Plenair Dittrich bij behandeling Uitvoering verordening identiteitskaarten



Verslag van de vergadering van 13 juli 2021 (2020/2021 nr. 46)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.40 uur


De heer Dittrich i (D66):

Voorzitter. Vandaag bespreken we hoe de nieuwe identiteitskaart in Nederland eruit gaat zien. Maar wat is identiteit eigenlijk? Identiteit kies je niet, die krijg je opgeplakt, of zoals Sinan Çankaya het zegt in interviews over zijn boek Mijn ontelbare identiteiten, uit 2020: "Identiteit is altijd relationeel. Het gaat vooral over hoe de omgeving jou definieert en op jou reageert. Je identiteit bezit je niet."

En toch heeft de Europese Commissie besloten dat er binnen de Europese Unie uniforme identiteitskaarten moeten komen, met als hoofddoelen: fraude beter aanpakken bij de grenzen van de EU en het recht op vrij verkeer van EU-burgers vergemakkelijken. De ontelbare identiteiten van een persoon worden in de kaart gereduceerd tot een naam, een geboortedatum, nationaliteit, een nummer, vergezeld van twee vingerafdrukken en een gezichtsopname. De kaart wordt "versierd", zeg ik met name tegen de heer Van Hattem, met de Europese blauwe vlag met gele sterren, in de wereld inmiddels een bekend symbool van Europa.

De nieuwe identiteitskaart zal, nadat de wet te zijner tijd is aangepast, niet meer het geslacht van de persoon vermelden. De staatssecretaris gaat eind 2022 het wetsvoorstel dat dat mogelijk maakt bij de Tweede Kamer indienen. Maar waarom niet veel eerder? In Europa hebben Griekenland en Duitsland de geslachtsregistratie, die ook wel sekseregistratie wordt genoemd, op hun identiteitskaarten al afgeschaft. Bij de Nederlandse regering wordt er al lang op aangedrongen onnodige geslachtsregistraties achterwege te laten. Zo heeft Human Rights Watch in een rapport uit 2011 over de rechten van transgendermensen in Nederland al de aanbeveling gedaan formulieren en documenten te ontwerpen die mensen de mogelijkheid bieden hun gender of sekse niet meer te vermelden. En in 2007 en 2017 hebben de internationale experts die de Jogjakarta-beginselen hebben opgesteld, het internationale mensenrecht "the right to legal recognition" uitgewerkt. De experts roepen staten op ervoor te zorgen dat identiteitsdocumenten alleen persoonlijke informatie behelzen die relevant, redelijk en noodzakelijk is. Beëindig de registratie van sekse of gender in identiteitsdocumenten, adviseerden zij in 2007 en 2017. Sinds 2007 hebben alle Nederlandse regeringen die Jogjakarta-beginselen onderschreven. Als laatste punt wil ik noemen dat de Nederlandse regering de Equal Rights Coalition heeft opgericht samen met Uruguay. Daar zijn inmiddels 42 landen in de wereld lid van. Zij huldigen dit standpunt ook.

De heer Schalk i (SGP):

Ik heb een vraag aan mijn collega ...

De heer Dittrich (D66):

Dittrich.

De heer Schalk (SGP):

Uiteraard. Ik wilde even de rust in het debat brengen, en dat is gelukt. Maar dus even een vraag aan collega Dittrich. Kan hij het zich ook voorstellen dat er kwetsbare mensen zijn die het juist heel fijn en belangrijk vinden om hun geslacht te laten vermelden op hun identiteitskaart?

De heer Dittrich (D66):

Daar moet ik even over nadenken. Het gaat erom dat er een aantal gegevens op een identiteitskaart staan die de identiteit van de persoon waarborgen. In de regeling die gaat gelden zijn dat naam, bsn-nummer, nationaliteit en dan die biometrische gegevens. Dat zijn de noodzakelijke en ook redelijke eisen die je kunt stellen aan een identiteitskaart. Ik vind dat een goeie opzet.

De heer Schalk (SGP):

Ja, maar dan toch een stapje verder, terug naar mijn vraag. Zijn er ook mensen in een kwetsbare positie die het juist fijn vinden dat bij die belangrijke gegevens ook aangegeven wordt dat ze man of vrouw zijn?

De heer Dittrich (D66):

Ik kan mij zo voorstellen dat een identiteitskaart eigenlijk alleen noodzakelijke gegevens heeft. Ik begon mijn inleiding met te zeggen dat de identiteit van een persoon uit veel meer lagen en gegevens bestaat dan de reductie op de kaart. Als iemand het belangrijk vindt dat zijn of haar geslacht deel uitmaakt van de identiteit, kun je dat op heel andere manieren vormgeven. Dat hoeft niet bij deze kaart, die uiteindelijk via technische manieren wordt gelezen.

De voorzitter:

Ik stel voor dat u uw betoog vervolgt.

De heer Dittrich (D66):

Ook in het regeerakkoord van 2017 zegt de regering toe om onnodige geslachtsregistratie tegen te gaan. Bij brief van 3 juli vorig jaar schrijft minister Van Engelshoven aan de Eerste Kamer, mede namens deze staatssecretaris, wat de stand van zaken is. Er blijkt een rapport verschenen te zijn van de Universiteit Utrecht. Organisaties als Atria en Transgender Netwerk Nederland hebben een toolkit ontworpen over hoe overheden, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisatie onnodige geslachtsregistraties kunnen verminderen. Die gegevens zijn overduidelijk. Er is dus helemaal geen verder onderzoek meer nodig. Dat brengt mij tot de vraag aan de staatssecretaris waarom het zo langzaam gaat. Zo moeilijk is het toch niet om een wetsvoorstel te schrijven? Zou de staatssecretaris ons willen toezeggen dat hij dat wetsvoorstel eerder gaat indienen dan eind 2022, zoals hij in de stukken schrijft?

Voorzitter. Dan heb ik nog een aantal vragen over de uitvoerbaarheid van het voorliggende wetsvoorstel. De nieuwe identiteitskaart, nu dus nog met die geslachtsregistratie, wordt vanaf 2 augustus aanstaande verstrekt. In de schriftelijke voorbereiding heeft de staatssecretaris op vragen van D66 geantwoord dat er niet voorzien is in extra aandacht voor het indammen van etnisch profileren bij de controle van de kaart. Dat antwoord baart de fractie van D66 toch zorgen, moet ik zeggen. Officieel mogen de vingerafdrukken alleen geverifieerd worden als er qua foto onduidelijkheid bestaat over de identiteit van de persoon, maar we kennen natuurlijk allemaal de verhalen over zwarte mannen of vrouwen met een hoofddoek die extra worden gecontroleerd. Is de staatssecretaris bereid om de introductie van de nieuwe identiteitskaart aan te grijpen om de controleurs — denk aan de marechaussee, de Douane of de politie — erop te wijzen dat etnisch profileren uit den boze is?

De biometrische gegevens komen alleen op de identiteitskaart te staan en, zo heeft de staatssecretaris uitgelegd, ze worden niet centraal opgeslagen. Dat lijkt ons inderdaad heel terecht. De staatssecretaris zegt dat er een sleutel wordt ontwikkeld die de landen de mogelijkheid geeft de gegevens op de kaart te lezen. Maar die sleutel is er nog helemaal niet. Andere landen kunnen de vingerafdrukken dus nog niet controleren, mocht er gerede twijfel zijn over de identiteit van een persoon. Wat is de stand van zaken nu? Klopt het overigens dat de sleutel die ontworpen wordt, ook toegang geeft tot het burgerservicenummer, de biometrische gezichtsopname en andere persoonlijke feiten die in de chip op de kaart staan? Hoever zijn de andere landen met hun apparatuur? Hoever is Nederland? Zal die apparatuur veilig genoeg zijn en bestand zijn tegen bijvoorbeeld hacken? Want we weten allemaal hoe die techniek zich ontwikkelt en we kennen allemaal verhalen dat op het darkweb vingerafdrukken van onschuldige burgers worden verhandeld. Wij willen graag van de staatssecretaris horen dat de sleutel die ontworpen zal worden, veilig is. Wil de staatssecretaris ons daarover informeren?

Binnen 90 dagen na afgifte van de identiteitskaart worden de biometrische gegevens gewist en vernietigd door de gemeente die de kaart heeft uitgegeven. In de schriftelijke beantwoording schreef de staatssecretaris ons dat de minister van BZK toezicht houdt op de daadwerkelijke vernietiging. Maar hoe gaat dat toezicht op de daadwerkelijke vernietiging in de praktijk nou eigenlijk in z'n werk? Want we moeten niet hebben dat biometrische gegevens blijven rondslingeren. Dat gebeurde in 2006 wel met lege paspoorten. Dat was ook gedecentraliseerd. Die werden gestolen en verhandeld. De vraag, de achterliggende gedachte, is natuurlijk: is het veilig genoeg om het toezicht op zo'n manier te verankeren?

Tot slot, meneer de voorzitter, nog een vraag over Nederlanders in het buitenland. Een nieuwe identiteitskaart mag alleen afgegeven worden nadat de persoon fysiek is verschenen en zijn biometrische gegevens heeft afgestaan. Maar woon je als Nederlander in een ver land, ver van de ambassade of Nederlandse vertegenwoordiging, ben je ziek of zijn er andere zwaarwegende omstandigheden waardoor je niet in persoon op de aanvraaglocatie kunt verschijnen, dan is het praktisch onmogelijk om aan die verschijningsplicht te voldoen. De door de regering gevonden oplossing is het — nu komt een vreselijk woord — mobiel vingerafdrukopnameapparaat, het MVA. Dan wordt aan huis voldaan aan de verschijningsplicht. Op zichzelf lijkt me dat een mooie oplossing, maar hoe gaat dat in het buitenland in z'n werk, bijvoorbeeld als je in een groot land leeft waar geen Nederlandse vertegenwoordiging is? Ik noem maar even Kameroen of Zambia, waar de Nederlandse ambassades zijn opgeheven.

Voorzitter. D66 zou graag zien dat als dit wetsvoorstel in werking treedt, de technische aspecten rond de vingerafdrukopname qua veiligheid zullen worden geëvalueerd. Is de staatssecretaris daartoe bereid? In het kader van de evaluatie denken wij ook dat het heel belangrijk is dat de uitkomsten van de rechtszaken die nu bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg aanhangig zijn, worden meegenomen in de evaluatie. De vraag nu is wat de stand van zaken is met betrekking tot die rechtszaken. Is de staatssecretaris bereid om daar in de evaluatie ook op te letten?

Daarmee kom ik tot het einde van mijn bijdrage. Ik ben heel benieuwd naar de beantwoording van de staatssecretaris.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Dittrich. Dan is nu het woord aan de heer Schalk namens de fractie van de SGP.