Plenair Schalk bij behandeling Versterking gebouwen in de provincie Groningen



Verslag van de vergadering van 11 april 2023 (2022/2023 nr. 26)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.32 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Natuurlijk ook veel dank aan de staatssecretaris voor de snelle en adequate beantwoording. Ik zou nog een paar vraagjes willen stellen.

Ten eerste. Helemaal aan het begin van zijn betoog had hij het over de politieke oplossing. Een van de politieke oplossingen was om de resterende putten te sluiten in oktober 2023 of oktober 2024. Maar waarom niet in de tussentijd? Zie ik iets over het hoofd? Of is 2024 echt de limit?

Ten tweede. Ik had nog gevraagd of de staatssecretaris nog voorbeelden had met terugwerkende kracht. Die heb ik in de eerste termijn niet meer gehoord, dus ik ga er even van uit dat het niet te vinden was. Mocht dat nog anders zijn, hoor ik het graag straks.

Dan ten aanzien van het debatje dat we hadden over de NAM, waar blijkbaar nog veel geprocedeerd wordt. Daarvan heeft de staatssecretaris gezegd "zie het nou eens als een erezaak en zorg ervoor dat je stopt met dat procederen en dat je tempo houdt", of hij zoekt naar een oplossing waarbij je in één keer het probeert af te kopen. Ik snap dat de staatssecretaris daar niets meer over wil zeggen, ook inhoudelijk niet. Maar ik vind het wel heel belangrijk dat hij op dat spoor zit. Wat mij betreft voelt hij vanuit deze Kamer de ruimte om daar stappen in te zetten als dat enigszins mogelijk is.

Nog één opmerking over het realistische tijdpad. In september hadden we het over 13.000 huizen en nu, zes, zeven maanden later over 12.000. We hebben nog vijf jaar te gaan tot 2028, en nog 12.500 woningen. Dat is 2.500 per jaar. We doen er 1.000 per jaar. Dus er zit echt een groot gat daartussen. Ik vind het goed om te horen dat de moeilijkste problemen in eerste instantie worden opgelost, zodat het straks sneller gaat. Maar ik heb daar twee vragen bij. De eerste vraag aan de staatssecretaris is: zorg ervoor dat die mensen in ieder geval iets realistisch voor de bril houden. Als we op een gegeven moment merken, in 2026, dat het echt niet gaat lukken, blijf ze dan niet zoethouden met valse hoop. Dat is het eerste. Er is natuurlijk ook de volgende vraag. De staatssecretaris heeft daar misschien weinig invloed op, maar het is wel goed om het te benoemen. Al zouden die gelden loskomen en die toewijzingen snel komen, is het dan ook realiseerbaar, zijn er dan voldoende handen om de dingen te maken?

Voorzitter, ten slotte. Ik vond het heel mooi dat de staatssecretaris op een zeker moment zei dat het van belang is dat de samenleving, de gemeenschap daar, zorgt voor elkaar en dat daar ook geestelijke verzorging bij is. U zult het mij niet euvel duiden dat ik even in mijn Bijbel zat te loeren, te zoeken, te lezen, moet ik zeggen. In het boek Prediker gaat het over de verdrukkers die macht hebben. Nou, wij hebben wel macht uitgeoefend over Groningen. En het gaat over de verdrukten die geen trooster hadden. Eigenlijk is dat, denk ik, een heel toepasselijke tekst. Je zou kunnen nadenken, ook als overheid — dat hebben we ook gedaan toen we een tijdje geleden naar de Caraïben gingen, waar veel armoede is — over: wat doen de kerken eigenlijk? En kun je als overheid daar ook een verbinding mee leggen om te kijken wat er aan diaconaat en aan pastoraat gedaan kan worden? Ik geef dat als laatste graag mee aan de staatssecretaris. Ik wens hem veel wijsheid en zegen bij dit bijzondere werk.

De voorzitter:

Nog één vraag aan u, meneer Schalk. Ik zag de staatssecretaris vertwijfeld kijken bij uw vraag over de terugwerkende kracht. Ikzelf meen dat het over de tijdelijke regeling ging, maar u kunt dat beter uitleggen.

De heer Schalk (SGP):

Zeker, dat ging inderdaad over de tijdelijke regeling. We hadden even een gesprekje over de terugwerkende kracht. Die funderingen waren een goed voorbeeld van de staatssecretaris. Ik vroeg of je dat ook op andere voorbeelden kunt toepassen. Dat was inderdaad de vraag, voorzitter.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Wenst een van de leden in de tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Is de staatssecretaris in de gelegenheid om direct te reageren of heeft hij nog tijd nodig?

Staatssecretaris Vijlbrief i:

Ik heb alle antwoorden op één na. Dat is de laatste, die de heer Schalk heeft herhaald. Ik kijk even of de ambtenaren die op tijd kunnen aanleveren. Maar ik kan gelijk beginnen, als u mij toestaat.

De voorzitter:

Graag. Dan zien we dat antwoord misschien wel tussendoor binnenkomen. Ga uw gang.