Plenair Niek Jan van Kesteren bij beleidsdebat over alle extrabudgettaire financiering via fondsen en andere initiatieven



Verslag van de vergadering van 4 april 2023 (2022/2023 nr. 25)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.27 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Niek Jan van Kesteren i (CDA):

Voorzitter. Ooit, enige jaren geleden, bij een van de Algemene Financiële Beschouwingen, heb ik mij ervoor ingespannen om de instelling van het Nationaal Groeifonds te verdedigen tegenover critici die financiering van dit soort projecten via de reguliere begroting prefereerden. De kern van dat debat staat ook vandaag centraal: is financiering via fondsen voldoende transparant en door het parlement controleerbaar?

Voorzitter. De CDA-fractie is, hoewel sceptischer dan in het verleden, nog steeds van oordeel dat de instelling van een fonds om bepaalde beleidsdoelen te realiseren op zichzelf een nuttig instrument kan zijn. Het geeft focus aan een bepaald doel en langetermijnfinanciëlezekerheid voor de realisatie daarvan. Maar dan moet er wel aan bepaalde kwaliteitseisen worden voldaan, temeer daar het aantal middelen dat in fondsen is ondergebracht inmiddels een groot getal heeft bereikt. Naast het Nationaal Groeifonds, zijn er nu ook het Klimaatfonds en een stikstoffonds. Met een aantal andere fondsen samen beslaan deze, naar men zegt, intussen een bedrag van bijna 100 miljard euro. Dat is een bedrag om rekening mee te houden, een bedrag dat gedegen parlementaire controle vergt.

Er moet inzicht zijn in wat precies het omschreven doel van een fonds is, die omschrijving moet voldoen aan internationale standaarden die op dit gebied gebruikelijk zijn en het moet duidelijk zijn welke bewindspersoon verantwoordelijk is voor het betrokken fonds. Het parlement zou ook een jaarlijks bijgehouden overzicht moeten krijgen van hoeveel fondsen er zijn en welke bedragen daarin omgaan. Ik kan mij tevens voorstellen dat er jaarlijks, al dan niet in het kader van de Algemene Financiële Beschouwingen, een debat plaatsheeft over dit geheel van zaken. Dat is niet alleen in het belang van de intrinsieke kwaliteit van fondsfinanciering, maar ook om een verantwoorde afweging te kunnen maken binnen het geheel van de rijksfinanciën. Immers, nu het om zulke grote bedragen gaat, moeten deze ook kunnen worden afgewogen tegen andere uitgaven. Het geld dat voor fondsen bestemd is, ligt niet op de plank, maar moeten worden geleend op de kapitaalmarkt, en dat niet meer gratis, zoals in het recente verleden, maar tegen stevige rentepercentages. Dat geld kan dan niet meer besteed worden aan andere zaken, zoals zorg, onderwijs, defensie, belastingverlaging, et cetera. Daarom zijn een strakke discipline en controle bij fondsenfinanciering noodzakelijk.

De CDA-fractie hecht aan een gedegen financieel beleid. Het jaarlijkse saldo en de staatsschuld moeten binnen de daarvoor geldende normen blijven. Als dat niet gebeurt, worden de lasten naar de toekomst verschoven en komen er financiële problemen als de economie tegenvalt of als er anderszins plotseling grote uitgaven moeten worden gedaan. Het recente verleden heeft met covid en de energiecrisis geleerd dat het prettig is dat de overheid extra uitgaven kan doen zonder in een onverantwoorde situatie te komen. Daarvoor is voortdurende financiële discipline noodzakelijk. De CDA-fractie heeft dat altijd gevonden en onderschrijft ook vandaag de noodzaak daartoe. Daarom is voor ons de kernvraag aan het kabinet hoe het ook als het gaat om fondsenfinanciering financiële discipline wil waarborgen en welke maatregelen het daartoe wil treffen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Kesteren. Wenst een van de leden nog het woord in de eerste termijn? Dat is niet het geval. Dan schors ik de beraadslaging en de vergadering voor de pauze tot 13.30 uur.

De beraadslaging wordt geschorst.