Plenair Crone bij behandeling Begroting Nationaal Groeifonds 2021



Verslag van de vergadering van 15 december 2020 (2020/2021 nr. 16)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 15.29 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Crone i (PvdA):

Dank u, voorzitter, ook aan beide bewindslieden om hier te kunnen zijn in deze, ook voor hen, extreem drukke tijd van corona. Ik ben toch blij dat ze hier gekomen zijn, want ik ben een echte Schumpeteriaan en als we geen boost geven aan technologische vernieuwing — überhaupt aan vernieuwing, desnoods met destructie van de oude industrie, niet als doel maar als resultaat — dan krijgen we geen groeivermogen in onze economie.

We hebben gisteren op de valreep — dat is geen kritiek — antwoord gekregen op een aantal van onze vragen. We zijn blij dat er eindelijk een voorstel ligt dat op 1 januari van start kan gaan. Mijn fractie is vooral blij met de belangrijke verbeteringen, zoals het bredere welvaartsbegrip in plaats van alleen bbp, de generatietoets en parlementaire controle. De maatschappij snakt naar de investeringen die nu eindelijk van de grond zouden kunnen gaan komen. Het is dus niet meer het smalle, technocratische plan, dat werd gekenmerkt door de illusie dat louter door onafhankelijke deskundigen expliciete of impliciete keuzes kunnen worden gemaakt. Hoe je het ook wendt of keert, als je 20 miljard wilt besteden, is het een illusie dat je niet zou kunnen kiezen. Wat krijgt wel prioriteit en wat krijgt geen prioriteit? Energietransitie, wegen, of openbaar vervoer? Innovaties voor de zorg? Of plantaardig vlees, zoals door ons in de politieke beschouwingen is opgemerkt. Het gaat uiteindelijk om belastinggeld van de burgers. Mijn fractie is blij met de complete ommezwaai van het kabinet, want het is nu een stuk beter dan het anderhalf jaar geleden leek te worden.

Wie bepaalt uiteindelijk de keuzes in het land, zeker als het gaat om belastinggeld? Dat is de parlementaire democratie. Sommigen zeggen daarover: het is een slecht instrument, maar een beter bestaat niet. Ik denk dat onze nieuwe lijsttrekker van het CDA er ook zo over denkt. Ik zeg "onze", maar ik bedoel die van het CDA. Alles is te koop, voorzitter, behalve ik!

Voorzitter. Dit voorstel hinkt nog steeds op de oude gedachte van een technocratisch ingevuld fonds "laat de politiek zich er maar niet mee bemoeien, want dan wordt het allemaal beter" en op de nieuwe gedachte, waarin die maatschappelijke keuzes wel verankerd zijn. Daar wil ik opheldering over, want dit zijn voor onze fractie hele zware en serieuze punten. Het is niet zomaar even "vrede op aarde; het is kerstfeest". We willen het serieus bespreken.

Alle projecten moeten door een toegangspoort, met als belangrijkste eis dat ze niet in aanmerking komen voor reguliere departementale begrotingsposten. Dat snap ik bestuurlijk, want anders krijg je een opeenhoping van projecten voor de deur van de commissie van het fonds. Het moet dus iets unieks zijn. Maar wat gebeurt er met een project dat aan alle inhoudelijke criteria voldoet, door de poort is, door de commissie hoog wordt gewaardeerd als bijdrage aan het bbp en een perfecte CO2-toets heeft, maar toch door de commissie wordt afgewezen, omdat de pot leeg is of omdat andere projecten ook goed zijn en voorgaan? Dat kunnen dus hele goede projecten zijn.

Het antwoord dat ik op deze vraag heb gekregen, is kortaf: dan kunnen ze het opnieuw indienen bij de commissie. Dan staan ze dus weer achter aan de rij. Staan ze dan voor eeuwig buitenspel? Dat zou toch zonde zijn? Als ze zo hoog in de ranking zijn geëindigd, zijn het dus goede projecten. Mijn fractie vindt dat ze zich dan best alsnog mogen melden bij een gewone departementale begroting, bij de SDE of wat we daar ook allemaal voor hebben. Of zijn ze dan bij de overheid definitief uit beeld? In dat geval wordt het betere de vijand van het goede. Ziet het kabinet dat ook zo? Het is namelijk wel een dilemma voor potentiële deelnemers. Zij zeggen: als ik meedoe, ben ik door de poort, maar als ik daarna word afgewezen, kan ik niet meer met mijn project bij een ander departementaal fonds terecht. Ik zou hiervoor graag een opening zien in de regeling.

Tegelijkertijd raakt het ook het begrotingsrecht, want het kabinet kan het parlement toch niet verbieden om kansrijke projecten op de agenda te zetten?

Mijn tweede punt, voorzitter. Dat gaat toch weer over die smalle bbp-definitie als criterium. Er kunnen projecten zijn die supergoed zijn voor CO2-reductie, maar misschien licht negatief-neutraal voor de bbp-ontwikkeling. Dan vallen ze af, want het bbp is de keiharde ondergrens. Het bbp moet stijgen. Maar het zou toch mogelijk kunnen zijn dat dit project — dat natuurlijk markttechnisch niet rendabel is, anders was het überhaupt niet aangeboden bij de commissie — kan bijdragen aan die enorme CO2-reductie, onze nationale opgave. Dus bedrijven die anders zouden moeten korten — de reguliere chemische industrie — of zouden moeten krimpen vanwege hun CO2-opgave, zullen blij zijn als er zo'n project komt. Dit project is er ook niet doorgekomen. Dus er is ook een afweging nodig wat het meeste effect heeft op het bbp. Er kan dan ook een minnetje tussen zitten, maar in de samenhang kan dat goed zijn. Zijn we niet penny wise and pound foolish bezig als wij zo'n project afwijzen omdat het net niet de bbp-doelstelling haalt, maar wel een gigantische CO2-reductie oplevert? Uiteraard kan dat voor elke maatschappelijke doelstelling zo worden ingevuld. Het is toch het dagelijkse werk van beide bewindslieden om af te wegen wat het beste is voor het bbp? Dit project misschien niet zo zeer, maar dan heeft het wel een maatschappelijk nut, en omgekeerd. Dus ik gun u graag die afweging.

De CO2-toets wordt aangescherpt. Daar ben ik blij mee, maar dit gebeurt pas na de eerste ronde. Volgens mijn fractie zou dat in de eerste ronde, dus vanaf 1 januari, al moeten, want dan gaan de eerste projecten komen. Het gaat om grote projecten, dus dan is het toch zonde als wij nu niet meteen de hoogste CO2-toets daaronder leggen. Anders moet zo'n project later alsnog het been bijtrekken en de hoge CO2-toets zien waar te maken. Dus dat zou zonde zin. De ministers zeggen: die toets komt er pas later dit jaar. Maar zet hem dan maar lekker hoog in. We weten allemaal, zeker na de aanscherping in Brussel van dit weekend, dat een CO2-toets bijna niet hoog genoeg kan zijn. En het is nu eenmaal beleid, anders moet het daarna toch.

Ik rond af. Mijn fractie vraagt ook om monitoring van de aspecten die ik genoemd heb en uiteraard ook van de andere aspecten die een rol spelen. En niet pas na jaren, maar liefst al tijdens en meteen na de eerste ronde. Ik hoop dat het kabinet dit kan toezeggen.

Toch nog een klein politiek puntje aan het eind. Hebben wij nu niet nodeloos veel tijd verloren? Vanaf de eerste A4'tjes, ik meen van de heer Hoekstra, anderhalf jaar geleden, dat dit maar moest gebeuren, is er eigenlijk niets gebeurd, behalve dat het kabinet nu gelukkig de ommezwaai heeft gemaakt en er nu een veel beter voorstel voor ons ligt. Dus had het kabinet niet beter meteen de kritiek die al meteen kwam, niet alleen vanuit de politiek, maar ook vanuit de wetenschap, ter harte kunnen nemen? Dan hadden wij dit voorstel misschien al een jaar eerder kunnen hebben. In ieder geval ben ik blij dat het nu via departementale begrotingen gaat lopen en niet via een aparte begrotingspost. Dat komt dan later. Ik zou me ook kunnen afvragen: waarom komt er later nog een fonds, want dit gaat toch ook goed?

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Crone.

De heer Crone (PvdA):

Voorzitter, ik rond af. Ik hoop op bevredigende antwoorden. Als echte Schumpeteriaan hoop ik dat wij met dit fonds de creatieve destructie op gang brengen.

De voorzitter:

Dan is het woord aan de heer Van Ballekom namens de fractie van de VVD.