Plenair Moonen bij voortzetting behandeling van het conceptbesluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet



Verslag van de vergadering van 7 maart 2023 (2022/2023 nr. 21)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.20 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Moonen i (D66):

Voorzitter. Allereerst wil ik de minister en in het bijzonder alle ambtenaren bedanken voor hun inzet. Ik denk daarbij ook terug aan alle ambtenaren die reeds in het jaar 2011 zijn gestart met de eerste contouren van de Omgevingswet. We hebben het over een traject van twaalf jaar van ook ambtelijke voorbereiding en heel veel inzet van mensen. De minister heeft aangegeven dat hij in de tweede termijn terugkomt op het punt dat regels op de kaart over natuur van voor 1 juli 2022 niet zichtbaar zouden zijn. Dat is belangrijk voor de fractie van D66 omdat wij natuurbescherming wezenlijk vinden. De minister zegde toe dat hij er in tweede termijn op zou terugkomen. Verder is het voor de fractie van D66 belangrijk dat de minister de volgende toezegging heeft gedaan, althans zo interpreteren wij die. Hij heeft over dit tijdelijke, alternatieve maatregel gezegd dat het niet wenselijk is dat twee systemen heel lang naast elkaar bestaan. Tegelijkertijd heeft hij ook aangegeven dat er bij gemeentes wel degelijk behoefte is en kan zijn aan een langere beschikbaarheid van die tijdelijke alternatieve maatregel. De toezegging van de minister over die TAM interpreteert de fractie van D66 als volgt: de minister heeft de bereidheid toegezegd om de tijdelijke alternatieve maatregel voor twee jaar beschikbaar te houden, wanneer een groep van gemeenten hierom vraagt.

Verder heeft de minister aangegeven dat er reeds een programma bestaat — dat kennen we ook allemaal: Aan de slag met de Omgevingswet — waarbij goede voorbeelden van instrumenten beschikbaar worden gesteld en gedeeld met iedereen. Hierover heeft de minister aangegeven dat hij dit zal doen, zo lang als nodig is voor medeoverheden, om als ondersteuning te blijven. De vraag vanuit de praktijk is daarbij leidend en de vorm is volgend.

Tot slot heeft de fractie van D66 nog een motie.

De voorzitter:

Door de leden Moonen, Pijlman, Backer, Verkerk en Kluit wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat participatie een verplicht onderdeel is van de Omgevingswet;

verzoekt de regering om binnen het DSO het mogelijk te maken om voornemens van besluiten te publiceren, vergelijkbaar met het voorontwerp van een bestemmingsplan, om participatie te bevorderen, zodat er één vindplaats is voor alle voorgenomen besluiten waarover nog participatie moet plaatsvinden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter FB (33118, 34986).

Mevrouw Moonen (D66):

Tot slot.

De voorzitter:

Was dit uw motie?

Mevrouw Moonen (D66):

Dit is de motie.

De voorzitter:

"En gaat over tot de orde van de dag"?

Mevrouw Moonen (D66):

Gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Anders wordt het een hele lange avond namelijk. Is de motie ook door iemand ondertekend?

Mevrouw Moonen (D66):

Jazeker.

De voorzitter:

Wie zijn dat? Of wie is dat?

Mevrouw Moonen (D66):

We hebben de getekende versie nodig. Kunnen mensen misschien hun hand opsteken?

De voorzitter:

Het is gebruikelijk dat u even voorleest wie er getekend heeft. Maar goed, dat zien we dan wel.

Mevrouw Moonen (D66):

Ondertekend heeft …

De voorzitter:

Wordt de indiening van de motie voldoende ondersteund? Dat is het geval. Dan maakt de motie deel uit van de beraadslaging onder 33118, 34986, letters FB.

Mevrouw Moonen (D66):

Tot slot, voorzitter. Het eindresultaat van vandaag zal ik dinsdag voorleggen aan de fractie van D66.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Moonen. Dan is het woord aan de heer Van Dijk namens de SGP.