Plenair Van der Burg bij behandeling Samenvoegingen van gemeenten



Verslag van de vergadering van 6 juli 2021 (2020/2021 nr. 44)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.30 uur


De heer Van der Burg i (VVD):

Dank u, voorzitter. Formeel bespreken wij vandaag drie wetten en een novelle. De praktijk laat zien dat het woord "Heerhugowaard" een stuk minder vaak valt dan het woord "Schaijk". In mijn bijdrage zal dat niet anders zijn.

Als VVD gaan wij akkoord met de voorliggende wetsvoorstellen. Wij denken dat het heel goed is dat de minister zo snel heeft gehandeld met de novelle. Dat laat richting de bevolking ook zien dat de wens van de bevolking van Grave heel snel kan worden uitgevoerd. Hulde daarvoor. Ook mijn bijdrage zal zich dus beperken tot het specifieke punt van Landerd, Schaijk, Uden en Oss.

Waarom gemeentelijke fusies? Gemakshalve sluit ik even aan bij de woorden van de heer Dittrich. Ik sluit ook aan bij de voorwaarden die de heer Dittrich stelt, al plaats ik daar wel meteen een nuancering bij. Het kan namelijk zijn dat er geen sprake is van draagvlak bij bevolking en/of gemeenteraad, maar dat er toch redenen zijn om de provincie te laten besluiten, in te grijpen en te zeggen: hier moet toch sprake zijn van een fusie. Ik denk ook even aan de casuïstiek die we in het verleden hebben gehad rondom Haarlem en Bloemendaal, waar het uiteindelijk niet gebeurd is maar wel boven de markt hing. Draagvlak kent dus een nuancering.

Voorzitter. Wij vinden het als VVD in eerste instantie aan de gemeenteraad c.q. gemeenteraden om de totaalafweging te maken, omdat er meer is dan alleen de mening van een bepaald deel van een gemeente. Je moet het altijd in samenhang met elkaar zien. Op het moment dat je referenda hebt, liggen referenda op het gebied van de gemeente, dus voor de hand liggend. Bij Grave maar ook twee weken geleden bij Weesp resulteerde dat in keuzes waarbij de bevolking voor datgene koos wat ook het uiteindelijke voorstel was. Bij Landerd lijkt de bevolking van de gemeente zich niet zozeer te roeren. Dan mag je er dus van uitgaan dat de gemeenteraad inderdaad als volksvertegenwoordiging namens de gemeentebevolking sprak. Het probleem zit er hier echter in dat dat niet geldt voor een deel van een deel. Ik zeg "een deel van een deel", omdat we ook niet kunnen zeggen dat de bevolking van Schaijk tegen is. De heer Van der Linden zei het ook al. Er zijn zeer fanatieke tegenstanders. Die roeren zich op een buitengewoon professionele wijze en dat heeft ook geleid tot het amendement met betrekking tot een externe evaluatie. Inderdaad een bijzonder voorstel; laat ik het op dit moment maar even zo noemen. Maar er zijn ook mensen die niet kiezen voor aansluiting bij Oss. We kunnen dus ook niet zeggen: de bevolking van Schaijk is het hier niet mee eens. Een referendum op kernenniveau gaat naar de mening van de VVD niet werken, omdat je dan alle kernen even serieus zou moeten nemen. Dat zou in dit geval geen probleem opleveren, maar ik kan mij zomaar voorstellen dat als er bij de gemeente Haarlemmermeer of bij de gemeente Hollands Kroon een kernenreferendum komt, dat tot een zeer gespikkeld, niet bestuurlijk en niet gewenst landschap leidt.

De heer Van der Linden i (Fractie-Nanninga):

Maar dan komt het toch goed uit dat ik de heer Van der Burg ken als een zeer praktisch en pragmatisch ingestelde persoon. We gaan toch geen bureaucratische argumenten over wat er in de toekomst met gemeenten met twintig kernen mis zou kunnen gaan, gebruiken om hier, waar het evident wel zou kunnen voor drie kernen, te gaan experimenteren? Dat is toch een enorme kans? Als u de afweging bij een gemeente met 30 kernen anders maakt, dan staat dat u vrij. Maar we kunnen het toch juist hier doen, omdat het wel kan? Dat is toch juist de praktische keuze?

De heer Van der Burg (VVD):

Nee, want als volksvertegenwoordiger van de bevolking in Schaijk zijn de mensen in Schaijk mij liever dan alle andere mensen. Maar als volksvertegenwoordiger van Nederland — dat is een Eerste Kamerlid — dien ik voor iedereen de regels hetzelfde toe te passen. Wat dan zou mogen bij Landerd c.q. Schaijk, zou ook ergens anders moeten gelden. Dan gaat het volgens mij niet werken. Dat is één.

Maar dat brengt ... Dan ga ik door met mijn betoog, voorzitter.

De voorzitter:

Tenzij de heer Van der Linden nog een korte tweede vraag heeft.

De heer Van der Burg (VVD):

Ja, daarom.

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

Ik begrijp dat, omdat wij ook gemeenten hebben met een stuk of twintig dorpskernen, u zegt dat Schaijk eigenlijk de dupe is van de precedentwerking die hiervan uit zou gaan als we het wel zouden doen.

De heer Van der Burg (VVD):

De precedentwerking is inderdaad een belangrijk aandachtspunt. Elke uitslag van elk referendum hoort ons even lief te zijn, ongeacht de uitslag van het referendum.

Voorzitter. Dan ligt er wel meteen een ingewikkeld vraagstuk voor, en dat is die externe evaluatie. Eh ...

De voorzitter:

Maak uw zin maar af. Ik zie de heer Van Hattem komen.

De heer Van der Burg (VVD):

Ik zou ook geen voorstander zijn geweest van die externe evaluatie. Het heeft iets van een onding.

De heer Van Hattem i (PVV):

Iedere zin van de heer Van der Burg beluister ik met belangstelling, maar ik kom nog even terug op het vorige punt. Nu zegt de heer Van der Burg van de VVD eigenlijk: we zitten met een probleem als er heel veel kernen in één gemeente liggen, want het is moeilijk om dan nog per kern een lokaal referendum te houden. Is dat dan niet juist een reden om niet over te gaan tot verdere bestuurlijke opschaling waarbij er nóg veel meer kernen in één gemeente komen te liggen? Dat gaat nu bijvoorbeeld bij Land van Cuijk gebeuren, waar er bijna 30 kernen in één gemeente komen te liggen. Komt die lokale democratie dan niet nóg verder, en onnodig ver van de burger af te liggen, waardoor een fenomeen als een lokaal referendum überhaupt niet meer mogelijk is? En kan dat dan plotseling wel bij een gemeente waar bijvoorbeeld maar één kern in de gemeente ligt?

De heer Van der Burg (VVD):

Ik weet niet of ik het goed begrijp. Maar laat er geen misverstand over zijn dat de VVD ervan uitgaat dat gemeentelijke opschalingen, zogeheten fusies, altijd van onderaf komen, dus vanuit gemeentes opkomen, een enkele uitzondering daargelaten. Dat was de nuancering die ik net had richting de heer Dittrich. Dus het is niet de bedoeling van de VVD om vanwege welk construct dan ook, te zeggen: wij gaan nu van bovenaf gemeentes groter maken. Als het van onderop komt, dan verwachten wij dat de gemeente waar het om gaat de belangen van alle inwoners afweegt en daarin een keuze maakt. En die afweging die de gemeenteraad als volksvertegenwoordiging van het geheel dan maakt, is meer dan de optelsom van de verschillende onderdelen.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Van Hattem, tot slot.

De heer Van Hattem (PVV):

Dat is niet helemaal consistent. Ik wijs op de herindeling van de gemeente Haren bij Groningen. Daar is wel van bovenaf een herindeling opgelegd. Dat is ook gesteund door de VVD, en ook door D66, alle mooie woorden van zojuist ten spijt. Maar het punt is dat er nu ook heel veel gemeentes zijn die al eerder in een gedwongen setting zijn samengevoegd. Bijvoorbeeld voor de gemeente Landerd zijn ze op onvrijwillige basis allemaal bij elkaar geveegd, na de commissie-Schampers 25 jaar of 28 jaar geleden. Hoe moet het dan met dergelijke plaatsen? Hebben die dan niet het recht om een lokaal referendum te kunnen houden?

De heer Van der Burg (VVD):

Vandaar ook mijn nuancering op het verhaal van de heer Dittrich. Het moet van onderop komen. Er moet sprake zijn van draagkracht. Maar er kunnen redenen zijn voor een provincie om te zeggen: wij grijpen nu toch in en wij kiezen voor een gedwongen proces van fusering. Dat moet aan de orde kunnen zijn in het kader van belangen die groter zijn dan de belangen van de desbetreffende kern of de desbetreffende gemeente, of desbetreffende gemeenten. Dat was de nuancering. Dus ja, in de ogen van de VVD ís er de mogelijkheid dat het gedwongen van bovenaf gaat, maar het uitgangspunt is dat het ongedwongen van onderop gaat.

De voorzitter:

Ik stel voor dat de heer Van der Burg zijn betoog voltooit.

De heer Van der Burg (VVD):

Ja, voorzitter. Ik kom dan inderdaad op de externe evaluatie. Hoe moet ik die voor mij zien? Hoe gaat die evaluatie plaatsvinden en op welk niveau? Op het niveau van Schaijk? Op het niveau van het voormalige Landerd? Op het niveau van Uden? Het ligt voor de hand dat je in die twee jaar die je nu hebt, niet écht gaat fuseren — of dat je althans dat risico loopt — als het zwaard van Damocles boven je hoofd hangt dat je over twee jaar weer moet "ontfuseren". Dat zeg ik nog even los van de punten die ook net zijn aangeroerd. Hoe ga je het meten? Wie gaat de besluitvorming doen? Als straks de gemeenteraad van Uden, het nieuwe Uden, het besluit neemt, stopt het daar dan mee? Stopt het als de gemeenteraad van het nieuwe Uden besluit dat de fusie gelukt is en de bevolking van Schaijk tevreden is? Als er gekozen wordt voor een referendum, kies je die dan op het niveau van Schaijk? Kies je die op het niveau van het voormalige Landerd? Want ook daar kunnen mensen tevreden of ontevreden zijn. Of kies je die op het niveau van Uden? En wat zijn dan de criteria waaraan je toetst? Kortom, ik krijg graag antwoorden op deze vragen voor de discussie in de tweede termijn.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van der Burg. Dan geef ik nu het woord aan de heer Rombouts namens de fractie van het CDA.