pikt er even die heffing uit. U zegt ook: het is zeven keer zoveel, maar ik wil wel weten hoeveel honderden euro's het dan is. Ik weet dat het een paar duizend euro is. Dus het is niet niks, maar er staan ook weer andere voordelen tegenover. Maar er moet iets aan gebeuren. Ik ondersteun dat wel.

De heer Schalk (SGP):

Het is al geweldig dat u aangeeft dat er heel veel aan mankeert. De heer Essers raadde u aan om het rapport van het CDA te lezen. Ik raad u aan om het rapport van professor Teunissen te lezen. Ik zal het u doen toekomen, zodat u kunt zien dat het niet over een paar honderd euro gaat, maar echt over een groter verschil. De een betaalt €1.300, €1.400 of 1.800 en de ander €12.000 of €13.000. Dat is zeven keer zoveel.

De heer Crone (PvdA):

De genoemde Caminada en Jacobsen hebben het er ook over. Zij vinden ook dat het draagkrachtbeginsel hier een beetje onder druk is komen staan. Dat zie ik ook.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

De heer Crone (PvdA):

Ik vind dat gezinnen met kinderen allemaal een behoorlijk inkomen moeten hebben. Op deze manier gaat dat ten koste van de kinderen, nog los van de ouders dus.

Voorzitter. Ik heb nog twee opmerkingen voor de staatssecretaris. Ik ben blij dat hij er weer is. Daar heb ik alle begrip voor. Allereerst de overdrachtsbelasting voor starters. Ik herhaal niet wat allemaal net is gevraagd, maar ik vraag wel: hoeveel constructies zijn nu mogelijk rond de leeftijd? Kan iemand van een echtpaar zeggen: ik ben onder de 35, dus zet het huis maar voor 99% op mijn naam, enzovoorts? En omgekeerd geldt natuurlijk ook: gaan er nu dingen gebeuren met betrekking tot de woningcorporaties? Dat is al genoemd. Worden die wel voldoende geholpen?

Voorzitter. Dan mijn politieke afronding.

De voorzitter:

Uw spreektijd is om.

De heer Crone (PvdA):

Ja, maar dat kan in een paar zinnen. Ik wil het toch echt even zeggen waar de staatssecretaris bij is. Ik heb er respect voor dat hij hier zit als staatssecretaris, maar waarom heeft hij niet tegen een aantal van deze ingewikkeldheden "nee" gezegd? Eenvoud, eenduidigheid en eerlijkheid. Hij had een aantal trendbreuken kunnen plegen door een aantal dingen eenvoudiger in plaats van moeilijker te maken. Toenmalig staatssecretaris Wiebes had al gezegd dat het anders moest. Ook toenmalig staatssecretaris Snels had al gezegd: ons stelsel is te instrumenteel geworden. Ik snap dat je in een jaar niet veel doet, maar ik hoop dat hij toch alsnog zegt: ik wil niet over een paar jaar in een enquêtecommissie zitten om uit te leggen dat de BIK en Box 3 in mijn regeerperiode toch wel erg ingewikkeld waren geworden.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Crone. Dan is het woord aan de heer Essers, die zal spreken namens de fractie van het CDA.