Plenair Huizinga-Heringa bij voortzetting Algemene Europese Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 18 april 2023 (2022/2023 nr. 27)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 12.06 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Huizinga-Heringa i (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. De coronapandemie en de Russische inval in Oekraïne hebben Europa doen schudden op haar grondvesten. De pandemie bepaalde de Europese Unie bij onze grote afhankelijkheid van landen als bijvoorbeeld China voor veel van onze noodzakelijke producten, en heeft een nieuwe roep om strategische autonomie doen ontstaan. De Russische aanval op Oekraïne bepaalt ons bij de kwetsbaarheid van ons continent en vraagt om een doordenking van de positie van de EU op het geopolitieke wereldtoneel. Hoe houdt Europa zich staande in een wereldorde die verandert en waarin de macht verschuift?

De bijdrage van mijn fractie draait om het begrip "grenzen". Waar zouden de grenzen van de Europese Unie moeten lopen, hoe bewaken we die grenzen en hoe borgen we veilige passages in die grenzen? Binnen die drie aspecten adresseer ik enkele actuele Europese kwesties.

Voorzitter. De Europese Unie heeft op dit moment acht kandidaat-lidstaten in de wachtkamer; landen die graag toetreden tot de Europese Unie. Sinds de oorlog in Oekraïne is de vraag pregnant geworden welke landen wel, op min of meer korte termijn, bij de EU mogen horen. Op de ambassadeursconferentie die ik enkele weken geleden bezocht, werd zelfs gesproken over de onvermijdelijkheid van een flinke uitbreiding van de EU. Wanneer de landen aan de oostkant van de Unie geen reëel uitzicht op een EU-lidmaatschap hebben, is de kans groot dat zij zich wenden tot Rusland of China. Die vraag stelt ons voor een moeilijk dilemma.

Aan de ene kant is er — het kabinet wijst daar ook op — terechte voorzichtigheid. Het is belangrijk dat nieuwe lidstaten voldoen aan bijvoorbeeld de rechtsstatelijkheidstoets en overigens ook aan de Kopenhagencriteria. We hebben begrip voor het feit dat het kabinet zich op het punt van verdere uitbreiding van de EU strikt, fair en betrokken opstelt. Anderzijds zien we de bekende bezwaren tegen nog langere wachttijden voor kandidaat-lidstaten. Als de huidige situatie te lang voortduurt, doet dit afbreuk aan het imago van de EU als betrouwbare partner en lijkt intensievere samenwerking met China, of zelfs met Rusland, voor veel van de buurlanden van de EU een aantrekkelijke optie. Ik zeg "lijkt", maar feitelijk zien wij al enkele jaren dat de Chinese invloedssfeer zich gestaag tot de Europese Balkangrens heeft uitgebreid en meer dan eens eroverheen. Tijdige EU-uitbreiding lijkt dus zowel onmogelijk als onvermijdelijk. Mijn fractie hoort graag of het kabinet dit dilemma herkent en hoe het daarmee omgaat. Speelt de geopolitieke afweging bijvoorbeeld een rol bij de houding van Nederland ten aanzien de uitbreiding van de Unie? Wij zien uit naar een reflectie op dit dilemma van de minister.

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Ik hoor verschillende woordvoerders, en ook mevrouw Huizinga, spreken over een dilemma. Aan de ene kant is het noodzakelijk dat landen die tot de EU willen toetreden, voldoen aan de Kopenhagencriteria en hun democratische rechtsstaat op orde hebben. Aan de andere kant bestaat het gevaar dat ze, als je ze te lang laat wachten, teleurgesteld raken en in de handen van bijvoorbeeld China worden gedreven. Maar is dat echt een dilemma? Want het suggereert dat het misschien ook mogelijk is om water bij de wijn te doen en de Kopenhagencriteria af te zwakken. Is dat wat de fractie van de ChristenUnie vindt? De vraag wordt bij de regering neergelegd, maar hoe denkt de fractie van de ChristenUnie daarover? Volgens mij is het van tweeën één. Of je zegt dat de Kopenhagencriteria belangrijk zijn en dat de lidstaten daaraan moeten voldoen, en dan niet alleen voorafgaand, maar ook als ze eenmaal lid zijn, zoals de heer Van Ballekom zegt. Of je zegt dat uiteindelijk andere zaken belangrijk zijn en dat we die moeten prioriteren. Daar moet je dan een keuze in maken.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Ik noem het een dilemma en het is een dilemma. Het is zowel onmogelijk als onvermijdelijk. Je hebt allerhande uitgangspunten en principes, maar soms bevind je je in een praktische situatie waarin je zegt: hoe moeten we hier nu op een goede manier op reageren? Mijn fractie is er buitengewoon van overtuigd dat er moet worden voldaan aan de Kopenhagencriteria. Tegelijkertijd, als je ziet dat dat betekent dat grote delen van Europa in de handen van Rusland en China gedreven worden, zal je toch moeten kijken of er een andere manier is waarop we die Kopenhagencriteria en de rechtsstatelijkheid van de landen boven tafel kunnen houden, en tegelijkertijd op een of andere manier de landen die wachten niet verliezen, omdat ze teleurgesteld raken. Ik heb daar het antwoord niet direct op, maar ik vind wel dat we dat dilemma onder ogen moeten zien.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ja, een dilemma is uiteindelijk een keuze. Uiteindelijk zal je toch keuzes moeten maken.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Een dilemma leidt tot een keuze.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ja, het leidt tot een keuze. Misschien is het toch goed om vast te stellen dat de fractie van de ChristenUnie niet vindt dat de keuze zou moeten zijn dat we water bij de wijn moeten doen als het gaat om de Kopenhagencriteria. Als ik mevrouw Huizinga goed beluister, zegt ze dat die overeind en als een paal boven water staan.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Absoluut.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Alleen moet je vervolgens teleurstellingen voorkomen en misschien de gevolgen daarvan managen.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

En op wat voor manier zou dat kunnen?

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ja. Dat heeft misschien ook te maken met verwachtingsmanagement. Dat heeft misschien ook te maken met zeggen: je kunt toetreden tot de EU als je aan de criteria voldoet, maar zolang dat niet het geval is, kun je wel degelijk bij de Europese familie. We hebben ook de Raad van Europa en andere verbanden. Ik ben dus gewoon benieuwd waar de gedachtegang van mevrouw Huizinga naartoe gaat.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Ja, maar ik wacht eerst even af waar de gedachtegang van het kabinet naartoe gaat. Ik ben erg benieuwd hoe het kabinet hiernaar kijkt.

De voorzitter:

Tot slot.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Tot slot, voorzitter. Ik ben blij om vast te stellen dat ook de ChristenUnie niet zegt dat we water bij de wijn moeten doen als het gaat om de Kopenhagencriteria. Die criteria blijven overeind staan. Mooi.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Zeker.

De heer Koole i (PvdA):

Dit thema heb ik zelf ook aangeduid. De term "dilemma" is gevallen. Ik heb gesproken over de kwadratuur van de cirkel. Het lijkt onmogelijk. Tegelijkertijd heb ik de volgende suggestie gedaan. Als je vasthoudt aan de Kopenhagencriteria — daar ben ik voor — dan zie je er niet alleen op toe dat Europa daar streng aan vasthoudt, maar dan doe je ook alles om ervoor te zorgen dat die landen zo snel mogelijk gaan voldoen aan de Kopenhagencriteria. Dit kan door in die landen zelf allerlei projecten te ondersteunen die de democratie bevorderen. In Oekraïne geldt natuurlijk ook het probleem van de wederopbouw. Via die extra inzet kunnen wij vanuit Europa en vanuit de lidstaten al heel veel doen om de landen die op weg zijn om te voldoen aan de Kopenhagencriteria, te helpen om dat proces te versnellen, waarbij wel wordt vastgehouden aan die Kopenhagencriteria. Mevrouw Huizinga zegt: het is onmogelijk, maar onvermijdelijk. Is dit niet een weg die je zou kunnen gaan en die het dilemma zou kunnen oplossen?

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Dat zou een goede weg kunnen zijn. Dat zou mogelijk een oplossing kunnen zijn. Maar nogmaals, ik stel deze vraag aan het kabinet. Wij zien dit dilemma. Wij hebben ook heus gedachten over mogelijke oplossingen. Ook vinden wij dat de Kopenhagencriteria absoluut als een paal boven water staan. Maar ik hoor graag hoe het kabinet dit ziet en hoe het kabinet het voor zich ziet om dit dilemma op te lossen. Daarom ben ik hier.

De heer Koole (PvdA):

U stelt de vraag aan het kabinet, maar we hebben hier ook een debat tussen fracties. Dus ik stel een vraag aan u. U zegt: wij hebben ook oplossingen. Aan welke oplossingen denkt de ChristenUnie dan?

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Diezelfde die u ook noemt: zoeken naar een manier om landen er min of meer bij te halen en die landen tegelijkertijd de kans te geven om de Kopenhagencriteria goed op orde te krijgen. De vraag is op welke manier dat precies moet gebeuren en wat effectief is. Er is natuurlijk vaak geprobeerd om kandidaat-lidstaten te laten voldoen aan die Kopenhagencriteria. Daar zijn al projecten voor gestart en daar is al steun aan gegeven. Dat heeft ook vaak niet tot goede resultaten geleid. Dus ik denk dat het nog niet zo simpel is om een effectieve manier te vinden om dat voor elkaar te krijgen.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Koole.

De heer Koole (PvdA):

Nee, eenvoudig zal het niet zijn, maar niets doen helpt helemaal niet. Is het dan toch niet een suggestie om bijvoorbeeld extra steun te geven aan ngo's die de rechtsstaat, de mensenrechtensituatie en de democratie bevorderen in die landen? Die ngo's zouden vanuit Europa en vanuit de lidstaten zodanig ondersteund kunnen worden dat die landen de weg naar de Kopenhagencriteria snel kunnen afleggen.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Zeker.

Mevrouw Karimi i (GroenLinks):

Is mevrouw Huizinga het met mij eens dat als Hongarije zich vandaag zou melden als kandidaat-lidstaat en zou willen toetreden tot de Europese Unie, Hongarije dan niet zou voldoen aan de Kopenhagencriteria?

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Ik vermoed dat dat inderdaad lastig zou worden.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Hetzelfde geldt helaas ook voor Polen, als je kijkt naar de situatie van onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Wat ik daarmee wil zeggen, is: moet de oplossing niet veel meer gezocht worden in het plaatsvinden van een verschuiving van het moment waarop je klaar bent om toe te treden? Moeten er dan niet allerlei mechanismen en mogelijkheden zijn om het juist te versterken, terwijl je lid bent van de Europese Unie?

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Dat zou ook een oplossing kunnen zijn.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Karimi.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Het is goed dat u dat beschouwt als een mogelijke oplossing. Maar de vraag is dan of het door u geschetste dilemma een vals dilemma of een echt dilemma is. Want u wilt toch ook niet dat de veiligheid van de Europese Unie aan een zijden draadje komt te hangen?

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Nee. Voor ons staan de Kopenhagencriteria bovenaan. Daar moeten landen aan voldoen. Maar inderdaad zijn we terechtgekomen in een situatie dat leden van de Europese Unie daar toch niet aan voldoen. Welke mogelijkheden hebben we dan om ze weer tot de orde te roepen? Zo meteen kom ik in mijn bijdrage bij Polen terecht. Dat maakt het ook lastig, vind ik, om een keuze te maken hoe je op een goede manier deze vierkante cirkel oplost. Daar zijn verschillende mogelijkheden voor. Je kunt je ook voorstellen dat je een combinatie van die dingen doet; zowel nu alvast die landen op de goede weg helpen met heel veel projecten van ngo's en misschien ze toelaten, zeg ik heel, heel, heel zachtjes, terwijl je weet dat er nog heel veel werk moet gebeuren wat betreft die Kopenhagencriteria. Dan zeg je als het ware: we korten jullie eerst op bepaalde punten, tot je dat voor elkaar hebt. Maar goed, dat is te ingewikkeld om uitgebreid voor het voetlicht te brengen in de veertien minuten die mij zijn toebedeeld. Ik vind het belangrijk genoeg om dit dilemma aan te stippen en nogmaals, ik hoor graag van het kabinet hoe het naar deze zaak kijkt en welke oplossingen het voor zich ziet.

De voorzitter:

Vervolgt u dan uw betoog, mevrouw Huizinga.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Voorzitter. In dit verband speelt Polen een bijzondere rol, ik wees er net al op. Polen heeft zich het afgelopen jaar als een uitstekende buur voor Oekraïne laten zien. Het land werd de doorvoer voor materieel, voedsel en hoog bezoek. De manier waarop de hele bevolking zich voor de opvang van gevluchte Oekraïners heeft ingezet, is bewonderenswaardig. Het land heeft zich hierdoor verzekerd van veel goodwill. Tegelijkertijd loopt de rechtsstaat in Polen groot gevaar, met name door het ondermijnen van de onafhankelijkheid van rechters. Bestaat, ondanks de grote waardering voor de houding van Polen ten opzichte van Oekraïne, nog steeds de bereidheid binnen de EU om Polen op dit punt hard aan te pakken? Hoe staat de Nederlandse regering hierin?

Voorzitter. Dan kom ik bij de vraag hoe we de grenzen van de Europese Unie bewaken. Hierbij gaan onze gedachten allereerst uit naar Oekraïne en het risico dat de Russische agressie ook het grondgebied van de Europese Unie bereikt. Daarnaast is er ook de toenemende invloed van China in Europa, soms tot in de EU. Het is goed dat wij ons in Europees verband op alle mogelijke scenario's voorbereiden. Daarom zijn wij blij met de verdergaande Europese defensiesamenwerking zoals vastgelegd in het Strategisch Kompas. Dat voor het eerst sinds lange tijd in veel landen in Europa weer in defensie wordt geïnvesteerd, is een teken aan de wand dat de situatie waarin Europa zich bevindt, grimmiger is geworden. Wij juichen het toe dat er op dit terrein binnen de EU meer en beter samengewerkt gaat worden. Maar een Europa dat ook qua defensie op eigen benen kan staan en zich autonoom kan verdedigen tegenover agressie vanuit bijvoorbeeld Rusland is nog heel ver weg. Heeft het kabinet de indruk dat dit besef bij alle lidstaten van de EU aanwezig is?

Mijn fractie meent dat wij de NAVO hard nodig hebben voor veiligheid in Europa. Goed nieuws dat Finland is toegetreden en dat Zweden diezelfde ambitie heeft. Daarmee wint de NAVO in Europa substantieel aan slagkracht. Ook goed nieuws dat de NAVO weer vol in de belangstelling van de VS staat, al blijft het een ongemakkelijk gegeven dat deze belangstelling met een presidentiële wissel ook weer kan verminderen. Een goede trans-Atlantische band is behulpzaam voor onze veiligheid. Zo'n goede band is zeker niet vanzelfsprekend. De introductie van de inmiddels beruchte Inflation Reduction Act bijvoorbeeld was een uiterst onaangename verrassing voor de EU. Dit investeringsprogramma lokt belangrijke industrie uit Europa weg. Hier en daar werd zelfs het woord "handelsoorlog" genoemd. Europese tegenmaatregelen waren onvermijdelijk. Maar tegelijk is de relatie met de Verenigde Staten en andere overzeese bondgenoten te belangrijk om te laten versloffen.

Voorzitter. Ik noem hier graag de Europese politieke unie, die vorig jaar voor het eerst in Praag bijeengekomen is. Laat ik vooropstellen dat mijn fractie een intensieve politieke dialoog met andere Europese landen toejuicht. Niet alleen geeft dit concreet gestalte aan de Europese betrokkenheid bij Oekraïne, het bevordert ook nauwere samenwerking met het Verenigd Koninkrijk in deze post-brexittijd.

Aanvankelijk leek deze door Frankrijk en Tsjechië voorgestelde unie ons een vehikel te zijn om het wachten van de kandidaat-lidstaten op uiteindelijke toelating tot de EU te verzachten. Maar in de stukken wordt in een enkel zinnetje gezegd dat de EPU, zoals ik het maar noem, geen alternatief voor uitbreiding is. Kan de minister hier wat dieper op ingaan? Anderen menen dat, omdat er in de EPU ook over veiligheid gesproken wordt, met deze unie misschien een flinke duw gegeven kan worden tot een Europa als zelfstandig militair blok. Hoe schat de minister die laatste veronderstelling in? Kan de minister nog eens uiteenzetten wat nu precies de meerwaarde van deze politieke unie is, welke voordelen ervan worden verwacht en waarom het kabinet er, misschien gematigd, enthousiast over is?

Voorzitter. Waar de Russische inval in Oekraïne de Europese eenheid vergrootte en een ongekende eensgezindheid opriep in de hele Unie, lijken de acties van China ertoe te leiden dat de leden van de Unie uit elkaar drijven. Een Duitse minister die afgelopen week de woorden van de Franse president weer moest rechtzetten, levert geen fraai beeld op. Een verdeeld Europa straalt zeker geen kracht en autonomie uit. Hoe beoordeelt de minister deze gang van zaken? En hoe beoordeelt hij de opmerkingen van president Macron?

Enige tijd geleden las ik in Het Financieele Dagblad een samenvatting van drie boeken over China, geschreven door gezaghebbende auteurs, waaronder het boek The Avoidable War van Kevin Rudd, oud-premier en oud-minister van Buitenlandse Zaken van Australië, een gerespecteerd Chinakenner. Deze auteurs waarschuwen voor het welbewust richting de militaire wereldhegemonie oprukkende China. De EU wordt opgeroepen om dit wezenlijke gevaar onder ogen te zien. Tenzij zo'n machtswissel de Europese Unie koud laat, is het volgens de auteurs nodig dat ook hier de EU samen met de VS optreedt, bijvoorbeeld in het geval van een dreigende aanval van China op Taiwan. Hoe kijkt het kabinet hiertegen aan?

Voorzitter, ten derde. Hoe borgen we veilige passages binnen de grenzen van de Europese Unie? Wanneer we denken over het borgen van veilige passages, denken we natuurlijk ook aan de vele vluchtelingen en andere migranten die een weg naar onze Unie zoeken. In een wereld vol oorlog en armoede en onvrijheid, is Europa in de ogen van velen een paradijs. Het is een plaats waar vrijheid en vrede is, maar ook een plaats waar je geld kunt verdienen en een toekomst kunt opbouwen. Mogelijkheden die er in het eigen land niet altijd zijn. De grote toestroom van migranten op zoek naar een betere toekomst leidt tot mensonterende situaties aan de gewelddadige grenzen van Europa met pushbacks, al dan niet met behulp van Frontex, als treurig dieptepunt. Voor mijn fractie is dit een grote smet op het blazoen van de Europese Unie. In de Staat van de Unie en ook in het verslag van de extra top over migratie in februari lees ik dat voor Nederland brede, evenwichtige, gelijkwaardige migratiepartnerschappen met derde landen een belangrijke bouwsteen zijn voor een beter migratiebeleid. Wil de minister daar eens wat dieper op ingaan?

Gerald Knaus, voorzitter van de European Stability Initiative, roept de EU op om meer legale migratie mogelijk te maken vanuit bepaalde, over het algemeen veilige, landen van waaruit nu veel mensen naar Europa vertrekken, en tegelijk de afspraak te maken met zo'n land dat het alle niet-reguliere migranten direct terugneemt. Hij noemt dit een win-winsituatie. Nederland kan sturen op de hoeveelheid mensen en op het soort werknemers waar wij plaats voor hebben. Tegelijk neemt zo'n afspraak mensensmokkelaars de wind uit de zeilen. Illegale migranten worden teruggenomen door het thuisland. Duitsland is bezig een dergelijke afspraak te maken met Gambia, zoals de minister ongetwijfeld weet. Zijn dit de migratiepartnerschappen waar het kabinet aan denkt?

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Ik heb even een vraag over die partnerschappen. In mijn betoog ben ik uitvoerig ingegaan op het VN-rapport over Libië, het feit dat daar misdrijven tegen de menselijkheid plaatsvinden en het feit dat de EU dat blijft steunen en financieren. Vindt mevrouw Huizinga dit een acceptabel partnerschap?

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Nee, dat zou ik geen acceptabel partnerschap vinden, zeker niet.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Dank. Betekent dat dat u de oproep steunt dat de Nederlandse regering zich in de EU moet inzetten op het beëindigen van dat partnerschap?

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Ik moet me verdiepen in hoe dat precies zit met dat partnerschap, maar als het inderdaad zo is als u zegt, zal mijn fractie daar niet blij mee zijn en een oproep in die trant steunen.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Karimi.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Ja, tot slot. Ik zal dat rapport naar mevrouw Huizinga mailen, dan kan zij dat tijdens de pauze even lezen.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Voorzitter. Instituut Clingendael heeft in 2021 een rapport gewijd aan circulaire migratie. Het instituut onderzocht de mogelijkheid van circulaire migratie tussen Nederland en landen buiten de EU. Enerzijds heeft Nederland behoefte aan gekwalificeerde mensen om de krapte op onze arbeidsmarkt te verlichten. Anderzijds willen wij geen braindrain uit de landen van herkomst. Ook bij deze migratie hoort de afspraak dat irreguliere migranten direct worden teruggenomen. Het rapport benoemt een aantal belangwekkende aspecten waaronder het belang van een welwillende politieke omgeving en het belang van Europese coördinatie. Dat laatste lijkt cruciaal. Ziet het kabinet kansen om te komen tot werkbare duurzame partnerschappen voor circulaire migratie?

Met alleen bilaterale migratiepartnerschappen zijn de problemen aan de Europese grenzen niet opgelost. Die problemen worden overigens naar de mening van mijn fractie ook niet opgelost met het bouwen van hekken aan de grenzen van de EU. Wij zeggen het graag een Portugese minister na: de Middellandse Zee kan migranten niet tegenhouden; waarom zou een hek dat wel kunnen? Wij steunen dan ook de positie van de Nederlandse regering om geen Europees geld te besteden aan het financieren van deze hekken.

Mijn fractie wacht met ongeduld op het antwoord van de EU op het grote migratieprobleem. Het antwoord zou het Asiel- en Migratiepact moeten zijn. Wanneer is dat zover dat het uitgevoerd kan worden? Welke struikelblokken ziet de minister nog op die weg? De heer Koole, meen ik, sprak al over de solidariteit binnen de landen en de verdeling, maar ik zou daar graag van de minister een reactie op horen. Ik zou ook graag horen hoe Nederland bijdraagt aan het snel tot stand komen van een humaan en werkbaar asielpact.

Voorzitter. Voor mijn fractie staat voorop dat er mogelijkheden moeten blijven, veilige passages, voor mensen die te vrezen hebben voor vervolging om een veilig heenkomen te zoeken en te vinden binnen de grenzen van Europa, nu en in de toekomst.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Huizinga. Dan schors ik de vergadering voor de pauze tot 13.30 uur.

De beraadslaging wordt geschorst.