Plenair Schalk bij voortzetting beleidsdebat over alle extrabudgettaire financiering via fondsen en andere initiatieven



Verslag van de vergadering van 4 april 2023 (2022/2023 nr. 25)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.25 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Voorzitter, dank u wel. Ook dank aan de ministers voor de beantwoording van de vragen. We hebben vrij uitvoerig met elkaar gesproken over de Comptabiliteitswet. Die geeft duidelijk aan hoe de verantwoordelijkheden liggen bij een begrotingsfonds. Het instellen daarvan gaat via een instellingswet. In eerste termijn gaf ik aan dat het geld van het Nationaal Groeifonds al voor een groot deel is uitgegeven, voordat de instellingswet door het parlement was aanvaard. De minister heeft uitgelegd hoe dat gekomen is. We zien eigenlijk hetzelfde gebeuren bij het stikstoffonds en het Klimaatfonds. In de Miljoenennota in september werd al aangegeven dat er al gelden worden uitgegeven vanuit beide fondsen, terwijl de instellingswet nog in de Tweede Kamer ligt.

Ik vind het van belang om vast te stellen dat we gaan werken met instellingswetten. In de Miljoenennota staat dat de eerste uitgave uit het fonds 4,5 miljard voor het Klimaatfonds en 500 miljoen voor het Transitiefonds is. In totaal wordt er dus al 5 miljard uitgegeven, zonder dat dit gedekt is door de instellingswet. Nogmaals, de minister heeft uitgelegd op welke manier dat geborgd is. Dat klopt wel, maar mijn vraag is of dat de schoonheidsprijs verdient. Misschien kan daar nog heel even op gereageerd worden.

Ik heb in mijn eerste termijn een voorbeeld genoemd, waarbij ik een vergissing heb gemaakt. Ik noemde Geldeland, maar het ging over Overijssel. Daar ligt een voorstel om de hele stikstofproblematiek aan te pakken op provinciaal niveau. Daar heeft men 5 miljard voor nodig. Moet de provincie nu wachten op die instellingswet, of kan dat ook al op een andere manier uitgekeerd worden, zodat men aan de gang kan?

Minister Adriaansens heeft goed uitgelegd hoe het zit met het eigenaarschap van de projecten. Eigenaars van een project zijn in feite ook eigenaar van de inflatie. Daar moeten ze blijkbaar zelf rekening mee houden. Maar we moeten ons wel realiseren dat dat nogal wat betekent. In de eerste projectronde was het absoluut ondenkbaar dat er zo'n hoge inflatie zou komen. Laten we een simpel voorbeeld nemen waar we allemaal mee te maken hebben: de renovatie van het Binnenhof. Die werd geraamd op 450 miljoen en wordt inmiddels geraamd op 730 miljoen. Daar zit dus een enorme kloof tussen. Dat zul je, natuurlijk op een andere schaal, ook hebben bij de projecten die in de eerste ronde zijn aangevraagd. Is dat zo? Kan dat ook bij die projecten aan de orde zijn? Ik dank de minister van Financiën voor de toezegging in eerste termijn om met een scenario te komen waarin duidelijk wordt gemaakt op welke manier daarmee wordt omgegaan. Mijn vraag aan haar is: komt ze met dat scenario nog in onze tweede termijn, vandaag, of komt ze daarmee later met een brief?

Ik dank de minister ook voor een andere toezegging. Die toezegging was vooral gericht aan de heer Van Ballekom, maar sommige anderen hebben ook gevraagd om een helder overzicht bij de Miljoenennota. We hebben daar net ook nog even gediscussieerd. Volgens mij moet dat inderdaad bij de minister van Financiën vandaan komen. Dan kan zij meteen bewijzen dat zij de coördinerend bewindspersoon is en dat kan de heer Otten weer helpen met zijn motie. Het is nu nog maar begin april, in september hebben we de Miljoenennota. Het zou ons heel erg helpen als eraan gewerkt gaat worden en dat er niet gezegd wordt dat dat "hopelijk" bij de Miljoenennota komt, maar dat er de komende Miljoenennota gewoon een eerste overzicht ís. Ik hoop dat de minister dat klip-en-klaar kan toezeggen.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schalk. Dan is het woord aan de heer Backer namens D66.