Plenair Nicolaï bij voortzetting behandeling Inzet coronatoegangsbewijzen bij niet-essentiële detailhandel en niet-essentiële dienstverlening op publieke plaatsen



Verslag van de vergadering van 30 november 2021 (2021/2022 nr. 8)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.51 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Nicolaï i (PvdD):

Dank, voorzitter. Dank ook voor de beantwoording, hoewel ik die niet helemaal compleet vond. Ik heb nog een aantal vragen aan de minister.

Is hij het met mij eens dat er in de wettelijke tekst staat dat er sprake moet zijn van een vergelijkbare kans op overdracht? Dat is dus niet de kans op ziek worden en ook niet de kans om in het ziekenhuis terecht te komen, maar de kans op overdracht.

De tweede vraag is de volgende. Als je spreekt over de vaccineffectiviteit, kun je spreken over de effectiviteit tegen de infectie en tegen de transmissie. Klopt het dat de minister uitgaat van een vaccineffectiviteit van 70% tegen de infectie en van 50% tegen de transmissie? Kan de minister dat bevestigen? Als dat zo is en die 70% wordt gehanteerd, is dat een recente vaststelling. Ik heb gevraagd wanneer die vaststelling is geweest. Dat was op 5 oktober. Het is nu 30 november. We spreken dus over negen weken verschil. Ik heb gevraagd naar de periode waarin de testen zijn afgenomen waarop die 70% gebaseerd is. Dat bleek de periode juli tot september te zijn. Dat is heel ver weg. Bevestigt de minister deze gegevens en staat hiermee niet vast dat dit verouderde gegevens zijn?

Naar ik begrepen heb, neemt de vaccineffectiviteit tegen de infectie af naarmate het langer geleden is dat iemand gevaccineerd is. Dat heeft de minister schriftelijk bevestigd. Ik zou graag willen weten of hij daar nog steeds achter staat.

In oktober is het advies gegeven dat gebaseerd is op die 70%. Inmiddels is het 30 november, negen weken later. Als het zo is dat de werking van het vaccin iedere week afneemt, is het dan aannemelijk dat het niet meer die 70% is, maar lager?

Ik kom bij Italië. Daar zijn wel onderzoeken gedaan naar de vaccineffectiviteit. In het bericht van 7 november wordt niet uitgegaan van 70%, wat het in september was in Italië, maar van 50%. Op 21 november zien we dat een effectiviteit wordt gemeten van 40%. Mijn vraag aan de minister is of dit relevant is voor de vraag of er sprake is van een afname van bescherming van het vaccin.

Tot slot zijn er in november 122.000 gevaccineerden positief getest. Dat is negen keer meer dan in september. Acht de minister dat ook relevant voor de vraag of we rekening moeten houden met een afname van de bescherming van het vaccin? Als dat allemaal zo is, moeten we dan niet constateren dat die 70% waarvan is uitgegaan, geen realistisch gegeven meer is en dat we eerder moeten aanhaken bij de gegevens die we uit Italië kennen? Brengt dat, weer even helemaal terug naar de eerste vraag, niet met zich mee dat die vergelijkbare kans op overdracht bij de gevaccineerden niet meer aanwezig is in verhouding tot degenen die een test hebben ondergaan? Als dat zo is, dan klopt het niet dat we de wet vandaag zelfs gaan uitbreiden. Dat waren die vragen.

Dan kom ik nog bij een andere juridische of politieke vraag over artikel 22 van de Grondwet. Ik zou de minister willen vragen hoe hij aankijkt tegen het naleven van die bepaling als in de zomer eigenlijk al bekend is dat in Israël een booster wordt gezet, omdat men daar heeft geconstateerd dat de werking van het vaccin vermindert, als er gegevens zijn in andere landen waaruit blijkt dat inderdaad de werking van het vaccin, bij wijze van spreken, keldert en er eigenlijk nu pas wordt ingezet op het met spoed boosteren enzovoorts. Inmiddels zitten we aan een enorme verspreiding van het virus. Heeft deze regering dan artikel 22 van de Grondwet eigenlijk wel nageleefd? Het kan best zijn dat wij de minister daar geen verwijt over kunnen maken, maar ik wil het wel graag hier in de Kamer vastgesteld hebben. Is artikel 22 wel voldoende nageleefd?

Ik vraag dat met name ook omdat ik de minister weer hoor zeggen dat de schuld van waar we nu in terechtgekomen zijn, eigenlijk ligt bij de mensen die zich niet gevaccineerd hebben. Hadden we, als die booster wel was gezet en als de testcapaciteit wel op orde was geweest, dan ook met dat enorm rondfladderende virus te maken waarvoor we nu, soms in paniek, maatregelen moeten treffen? Ik kijk even naar Denemarken. Ik heb dat in mijn eerste termijn ook naar voren gebracht. In Denemarken verschilt de vaccinatiegraad bijna niet van Nederland, maar daar hebben ze die problemen niet. Ligt dat dan aan de gevaccineerden en de mensen die zich niet hebben willen laten vaccineren of die zich niet hebben kunnen vaccineren? Of ligt het aan andere factoren, zoals een regeringsbeleid?

Dat waren mijn woorden in tweede termijn. Ik dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Nicolaï. En ik verzoek de minister nogmaals om zich bij de beantwoording te beperken tot de context van het wetsvoorstel.

Dan ga ik naar de heer Van Rooijen namens 50PLUS.