Plenair Crone bij voortzetting behandeling



Verslag van de vergadering van 6 juli 2021 (2020/2021 nr. 44)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.25 uur


De heer Crone i (PvdA):

Dank, voorzitter. Ook dank aan de minister voor de glasheldere antwoorden. Ik zal me beperken tot het amendement-Koerhuis dat een minimumtermijn mogelijk maakt. Zoals u al zei, gebeurt dat kennelijk nu ook al op niet-wettelijke basis. Dan zouden mensen dus in beroep kunnen gaan en een schadeclaim kunnen vragen, als ze toch weggaan en niet willen doorbetalen. Dat is een vraag. Ik denk dat het zo is. Ook die andere huurprijs vragen is oneigenlijk gebruik van de marktmacht van de verhuurder.

Het is toch even goed om te zeggen dat het woord "geitenpaadje" suggereert dat wij iets geks doen. Het was niet uw woord, maar van onze klassenoudste. De minister-president wil misschien geitenpaadjes, maar voor de zorgvuldigheid wil ik er graag op wijzen dat we staatsrechtelijk iets heel normaals doen. Het kan voorkomen dat de Eerste Kamer op onderdelen of in het geheel een andere mening heeft dan de Tweede Kamer. Als dat niet zo kan zijn, dan moet je ons opheffen.

Er is een uitweg gevonden. Op de onvolprezen site van onze Voorzitter en onze Griffier — dat is dus de site van de Eerste Kamer — staat heel kort en krachtig wat een novelle is. Een novelle is een verbetering van of aanvulling op een wet. En dan kan de Eerste Kamer ervoor kiezen de behandeling van de hoofdwet op dat onderdeel te schorsen totdat er een nieuwe novelle is. Dat is de hele wet. Dat doen we niet. Maar er staat ook: "De Eerste Kamer kan eventueel ook het te wijzigen wetsvoorstel aanvaarden, met de toezegging dat aanpassing (later) door middel van een novelle zal plaatsvinden." Die route kiezen we nu. Ik vind het hier de meest eigenlijke route die we kunnen vinden. Er staat zelfs nog bij: "Novelles waren aanvankelijk bedoeld om technische gebreken in een wetsvoorstel na behandeling in de Tweede Kamer te herstellen. De laatste jaren worden soms ook politieke bezwaren van de Eerste Kamer ondervangen door een novelle." Ik vind dat we dus helemaal binnen de bestaande spelregels zitten. Dat is goed om te benadrukken.

Ik wil ook benadrukken: er staat geen unanieme Tweede Kamer tegenover een al dan niet unanieme Eerste Kamer, want dit amendement had geen unanimiteit. Er waren belangrijke fracties tegen, om dezelfde redenen als hier ongeveer gelden, maar daar is niet uitvoerig over gesproken. Ik waardeer het ook dat de minister het amendement toen heeft ontraden, omdat het niet passend was bij het wetsontwerp en omdat het niet onderbouwd was, zoals zij zei. Dat hoeven wij ons niet aan te rekenen. Als zij iets doen wat niet onderbouwd is, hoeven wij niet te zeggen dat we het wel moeten aanvaarden omdat het erin staat.

Dit is dus meer ter ondersteuning van onze eigen argumentatie. Maar dit is ook, omdat de Tweede Kamer dan misschien zal zeggen: ja, dat is waar, dat hebben wij misschien te snel gedaan. Misschien gaan ze dat niet zeggen, maar gaan ze hun eigen verkiezingsprogramma's lezen. En dan zou ik zeggen: ChristenUnie, CDA, D66. Ik heb dat 16 maart ook gezegd. Dat was een dag voor de verkiezingen, maar het heeft de uitslag niet meer kunnen beïnvloeden. Ik dacht zelf aan de opening van het journaal van 16 maart 's avonds, maar het is niet gelukt. Alle gekheid op een stokje: het was toch duidelijk dat er toen op dit punt ook aarzelingen waren in de Tweede Kamer. Maar soms maak je een coalitiedeal — ik weet dat niet; ik heb dat nooit meegemaakt — en dan is er blijkbaar toch iets gebeurd waar we nu spijt van hebben, ook de Tweede Kamer.

Ik denk dus dat we niet al te bescheiden moeten zijn, maar gewoon open en eerlijk moeten zeggen: dit is gebeurd en we gaan het nu samen anders en beter doen. Ik dank de minister zeer dat zij dat toen al doorhad en heeft ontraden. Ze krijgt de volle steun van in ieder geval mijn fractie om dit netjes af te handelen. En dan zien we wel of het technisch nog mogelijk is om daar doelgroepenuitzonderingen in te maken, zoals zij zelf ook zegt, en hoe we dat dan eventueel kunnen doen. Laten we daar geen twee jaar over gaan nadenken, maar zorgen dat dit 1 januari klaar is.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Crone. Dan is het woord aan de heer Pijlman namens de fractie van D66.