Plenair Schalk bij voortzetting debat naar aanleiding van de regeringsverklaring



Verslag van de vergadering van 15 februari 2022 (2021/2022 nr. 17)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.12 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Voorzitter, dank u wel. Bij de vorige Algemene Politieke Beschouwingen liet ik een stukje muziek horen. Ik heb van de voorzitter begrepen dat dat niet meer gewenst is, dus ik heb nu iets anders meegenomen, namelijk een boek.

De voorzitter:

Ik weet niet wat u gaat doen, maar als u iets wilt tonen, moet u dat vooraf aan de voorzitter vragen. Dit is een openbaar debat en mensen kunnen dit thuis niet zien. Ik verzoek u dit niet te doen.

De heer Schalk (SGP):

Ik zal het hier neerleggen en niet laten zien. Ik zal erover zeggen welk boek het is. Dat mag misschien wel, voorzitter?

De voorzitter:

Zeker.

De heer Schalk (SGP):

Voorzitter. Het is een cadeautje. Ik vind een presentje voor de minister-president wel op zijn plaats, die hier weer zit al representant van het vierde kabinet dat zijn naam draagt. Misschien denkt hij bij zichzelf: nee, niet weer een boek. Maar dit is een bijzonder boek. Het is namelijk een soort veredeld prentenboek, dat binnen een jaar al ruim twintig keer herdrukt is. Volgens de schrijver, Charlie Mackesy, is het een boek voor iedereen, of je nu 8 bent of 80. De titel van het boek is: De jongen, de mol, de vos en het paard. De jongen is eenzaam, de mol houdt van taartjes, de vos is zenuwachtig en het paard is wijs. De jongen maakt eerst kennis met de mol. Ik ben zo klein, zei de mol. Ja, zei de jongen, maar je maakt een groot verschil. Dat is een prachtige les, misschien ook wel voor mijn eigen partij. In de komende kabinetsperiode zal de SGP proberen het verschil te maken door onze gebruikelijke houding: gouvernementeel en constructief-kritisch, zolang de regering met goede voorstellen komt.

Als de jongen en de mol nog maar net onderweg zijn, zien ze een uitgestrekt landschap. De jongen vraagt: wat is dat daarginds? Dat is de wildernis, zegt de mol, wees er niet bang voor. Misschien is dat een mooie les voor het nieuwe kabinet. Angst is een slechte raadgever. Daarom: wees niet bang, maar wel alert. Juist als het gaat over onze veiligheid. Oplopende spanningen tussen Rusland en Oekraïne maken duidelijk dat er zomaar een brandhaard kan ontstaan in de achtertuin van Europa en dat de wereldvrede bepaald nog niet is uitgebroken. Ook daarom moet Nederland blijven investeren in defensie, zodat we onze NAVO-verplichtingen kunnen waarmaken. De minister-president heeft in de vorige kabinetsperiode mij ervan verzekerd dat die in mei 2024 op orde zou zijn. Mijn vraag aan de minister-president is op welke wijze het kabinet die toezegging gaat waarmaken. Veiligheid is zeker geen vanzelfsprekendheid. Het is niet alleen een internationaal thema, ook in ons eigen land moet het onze aandacht hebben. De politie, de veiligheidsdiensten en alle hulpverleners moeten veilig en ongehinderd kunnen werken. Welke extra maatregelen zet de nieuwe regering in voor het handhaven van onze rechtsstaat?

De jongen en de mol ontmoeten een vos, maar die zit in een valstrik. De vos dreigt: als ik bij je kan komen, dan maak ik je dood. De mol draait het om. Hij zegt: als jij in die val blijft zitten, dan ga jij dood. Dat is een harde les. Het is ook de harde praktijk. Als wij mensen laten vastzitten in de drugs door de gelegenheid te blijven bieden om te starten met gelegaliseerde drugs, zoals wiet en weet ik wat voor rommel allemaal, dan gaan ze daaraan kapot, samen met degenen die hen lief zijn. Durf er een einde aan te maken! Of hoe rijmt de minister-president de effectieve aanpak ter voorkoming van problematisch gebruik van drugs met dat verschrikkelijke experiment? Als mensen vastzitten in de prostitutie, moeten we ze daar toch uit helpen? Wanneer komt de regering met een harde aanpak? Kan er een tijdspad geschetst worden over de intensivering van de uitstapprogramma's? Of neem de stroom van ellende rond de seksuele intimidatie van vrouwen die allerwegen openbaar wordt. Is dit niet het moment om eens te kijken naar wat we allemaal durven te vertonen, bijvoorbeeld op de publieke omroep? Als daar schaamteloos van alles en nog wat, ook op seksueel gebied, vertoond wordt, vinden we het dan gek dat het ook in de echte wereld plaatsvindt? De mol in dit kinderboekje durfde het aan om de vos te bevrijden door met z'n kleine tandjes die valstrik door te knagen. Mijn vraag aan het kabinet is: hoe gaat u de valstrikken van drugs, van porno en prostitutie, van criminaliteit en van ondermijning te lijf?

De jongen, de mol en de vos trekken samen verder. Ze kijken naar het landschap, waarboven ze een vallende ster zien. En wat staat daar dan bij? "Zo veel moois om voor te zorgen." Als het kabinet dat nu voor ogen houdt: zo veel moois om voor te zorgen. Ik noem zomaar een paar thema's. De vrijheid van onderwijs, uniek in de wereld. Koester die vrijheid en zorg voor goede aansluiting voor iedereen door terug te gaan naar de basisbeurs. Op welke termijn verwacht de minister-president dat dat gerealiseerd kan worden? Of neem de volksgezondheid. Nu heerst een coronapandemie, straks weer wat anders. Zorg alstublieft voor die zorgmedewerkers. Zorg voor een zorgsysteem dat niet kraakt in zijn voegen, maar steunt op een stevig fundament zowel qua kennis als financieel, én bewaak de grenzen van de medische ethiek, ook bij initiatiefwetten vanuit de Tweede Kamer. De SGP zal daarbij vooral letten op de moraal rond leven en dood vanuit de Bijbelse notie dat het leven beschermwaardig is, omdat we het zelf niet kunnen maken, maar vooral omdat het leven daadwerkelijk een godsgeschenk is.

Of neem het geld en de economie. Tot mijn schrik zag ik dat minister Hoekstra de sleutel van de schatkist digitaal overhandigde aan minister Kaag. Voorheen is mij altijd verteld dat die bewuste sleutel kwijt was. Nu die blijkbaar gevonden is, stroomt het geld weg naar allerlei fondsen. Hoe voorkomen we, zo vraag ik aan het kabinet, dat de schulden bij de volgende generatie terechtkomen? En hoe houden we de staatsschuld in de hand? Economisch gezien staan we er niet slecht voor. Zorg dat iedereen ervan profiteert, niet alleen grootbedrijven en het mkb, maar ook de werkenden. Zij verdienen uiteindelijk het geld. Laten we hen daarvoor dan ook belonen, door een eerlijk belastingsysteem te bouwen met oog voor de lager betaalden. Wat gaat het kabinet doen aan de marginale druk waardoor de laagst betaalden over elke verdiende euro zo'n 80 cent belastinggeld moeten betalen? Eenverdieners met een modaal salaris betalen nog steeds tot bijna zeven keer zoveel belasting als tweeverdieners! Gaat de nieuwe staatssecretaris die kloof nu echt aanpakken?

Voorzitter. Ook ligt er nog een wetsvoorstel over het niet-indexeren van de kinderbijslag. In het kader van de armoedebestrijding vraag ik: is de regering bereid om dat voorstel in te trekken? Ik overweeg een motie op dat punt.

Voorzitter. Er zijn nog twee belangrijke lessen in dit kinderboek en in de tweede termijn zal ik de laatste wijze les noemen. Daarna geef ik pas dit boek om te voorkomen dat we de minister-president als gesprekspartner nu kwijt zouden raken. Als hij dit boek eenmaal heeft, dan heeft hij het daar misschien te druk mee. Nu dus nog één les, en wel over de bestuurscultuur. De SGP-fractie zal letten op de woorden en de daden van het nieuwe kabinet, vanuit de wetenschap dat wij geroepen zijn om deze verantwoordelijkheid te dragen. Daarbij laat ik mij leiden door de Bijbel als het woord van god dat heilzaam is voor iedereen. Anderen doen dit vanuit hun eigen overtuiging. De regering werkt vanuit vier coalitiepartijen, maar de vraag dringt zich op hoe wij ons werk doen. Misschien moeten we daar even extra bij stilstaan in onze chambre de réflexion, zeker ook omdat in de aanloop naar de regeringsverklaring keer op keer is gehamerd op de nieuwe bestuurscultuur. Wat bedoelen we daar eigenlijk mee, vraag ik aan de minister-president. In zelfreflectie vraag ik mijn collega-senatoren: is die oproep eigenlijk alleen maar gericht op de bewindslieden? Dat zou heel gemakkelijk zijn, want dan is het een soort prijsschieten.

Voorzitter. Mijn fractie maakt zich grote zorgen over de hoge toon waarop het publieke debat gevoerd wordt. Natuurlijk is er vrijheid van meningsuiting, maar dat betekent nog niet dat je alles zomaar moet zeggen. In een gesprek tussen de mol en de jongen wordt het heel kernachtig verwoord: een van onze grootste vrijheden is hoe we op dingen reageren. En dat is een waar woord, want het is niet om het even hoe we met die vrijheid omgaan. Het is opvallend dat de Bijbel heel veel wijze lessen geeft, juist over onze woorden. Denk aan Salomo als hij zegt dat een zacht antwoord de grimmigheid afkeert, maar dat een smartend woord de toorn doet oprijzen. In het Nieuwe Testament staat een tekst van Paulus die mij persoonlijk altijd zeer aanspreekt: laat uw woorden met aangenaamheid zijn, met vriendelijkheid dus, en met zout besprengd. U weet: zout is bederfwerend én smaakmakend.

Wordt zo het debat niet in de kiem gesmoord? Nee, het debat wint aan kracht, als wij met respect naar elkaar luisteren en met elkaar spreken. Politici ontlenen hun gezag niet aan veel geschreeuw en weinig wol. En als wij er hier maar op los tetteren, dan zal de samenleving ons voorbeeld volgen: wie wind zaait, zal storm oogsten. Als wij ons zorgen maken over de hoge toon van het publieke debat, als wij ons zorgen maken over de veiligheid van onze bewindslieden en van onze collega-parlementariërs, dan moeten we in de spiegel durven kijken. Een nieuwe bestuurscultuur begint hier, niet alleen bij de minister-president en bij zijn kabinet, niet alleen bij mijn collega's, maar hier, achter dit katheder, bij mij. Oftewel, iedereen die hier spreekt draagt bij aan die nieuwe bestuurscultuur. Mijn oproep is: laten we samen deze verantwoordelijkheid oppakken, waardig en met passie.

Ik dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schalk. En hoe sympathiek ook, ik verzoek de leden geen zaken, anders dan het gesproken woord, aan elkaar te overhandigen. Nu is het een boek, straks is het een foto, een filmpje of een petitie. Die verzoeken zijn ook allemaal al binnengekomen naar aanleiding van dit debat vandaag. Maar het is thuis voor de mensen niet te volgen. Het debat moet goed te volgen zijn en het moet ook openbaar zijn. Dat staat overigens ook in ons Reglement van Orde en zelfs in de Grondwet. Buiten de vergadering om kunt u alles aan elkaar geven, maar in de vergadering liever niet.

Minister Rutte i:

Wij komen daar samen uit.

De heer Schalk (SGP):

Voorzitter, ik zal zorgen dat het buiten de vergadering om aan de minister-president wordt overhandigd.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Otten namens de Fractie-Otten.