Plenair Kox bij behandeling Herindeling van de gemeenten Amsterdam en Weesp



Verslag van de vergadering van 1 juni 2021 (2020/2021 nr. 39)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.58 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Kox i (SP):

Voorzitter. Ik doe deze bijdrage mede namens de Partij voor de Dieren. Ik ben behalve Eerste Kamerlid ook trotse opa van Mats, Teun en Saar. Een van mijn taken als ze bij ons zijn, is om ze een verhaaltje te vertellen. Ze mogen dan alle drie, onafhankelijk van elkaar, dingen bedenken die niks met elkaar te maken hebben. Die vlecht ik dan samen ineen tot coherent verhalen over Fifi en Foefie. Die zijn best goed, maar als ik Alexander van Hattem hoor, dan denk ik: ik ben toch maar een kleine jongen; hoe dat je alles wat niks met elkaar te maken heeft, bij elkaar kan voegen! Graag mijn complimenten daarvoor. Het volgende viel me trouwens op. Ik wist dat de PVV niet overliep van affiniteit met allerlei bevolkingsgroepen, maar dat de Amsterdammers daar zo pregnant deel van uitmaken … Ik zag Eric van der Burg zenuwachtig kijken, van: we worden gewoon helemaal buitengesloten. Tot zover het onderdeel onzin van mijn bijdrage.

Het mag duidelijk zijn dat ons beider fracties, de Partij voor de Dieren en de SP, geen grote fan zijn van gemeentelijke herindelingen zolang er geen duidelijke visie op de bestuurlijke organisatie van dit land bestaat — we hebben daar al over gesproken in het debat over de decentralisatie. We hebben met zijn allen geconstateerd dat we daar hard aan toe zijn, want we zien niet alleen dat er tussen de verschillende bestuurlijke lagen onduidelijkheden over taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden bestaan, maar ook dat de verschillen in de bestuurslagen groot zijn. Zo besluiten we vandaag om de 81ste gemeente van het land, Weesp, met pakweg 20.000 inwoners, samen te voegen met de grootste gemeente van dit land, Amsterdam, met 820.000 inwoners.

Dat betekent dat de grootste gemeente nog groter wordt en de afstand tot de kleinere gemeentes in dit land — die hebben we ook nog — waar een paar honderd of een paar duizend mensen wonen, ook groter wordt. Het zal iedereen duidelijk zijn dat het raar is dat die gemeenten door de bank genomen dezelfde bevoegdheden hebben. Dat is een complex iets en daarom vraag ik de minister nogmaals om in ieder geval bij de overdracht van het dossier aan haar opvolger duidelijk te maken dat er gedaan moet worden wat deze Kamer al bijna tien jaar geleden vroeg, namelijk een duidelijke visie van de regering op de bestuurlijke organisatie van dit land.

Onze beide fracties zijn geen grote fans van gemeentelijke herindelingen onder de huidige omstandigheden. Maar voor onze beide fracties telt de mening van de bevolking ook zwaar. In het geval van Weesp is er een referendum geweest. Dat is beter dan in heel veel andere plaatsen. Daarover zullen we bij een volgende herindeling nog moeten spreken. Maar een ruime meerderheid van de inwoners van Weesp heeft gezegd: goed zo, wij zijn bereid om Amsterdam bij ons te voegen en dan samen de grootste gemeente van Nederland te worden. Ik vind dat daarnaar geluisterd moet worden. Dat vind ik ook de inconsistentie in het verhaal van Alexander Van Hattem. De uitspraak van de bevolking van Weesp is op dit punt duidelijk geweest. Waar het toe gaat leiden, zullen we zien. Maar op basis van deze gegevens zijn onze beide fracties alles afwegende voor dit wetsvoorstel. Maar ik zeg nog een keer: voor ons ligt vooral heel erg dringend op tafel een visie op de bestuurlijke organisatie van dit land, want die ontberen we en die moeten we hebben. Minister Plasterk heeft het ooit beloofd. We zijn nu tien jaar verder en we hebben die visie nog steeds niet.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kox. Meneer Van Hattem.

De heer Van Hattem i (PVV):

De heer Kox van de SP noemt een inconsistentie in mijn verhaal over het referendum in Weesp, maar is het niet juist inconsistent dat er aan de inwoners van Weesp niet de vraag is voorgelegd of zij überhaupt zelfstandig willen blijven? Die keuzemogelijkheid was er niet. Het was alleen maar of herindelen met Gooise Meren of met Amsterdam. De vraag van zelfstandigheid is niet voorgelegd. Is dat dan niet de grootste inconsistentie?

De heer Kox (SP):

Ik zou dat aan de inwoners van Weesp overlaten. Collega Van Hattem zal vaak rondweiden in Weesp, want het befürworten van de mening van een aantal Weespenaren stelt toch wel als vereiste dat je er vaak komt. Maar dan zal het hem opgevallen zijn dat de meeste inwoners van Weesp kunnen leven met het feit dat Amsterdam bij Weesp gevoegd gaat worden en daar geen hele grote problemen mee hebben. Het zal nog een tijdlang duren. De eerste keer dat ik kennisnam van het fenomeen actievoeren, was denk ik in 1961, toen ik tot mijn verbazing een aantal medebewoners uit mijn dorp "Zeelst blijft Zeelst" op de weg zag kalken. Zeelst was op dat moment al 40 jaar onderdeel van de gemeente Veldhoven. Sentimenten kunnen lang blijven bestaan en Zeelst is nog steeds Zeelst. Zo zal Weesp ook altijd een trotse stad kunnen blijven, maar dan nu in een ander bestuurlijk verband.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kox.

De heer Kox (SP):

Maar ik denk dat een meerderheid van de bevolking van Weesp duidelijk is geweest.

De heer Van Hattem (PVV):

De heer Kox zegt: dan moet het aan de bevolking van Weesp worden gevraagd. Dat is juist het probleem. Die vraag is en wordt niet gesteld. Daarom roept onze motie ook op om juist die vraag alsnog te stellen. Dan kan er alsnog gekeken worden of de aansluiting bij Amsterdam reëel is. Maar de vraag van zelfstandigheid is de meest wezenlijke vraag rond de autonomie en zelfbeschikking van een gemeente. Die vraag is niet gesteld. U zegt: "Zeelst blijft Zeelst". Maar Zeelst is binnen de gemeente Veldhoven iets heel anders dan het ten opzichte van Amsterdam veel afgelegener gelegen Weesp. Dat geldt ook voor de bestuurlijke verhoudingen. Veldhoven is, zoals de heer Kox uiteraard zal weten, in 1921 een soort van gelijkmatige herindeling geweest van drie ongeveer even grote gemeenten …

De voorzitter:

Wat is uw vraag, meneer Van Hattem?

De heer Van Hattem (PVV):

… en dat is bij Weesp en Amsterdam niet het geval. Dat wilde ik even opmerken.

De voorzitter:

Dit was eigenlijk uw derde termijn. Dan heeft u die vast gehad.

De heer Kox (SP):

Het was 1921. In Zeelst dachten ze daar helemaal anders over: dat was puur kolonialisme uit Veldhoven. Maar daarover gaan we het nu niet hebben. Feit is dat het nu organiseren van een referendum in Veldhoven toch het verhaal is van: met je eieren naar Pasen komen. Dat lijkt ons geen goed idee.

Beide fracties zullen, alles afwegende, voor dit voorstel stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kox. Dan geef ik het woord aan de heer De Vries namens de Fractie-Otten.