Plenair Baay-Timmerman bij behandeling Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten



Verslag van de vergadering van 24 mei 2022 (2021/2022 nr. 29)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.42 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Baay-Timmerman i (50PLUS):

Dank, voorzitter. Voor ons liggen twee verschillende wetsvoorstellen die op het oog parallellen hebben, maar toch wezenlijk van elkaar verschillen. Beide zien op verandering van de Kieswet, maar ik behandel ze afzonderlijk.

Voorzitter. Allereerst het wetsvoorstel dat aanpassingen van de Kieswet voorstelt voor kiezers buiten Nederland. Ten overvloede merk ik op dat 50PLUS altijd een groot voorstander is geweest om de mogelijkheden te vergroten, zodat ook in het buitenland wonende Nederlanders hun stem bij verkiezingen kunnen uitbrengen. Naast Nederlanders die voor hun werk of anderszins in het buitenland woonachtig zijn, betreft het hier ook veel ouderen die na gedane arbeid en met het oog op hun gezondheid naar zonnige oorden vertrekken. Deze laatste groep wordt wel aangeduid als pensionado's, maar het werkelijke woord is pensionista's; waarvan akte.

Voorzitter. De tijdelijke experimentenwet van juni 2013, waarbij de mogelijkheid werd gecreëerd om per email een stembiljet aan de potentiële kiezer in het buitenland te sturen, liep af per 1 januari van dit jaar. Op grond van de huidige Kieswet kunnen stembiljetten uitsluitend per post worden verzonden. De reden voor het ingezette experiment lag in de tijdrovende postbezorging in veel landen, waardoor de kiezer te weinig tijd had om zijn briefstem tijdig terug te sturen, waardoor stemmen verloren gingen.

Uit de evaluatie na drie verkiezingen volgt een positief resultaat. Het per e-mail versturen van stembiljetten die de kiezer zelf dient uit te printen en na invulling terug te sturen naar Den Haag, blijkt praktisch goed uitvoerbaar te zijn. Mijn fractie acht het van groot belang dat naast de mogelijkheid van verzending per e-mail ook de keuze voor toezending per post blijft bestaan, omdat niet alle kiezers over een mailadres c.q. printer beschikken. Ik vraag de minister te bevestigen dat deze gegarandeerde keuze onverkort gehandhaafd blijft en dat deze alleen zou kunnen vervallen na parlementaire goedkeuring.

Mijn fractie heeft nog een paar vragen aan de minister aangaande dit wetsvoorstel. Sinds 2017 bestaat er een permanente registratie, waardoor inschrijving niet meer per verkiezing noodzakelijk is. Dat is een positief element, want het heeft het aantal geregistreerde kiezers aanzienlijk doen toenemen. De kiezer die het stembiljet per post wil ontvangen, geeft dit op het registerverzoek aan. Is het zo dat een eenmaal opgegeven voorkeur voor post c.q. mail later nog aangepast kan worden? En zo ja, hoe doet de kiezer dat dan? Verwacht de minister dat dit register up-to-date zal blijven? Mensen verhuizen of veranderen hun mailaccount. Is dit register gekoppeld aan het Nederlandse bevolkingsregister, om te voorkomen dat iemand die terugkeert naar Nederland, twee keer een stembiljet ontvangt? Bestaat er een maximumaantal voor het toesturen van stembiljetten aan een bepaald e-mailadres? Partners delen soms een e-mailadres, maar de memorie van toelichting maakt melding van het feit dat meerdere kiezers op hetzelfde mailadres geregistreerd stonden, terwijl dit mailadres toebehoorde aan een politieke partij. Hoe kan dit soort misbruik in de toekomst voorkomen worden?

Voorzitter. In dit wetsvoorstel wordt ook het model van het stembiljet aangepast. Het meest elementaire is de toevoeging van logo's, indien een partij hierover beschikt, en het feit dat de kiezer twee keer kiest: een keuze voor een partij en een keuze voor een kandidaatnummer van die partij. Ingeval de kiezer uitsluitend het vakje van de partij inkleurt — gelukkig hoeft dat niet meer met een rood potlood — wordt de stem toegerekend aan kandidaatnummer 1 op de lijst. Dan is een geldige stem uitgebracht. Hier ontstaat echter een discrepantie met het andere wetsvoorstel dat we vandaag behandelen. Het uitbrengen van een stem binnen Nederland in het stemhokje vereist niet alleen het aankruisen van een partij, maar ook het aankruisen van een kandidaatnummer van die partij, anders wordt een ongeldige stem uitgebracht. De rechtsgeldigheid van een stem vanuit het buitenland wordt dus anders gewogen dan een stem in Nederland.

Dat is toch zeer merkwaardig? Desgevraagd stelt de minister in de memorie van antwoord van 21 januari dat zij dit verschil niet problematisch acht, omdat het hier gaat om een experiment. Pas wanneer het nieuwe stembiljet definitief wordt ingevoerd, is het moment daar om het verschil gelijk te trekken, aldus de minister. Maar dat gaat zeker nog tien jaar duren. Als het niet om een problematisch verschil zou gaan, hoef je deze stemweging ook niet gelijk te trekken. Mijns inziens erkent de minister door haar antwoord dat deze discrepantie wel degelijk ongewenst is. 50PLUS hoort daarom graag van de minister waarom op een later moment eenduidige weging van de rechtsgeldigheid van een stem, ongeacht waar die is uitgebracht, van belang is. Want niemand kan ontkennen dat het stemmen op een partij of op een persoon wezenlijk iets anders is.

Afrondend meent mijn fractie over invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland dat de resultaten na de proefperiode ook genoegzaam aantonen dat de voorgestelde wijziging gerechtvaardigd is, zowel uit praktisch oogpunt van postbezorging als om het uitbrengen van een stem door kiezers buiten Nederland te vergemakkelijken. Wel is en blijft adequate voorlichting aan de kiezer noodzakelijk.

Voorzitter. Dan ga ik nu over tot de behandeling van de Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten. Mijn fractie is inmiddels wat huiverig geworden voor het woord "tijdelijk" als het gaat om wetsvoorstellen — en wij zijn niet de enigen, de heer Van Hattem had het er ook al over. Dat bleek vorige week ook bij de behandeling van de Tijdelijke wet maatregelen, maar dat terzijde. In de memorie van antwoord van 21 januari jongstleden worden de voordelen van het wetsvoorstel nog eens op een rij gezet en gaat de minister in op vragen van diverse fracties. Heel kort samengevat is de aanleiding voor dit wetsvoorstel versimpeling van het stembiljet, met name om het handmatig tellen van stemmen makkelijker te maken. Op termijn wordt ingezet op elektronisch tellen.

Bij aanneming van deze wet kan geëxperimenteerd worden met twee modellen van het stembiljet. Model 2 bevat de partijnamen met hun eventuele logo's en kandidaatnummers, in plaats van de namen van de kandidaten, die staan op een afzonderlijke lijst. Model 1 vereist een hele andere systematiek. De kiezer pakt dan zelf een stembiljet van zijn partij, waarop alleen de kandidaten van die partij staan.

Voorzitter. Begrijp ik het goed dat de regering vooralsnog een voorkeur heeft voor model 2? Betekent dat, als daarmee positieve resultaten worden bereikt, dat wordt afgezien van experimenteren met model 1? Want de minister zegt in de memorie van antwoord: "Deze wet geeft enkel de grondslag maar betekent geen verplichting voor experimenteren met model 1." Mijn fractie begrijpt, ook na de beantwoording van de SP-vragen hierover, nog steeds niet waarom er een wettelijke grondslag moet komen voor model 1. Graag een duidelijker toelichting hierover die meer behelst dan "we willen ook nadrukkelijk model 1 kunnen beproeven."

Terug naar model 2. De lijst met kandidaatnummers is zichtbaar in het stemhokje, zodat de kiezer het nummer van zijn kandidaat niet hoeft te onthouden. Welke consequenties brengt dit met zich mee? Heeft de kiezer meer tijd nodig in het stemhokje? Hoe voorkom je dat de lijsten bekrast worden? Hoe groot wordt het formaat van zo'n lijst en blijven de kandidaatnamen en -nummers wel goed leesbaar voor iedereen? Is de minister het met 50PLUS eens dat het van cruciaal belang is om diversiteit in de proefgemeenten te hanteren, dus niet alleen gemeenten met hoogopgeleiden maar ook gemeenten waarin zich veel laaggeletterden bevinden, zodat je een representatief beeld krijgt van het experiment? Heel generiek zou je namelijk kunnen stellen dat Nederlanders die woonachtig zijn in het buitenland in zijn algemeenheid voldoende geletterd en digitaal vaardig zijn, waardoor de tot op heden aangetoonde resultaten misschien wat té gunstig gekleurd zijn.

Voorzitter. Mijn fractie is wél verheugd dat bij het ontwerpen van het stembiljet goed geluisterd is naar de diverse belangenorganisaties, waardoor de leesbaarheid en de herkenbaarheid van partijen verbeterd wordt en meer rekening wordt gehouden met onder anderen ook de blinde kiezers.

Voorzitter, ik ga afronden. Als de minister behalve een kleiner formaat van het stembiljet zo graag wijziging in de Kieswet wil aanbrengen, dan vraagt mijn fractie zich af hoe zij denkt over principiële veranderingen in ons kiesstelsel, zoals partijstemmen. Feitelijk wordt dat in het wetsvoorstel voor kiezers buiten Nederland mogelijk gemaakt. De gemiddelde burger kiest vrijwel altijd in eerste instantie een partij uit die aansluit bij zijn of haar gedachtegoed en vervolgens wordt door het aankruisen van een persoon op die partijlijst zijn stem uitgebracht. Steeds vaker ontstaat er teleurstelling als zo'n gekozene uit een partijfractie stapt, met medeneming van de zetel. Dat roept veelal ergernis, irritatie en onbegrip op in de samenleving. Graag verneemt mijn fractie van de minister hoe zij hiertegen aankijkt.

Voorzitter. 50PLUS ziet uit naar de beantwoording van de gestelde vragen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Baay. Dan is nu het woord aan de heer Kox namens de fractie van de SP.