Plenair Kox bij behandeling Wet vaststellingsprocedure staatloosheid



Verslag van de vergadering van 5 juni 2023 (2022/2023 nr. 35)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.27 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Kox i (SP):

Voorzitter. Zoals ik in de eerste termijn al heb gezegd, zal mijn fractie voor beide wetsvoorstellen stemmen. Niet omdat ze niet beter hadden gekund — dat had zeker gekund; ze zijn naar onze mening schraal — maar omdat ze beter zijn dan wat er nu is. Dat is een stap, een stapje, om onrecht dat wereldwijd bestaat maar zich ook in Nederland manifesteert, kleiner te maken. Wij zien uit naar de evaluatie over vijf jaar, of is die over vier jaar? Ik weet niet precies hoe dat in de Tweede Kamer is afgesproken. Net als andere collega's moedigen we de staatssecretaris aan om te kijken waar stappen vooruit gemaakt kunnen worden in het kader van de hoofddoelstelling van het verdrag. Dit zijn stappen, maar het pad is langer en daartoe hebben we ons verplicht. Ik ben heel erg blij dat de staatssecretaris erg duidelijk zegt: wij houden ons in ieder geval altijd aan onze internationale verplichtingen. Dat is een kwestie van fatsoen en betrouwbaarheid. Wij zullen de staatssecretaris daarop blijven volgen. We kijken ook uit naar hoe de AMvB ingericht gaat worden.

Tot slot. Natuurlijk, ik raak niet alleen mijn delegatieleider in de Raad van Europa kwijt, omdat Petra Stienen zo nodig besloten heeft om hier niet te blijven zitten, maar ik raak ook mijn steun en toeverlaat in mijn fractie van de afgelopen tien jaar kwijt, omdat ook Arda besloten heeft zich niet te kandideren voor het Eerste Kamerlidmaatschap. We leven in een vrij land — het is allemaal mogelijk — maar ik wil tegen jullie tweeën, en tegen alle anderen die hier vandaag hun laatste inhoudelijke debat hebben, zeggen: dankjewel, het was een genoegen om met jullie samen te werken. Voor de nieuwkomers is het maar weer een uitdaging om het net zo goed te doen als jullie.

Mevrouw de voorzitter — ik kan het nu nog zeggen — dank u wel, ik heb gesproken.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kox. Dan is de vraag of nog een van de leden in de tweede termijn het woord wil. Ik zie niemand opspringen, dus dat is niet het geval. Dan vraag ik de staatssecretaris of hij in de gelegenheid is om direct te reageren. Ja? Ik geef het woord aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.