Plenair Backer bij voortzetting Algemene Europese Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 18 april 2023 (2022/2023 nr. 27)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 20.02 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Backer i (D66):

Voorzitter, dank u wel. Dank aan de minister voor zijn uitgebreide beantwoording. Dat wil niet zeggen dat alle vragen nu van tafel zijn, maar ik denk dat we een heel stuk verder zijn gekomen.

Ik heb ook geen nieuwe vragen, wel aansporingen. De eerste gaat over de discussie over de politieke en militaire macht. Ik zie een voorzichtige minister. Wij hebben gesproken over: tijdig of iets te laat. Dat punt zou ik toch nog een keer onder zijn aandacht willen brengen voor de toekomstige ontwikkelingen. Ik hoop dat hij daarin ook een vormgever kan zijn.

Dat vraagt om leiderschap. Dat onderwerp is vandaag al eerder aan de orde geweest. Ik zie dat hij het in zich heeft, als hij naar Oekraïne gaat en daar zeer actief solidariteit betoont namens ons. Dat waardeer ik ook, dat wil ik hier ook zeggen namens onze fractie. Maar ik denk dat bij dat leiderschap ook overtuiging moet zitten; overtuiging die de verandering van de Nederlandse opstelling in Europa uitdraagt, waar mevrouw Karimi ook op wees. De overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking wil verder met Europa. Ik denk dat dat de progressie is die we nu zien. Ik denk dat we bijna een decennium lang de verkeerde discussie gevoerd hebben. Daar hebben we een hoop tijd mee verloren, en dat is zonde.

Voorzitter. Ik zou willen dat mijn kleinkinderen en hun kinderen terugkijken naar mijn inzet, naar onze inzet in deze debatten en door de regering voor de toekomst van Europa, want ik weet dat ook de minister een kinderrijk gezin heeft. En dat ze dan zeggen: in elk geval is er in die jaren een fundament gelegd voor een verdere Europese integratie die ons doet gaan van de verweesdheid — de minister haalde dit woord ook aan in zijn antwoord — naar een volwassen, democratische, politieke unie die beschermt en waarin wij ons vrij voelen in verbondenheid en ons kunnen ontplooien. Hoe mooi zou dat zijn, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Backer. Dan is het woord aan mevrouw Faber-van de Klashorst namens de PVV.