Plenair Nicolaï bij behandeling Implementatiewet richtlijnen verkoop goederen en levering digitale inhoud



Verslag van de vergadering van 12 april 2022 (2021/2022 nr. 25)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.21 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Nicolaï i (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Ik kan kort zijn. Inderdaad, een stofzuiger en een paard kun je niet met elkaar vergelijken, dat ben ik helemaal met mevrouw Bezaan eens. De minister heeft hele goede argumenten naar voren gebracht waarom het juist in het kader van het dierenwelzijn is dat we naar een jaar zijn gegaan. Want dat betekent gewoon dat een fokker of een andere leverancier van een levend dier heel goed voor dat dier moet zorgen. Daar gaat het uiteindelijk om.

Naar aanleiding van het antwoord van de minister had ik nog twee vragen. Begrijp ik het nou goed dat de minister zegt, ook kijkend naar Duitsland: ja, je kan ervoor kiezen om levende dieren helemaal uit te sluiten, en dan kun je vervolgens de richtlijn opzijleggen en kun je verder nationaal iets regelen? Als dat het geval is, dan zou dat dus betekenen dat je, als je een amendement van zes maanden zou gaan goedkeuren, er eigenlijk voor gekozen hebt om die toepassing te geven aan die uitsluiting van de levende dieren. Maar dat betekent ook, zoals al een andere mede-senator hier naar voren bracht, dat verder álle bescherming die in die richtlijn ligt niet meer geldt. Zie ik dat goed?

De tweede vraag is eigenlijk een beetje een vraag die misschien ook aan de indiener van de motie gesteld zou kunnen worden. We hebben het over harmonisatie, maar we hebben nog steeds Nederlands burgerlijk recht, we hebben Duits burgerlijk recht, we hebben Frans burgerlijk recht. Als het nou zo belangrijk is voor de fokkers om een bepaalde garantietermijn, of die termijn van zes maanden, toch te kunnen hanteren, is het dan niet mogelijk dat je, als je bijvoorbeeld een paard verkoopt, zegt dat op de verkoop Duits recht van toepassing is? Dat kun je in Nederland doen; dat zou je in je overeenkomst kunnen opnemen. Hoe kijkt de minister daartegen aan? Want als dat het geval is, dan zitten we hier eigenlijk te praten over iets wat helemaal niet nodig is en kunnen we gewoon de wet laten zoals die is.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Nicolaï. Wenst een van de leden in de tweede termijn nog het woord? Dat is het geval. Ik geef het woord aan de heer Meijer namens de fractie van de VVD.