Plenair Van Apeldoorn bij voortzetting gezamenlijke behandeling (wetsvoorstel 35.573 zonder stemming aangenomen)



Verslag van de vergadering van 8 december 2020 (2020/2021 nr. 14)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.00 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Voorzitter. Dank aan de staatssecretarissen en de minister voor de beantwoording. Laat ik beginnen met te zeggen dat het Belastingplan ook positieve elementen bevat. Misschien hadden wij onder andere omstandigheden uiteindelijk een andere afweging gemaakt. Positief is in de eerste plaats dat de voorgenomen verlaging van het hoge Vpb-tarief niet doorgaat. Maar het plan bevat voor mijn fractie ook een meloen die wij moeilijk kunnen slikken. Een meloen slikken lijkt me voor niemand een eenvoudige opdracht; we waren destijds heel blij dat onze sociaalchristelijke collega's dat uiteindelijk bespaard is gebleven. Maar ook al is dit voorstel er misschien vooral gekomen om de VVD te pleasen, met deze meloen lijken ook de ChristenUnie en D66, ondanks het feit dat de korting gaat naar investeringen in de fossiele industrie — dat hebben we net gehoord — minder moeite te hebben. Dat vinden wij echt spijtig, want wat ons betreft blijft dit een buitengewoon ineffectieve korting. Daarmee zou de door de staatssecretaris geserveerde maaltijd in de vorm van het Belastingplan voor iedereen onverteerbaar moeten zijn.

Ik ben blij dat de staatssecretaris ronduit toegaf dat ik gelijk had toen ik zei dat het werkgelegenheidsargument dat het kabinet destijds gebruikte, in ieder geval bij monde van de minister-president bij de Algemene Politieke Beschouwingen, achteraf gezien niet klopte en dat er sprake is van voortschrijdend inzicht. De staatssecretaris zei: het is een spel dat de heer Van Apeldoorn heeft gespeeld met zijn suggestie. Maar het gaat mij om de inhoudelijke zuiverheid van dit debat: waar doet het kabinet het voor? Dat is nu zuiver, dat is helder. Het kabinet geeft 4 miljard uit, niet voor banen, maar voor 7 miljard aan investeringen op een totaal van 75 miljard aan investeringen die met de BIK gesubsidieerd gaan worden, groen of niet groen, en zonder dat dat banen of groei oplevert. Nou, dan is dat helder. Dat blijft wat mijn fractie betreft gewoon publiek geld over de balk smijten. Volgens mij houdt deze staatssecretaris daar eigenlijk ook niet van. In ieder geval constateren wij dat er sprake is van een enorm deadweight loss en dat zou vanuit puur economisch perspectief niemand lekker moeten zitten.

Over de uitvoering heeft de staatssecretaris het een en ander gezegd. Ik had daar in mijn eerste termijn vragen over gesteld. Als uit de steekproeven van de RVO blijkt dat er sprake is van meer misbruik dan verwacht, bijvoorbeeld als men een bedrijfsmiddel verwerft met korting van de BIK en het de volgende dag naar een buitenlandse dochter gaat, zou dat dan aanleiding kunnen zijn tot tussentijdse aanpassing van de uitvoering van de BIK? Kan de staatssecretaris toezeggen dat hij dat goed zal monitoren? Er vindt misschien geen tussentijdse evaluatie plaats, maar wel een soort permanente evaluatie van hoe dit in de praktijk uitpakt en of er sprake is van misbruik of niet. Dat zou het wat onze fractie betreft nog inefficiënter maken. Deze maatregel is gepresenteerd als crisismaatregel, maar dat is het wat mijn fractie betreft niet, want het doet weinig tot niets om ons uit de crisis te halen. Waar de coronacrisis wel om vraagt, is meer private, maar zeker ook publieke investeringen. Investeer in een sterke publieke sector, zouden wij zeggen. De kwetsbaarheden en zwakke plekken van de publieke sector die zijn ontstaan na jaren van kaalslag, zijn juist door deze coronacrisis blootgelegd.

Deze coronacrisis vraagt ook om meer solidariteit, nu en in de toekomst. Dan kom ik bij box 3 en eventueel box 2 en wat daar niet gebeurt. Het mooie is dat we deze elementen "investeren in een sterke publieke sector" en "solidariteit" met elkaar kunnen verbinden. We kunnen namelijk grote vermogens, die mede zo groot zijn geworden door geluk, omstandigheden, door te profiteren van onze collectieve kennis, door investeringen van de overheid in technologie, of door te profiteren van een pandemie, zoals Jeff Bezos, belasten op het aloude draagkrachtbeginsel. Gelukkig zien we het ook hier onze kant op komen. We hebben D66 al eerder, en vandaag opnieuw, horen pleiten voor een miljonairsbelasting. Volgens mij staat het ook in het verkiezingsprogramma van de partij van de staatssecretaris. De ChristenUnie is volgens mij — hoe kan het ook anders — ook voor een eerlijke vermogensverdeling: fratelli e sorelle tutti. Zelfs het CDA staat ervoor open. Waarvan akte. Alleen is er natuurlijk nog de VVD die het, zoals ik al zei in mijn eerste termijn, kennelijk heel normaal vindt dat 0,1% van de Nederlandse huishoudens 16% van het vermogen bezit.

De voorzitter:

Maakt u het af? Ik zie dat u bijna klaar bent. Dan gaan we daarna naar het verkiezingsprogramma van D66.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Dan ben ik heel benieuwd. Vorig jaar zei collega Geerdink haar favoriete politica, neem ik aan, na: there is no such thing as society. Als er helemaal geen maatschappij is, dan is er ook geen probleem van maatschappelijke ongelijkheid. Waar zou je je dan nog druk om maken? Gelukkig denken anderen in dit huis er anders over. Volgens mij de staatssecretaris ook. Ik ben in ieder geval blij te horen dat de staatssecretaris, vanuit de neutraliteit die hij op dit moment heeft, heeft gezegd dat het gewoon prima kan en uitvoerbaar is. Het is een relatief eenvoudige maatregel. Dat geldt helaas niet voor alle belastingmaatregelen, maar dit zouden we gewoon kunnen doen. Dus er komt een dag dat we niet meer hoeven te pleiten voor miljonairsbelasting, omdat die er dan gewoon is.

De voorzitter:

Daarmee bent u aan het einde van uw tweede termijn?

De heer Van Apeldoorn (SP):

Nee, ik ben niet aan het einde van mijn tweede termijn, maar misschien wil collega Van der Voort over dit punt iets zeggen.

De voorzitter:

U heeft gelijk. Dan gaan we inderdaad naar de heer Van der Voort, namens D66.

De heer Van der Voort i (D66):

Ik wilde toch even een nuancering aanbrengen op de interpretatie van de D66-plannen voor de toekomst over het vermogen. Het is denk ik goed als u het voortaan beschouwt als een optie van D66 dat er in het nieuw te ontwikkelen belastingstelsel een vermogensheffing komt. Dat is een betere omschrijving dan een miljonairsheffing.

De heer Van Apeldoorn (SP):

D66 gaat natuurlijk over haar eigen woorden, ook in het verkiezingsprogramma. Het is mooi dat het een optie is. Laten we er na de verkiezing voor zorgen dat die optie ook gerealiseerd wordt of in ieder geval aan de formatietafel komt.

Voorzitter, ik vervolg mijn betoog in tweede termijn. Wat ik net zei over de miljonairsbelasting, geldt hopelijk ook voor de aanpak van belastingontwijking. Ik hoop dat we een einde maken aan de positie van Nederland op al die foute lijstjes. Ik ben blij met wat de staatssecretaris zei, want dat we het zo lang in stand hebben gehouden en te weinig gedaan hebben, is niet alleen een kwestie van onrechtvaardigheid, waardoor je ontwikkelingslanden tekortdoet die op die manier belastinginkomsten mislopen. Maar het ondermijnt ook onze belastingmoraal. Ik vond dat een goed punt van de staatssecretaris. Ik herhaal het hier nog een keer. Ik ben ook blij met de toezegging van de staatssecretaris dat hij goed blijft kijken naar de royalty- en de intereststromen om te zien of we daar niet te veel missen.

De andere staatssecretaris is nu afwezig, maar ik wil zeker ook staatssecretaris Van Huffelen bedanken voor haar beantwoording en de oprechte inzet die zij toont om recht te zetten wat jarenlang zo krom en onrechtvaardig is geweest. Wij zijn natuurlijk blij, en wij zijn het ermee eens dat dat zorgvuldig moet gebeuren. Ik sluit me aan bij wat collega Vendrik net zei: dat kan niet tot in het oneindige een argument zijn. Het moet een keer ophouden. Dit moet nu versneld gebeuren.

Ten slotte, in de laatste 22 seconden, wil ik nog even stilstaan bij een antwoord dat de staatssecretaris gaf op mijn vraag of hij kan uitsluiten dat dit soort praktijken, dit soort geautomatiseerde processen plaatsvinden. Daarbij krijgen mensen een brief op de deurmat met "u bent fraudeur, u betaalt maar terug en we onderbouwen het verder niet". Of andere processen, waarbij de overheid als het ware als een machine of een fabriek is geworden. Kunt u uitsluiten dat dat binnen de Belastingdienst nog langer plaatsvindt? Uw antwoord was: we werken daar heel hard aan, maar ik kan dat niet uitsluiten. Ik snap dat wel, maar ik vond dat antwoord toch niet helemaal geruststellend. Het onderstreept nog maar eens de noodzaak om te komen tot een ander stelsel. Dat hebben collega's van mij ook al meerdere malen gezegd. Misschien kan de staatssecretaris ten slotte nog even op dit punt reflecteren, vanuit zijn verantwoordelijkheden hiervoor binnen de regering.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Apeldoorn. Dan is het woord aan de heer Schalk namens de fractie van de SGP.