Plenair Van Apeldoorn bij behandeling Wijziging begrotingen Financiën en Nationale Schuld 2023 en Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2023 samenhangende met de Voorjaarsnota



Verslag van de vergadering van 11 juli 2023 (2022/2023 nr. 42)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.19 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Dank, voorzitter. Mijn felicitaties aan collega Griffioen met zijn maidenspeech. Ik wens de heren Martens en Bovens, die straks hun maidenspeech zullen houden, vast geluk en succes.

Voorzitter. Ik had al een tekst geschreven en toen viel het kabinet. Ik ben toch maar weer deels opnieuw begonnen. De SP is in ieder geval blij dat er aan dit kabinet een einde is gekomen. Hopelijk is er nu kans op iets beters, want dat verdient dit land.

Intussen zal ook dit demissionaire kabinet toch met de begroting voor volgend jaar moeten komen. Die zal "beleidsarm" moeten zijn, zoals dat dan heet, maar het kan natuurlijk niet zo zijn dat het beleid dat gevoerd wordt, niet kan rekenen op een meerderheid in dit huis. Ik zou tegen mijn collega's zeggen: laten niet alleen de Tweede Kamer maar ook wij ervoor zorgen dat zaken met betrekking tot de begroting van volgend jaar in ieder geval niet onnodig verslechteren en waar nodig mogelijk toch nog substantieel verbeteren. Ik heb het dan niet zozeer over nieuw beleid, maar over beleid dat er al was en dat op steun van een ruime meerderheid van deze Kamer kon en kan rekenen. We hebben het hier vandaag ook over de suppletoire begroting van Sociale Zaken, zoals die ook deel uitmaakte van de Voorjaarsnota. Al is die nota zelf wat betreft het meerjarenperspectief politiek niet echt meer aan de orde; het moge helder zijn dat de ingezette lijn niet op onze instemming kon rekenen. Want waar het kabinet vooralsnog vooral mee kwam, waren bezuinigingen in plaats van maatregelen om iets te doen voor al die Nederlanders voor wie het leven, de boodschappen, de huur, de energie, echt onbetaalbaar is geworden. Voor veel Nederlanders is de koopkrachtcrisis echt nog niet voorbij, terwijl de winsten van het grote bedrijfsleven door het dak blijven schieten. Honderdduizenden Nederlanders zitten echt in de klem en komen maand in, maand uit met te weinig geld uit om gewoon in een menswaardig bestaan te kunnen voorzien. De armoede in Nederland loopt weer snel op. Mijn fractie vindt dat een schande. Ik denk dat velen in dit huis dit vinden. Hierop wil ik me in mijn bijdrage vooral richten.

Terwijl de winsten stijgen, stijgt ook weer de armoede in dit land en gaan we toe naar een miljoen armen in Nederland. Dat is onacceptabel. Volgens mij denken heel veel partijen in deze Kamer er zo over. En helemaal als het over de armoede van kinderen gaat. In dit huis zijn we het er allemaal wel over eens dat in een rijk land als Nederland kinderen niet in armoede zouden moeten opgroeien. De afgelopen jaren zijn hier meerdere moties aangenomen die deze consensus tot uitdrukking brengen. Zo is er de motie-Kox die het vorige kabinet opriep te komen tot een kwantitatieve reductiedoelstelling ten aanzien van de kinderarmoede. Deze motie is uiteindelijk ook tot uitvoering gebracht. Het huidige kabinet heeft die ambitie aangescherpt door in het coalitieakkoord af te spreken per 2025 de kinderarmoede te halveren. De minister-president heeft hier in de Algemene Politieke Beschouwingen gezegd dat die belofte staat en dat er eventueel aanvullende maatregelen genomen moeten worden. Hoewel mijn fractie een halvering nog niet voldoende vindt, waren en zijn wij blij met deze doelstelling. Misschien was dit wel het beste voornemen van dit kabinet.

Ik sta hier ook tegenover de minister voor Armoedebeleid. Ik twijfel er niet aan dat zij hierop altijd persoonlijk betrokken was en nog zal zijn. Ik meen dat zij het als een persoonlijke opdracht heeft gezien, en hopelijk nog steeds ziet, om deze doelstelling te halen. Zolang dit kabinet er nog in demissionaire status zit, moet zij er wat mijn fractie betreft alles aan doen om de armoede in het algemeen en die onder kinderen in het bijzonder zo veel mogelijk naar beneden te brengen, dusdanig dat een volgend kabinet die halvering in 2025 alsnog kan halen. Het zou toch heel wrang zijn als door de val van het kabinet ook dit doel uit het zicht zou verdwijnen. In die zin moet deze minister het komende jaar nog vol aan de bak, want zoals de regering zelf stelt: zonder aanvullend beleid zal het aantal armen toenemen in plaats van afnemen.

Mijn collega Griffioen noemde deze cijfers ook al, maar ik zal ze toch herhalen. Volgens het CPB zal bij ongewijzigd beleid de armoede in 2024 verder stijgen naar 5,8% van de bevolking ten opzichte van 4,7% in 2023. De armoede onder kinderen zal ook flink toenemen en in 2024 naar verwachting weer liggen op het niveau van 2021. Dan groeit 7,1% van de kinderen in het rijke Nederland in armoede op. In 2025 zal dat 7,8% zijn. 7,8%! Dat moeten we toch met z'n allen zien te voorkomen? Dat is dus geen halvering ten opzichte van 2015. Nee, we zijn dan bijna weer terug op dat niveau van 2015: bijna een de tien kinderen groeit dan op in armoede. Mijn fractie vindt dat echt onaanvaardbaar. 7,8% bij ongewijzigd beleid. Dat gewijzigde beleid zat helaas nog niet in deze Voorjaarsnota, wel vooral bezuinigingen.

De demissionaire ministers zullen nu verwijzen naar de Miljoenennota. Daar moet het dan ook wel gebeuren. De Tweede Kamer wil dit en ik twijfel er eigenlijk niet aan dat ook een meerderheid van de Eerste Kamer wil dat de kinderarmoede niet gaat toenemen maar gaat dalen en dat het doel van de halvering in 2025 niet uit zicht verdwijnt. Kan de minister toezeggen dat ze in de augustusbesluitvorming en met Prinsjesdag met een pakket aan maatregelen hiervoor komt? Ik voeg eraan toe dat we weten dat pleisters plakken niet gaat helpen en dat je het structureel moet aanpakken. We weten intussen wel welke maatregelen in ieder geval echt helpen om de armoede in het algemeen, maar ook die onder kinderen aan te pakken. Het onderliggende probleem is dat in dit land het sociale minimum te laag is en dat mensen hier niet van kunnen rondkomen en door het ijs zakken. Daardoor groeien ook kinderen in armoede op. We weten dat eigenlijk al heel lang, maar nu heeft een commissie van mensen die er verstand van hebben, het ook nog eens bevestigd en uitgebreid onderbouwd. De commissie heeft ook concrete aanbevelingen gedaan, zoals misschien wel in de eerste plaats het minimumloon fors verhogen en dus niet slechts een inflatiecorrectie toepassen, zoals het kabinet eerder heeft gedaan. We hopen dat het demissionaire kabinet in ieder geval met Prinsjesdag de juiste richting zal inslaan en zal erkennen dat het sociale minimum omhoog moet. Graag een reactie van de minister.

En ja, dat kost geld. Dat is dus een kwestie van de juiste politieke keuzes maken. De Nationale ombudsman, Reinier van Zutphen, was er in zijn reactie op het rapport van de Commissie sociaal minimum heel helder over: als je alle mensen in Nederland een menswaardig bestaan wilt geven, kost dat geld. Het kost geld, maar het levert ook iets op: een beter en socialer Nederland. Het voorkomt ook veel maatschappelijke problemen, die uiteindelijk ook weer geld kosten. Volgens mij kan het niet anders dan dat de minister voor Armoedebestrijding dat met mij en met de Ombudsman eens is. Ik hoor het graag.

Voorzitter. Het belangrijkste voor mijn fractie is nu dat het armoedecijfer zo snel mogelijk omlaaggaat in plaats van weer omhoog, maar ook dat we blijven investeren in een beter Nederland, sociale woningbouw, voor iedereen even toegankelijke en goede zorg, sterk publiek onderwijs, de klimaattransitie en dus ook bijvoorbeeld in goed en betaalbaar openbaar vervoer en nog meer. Daarom is het voor de SP zeker niet de tijd om te bezuinigen. Het meerjarenperspectief van de Voorjaarsnota heeft misschien een deel van haar politieke betekenis verloren, maar ook al voor dit jaar bevat de nota bezuinigingen. Dat is voor de SP-fractie echt de verkeerde afslag, een weg die een volgend kabinet niet op zou moeten.

Even waren we ervan verlost in dit land, maar het is weer terug van weggeweest: het macro-economische kortzichtige en maatschappelijk onverantwoordelijke eenzijdige bezuinigingsdenken. We spreken over de Brusselse 3%-norm, het houdbaarheidstekort, de vangrails, het huishoudboekje. En dus schieten we weer in de bezuinigingskramp.

Voorzitter. U had het al begrepen. De SP is niet van het staatsschuldfetisjisme. Macro-economisch is staatsschuld namelijk niet te vergelijken met schulden van individuele huishoudens. Daarom is een hogere staatsschuld niet per se slecht. Dat weten we al sinds Keynes. Al zijn wij niet geobsedeerd door een verlaging van de staatsschuld, wij zijn er ook niet voor dat de schuld almaar verder oploopt. Staatsschuld betekent immers ook lenen van en rente betalen aan vermogende Nederlanders. Wij willen de rijken niet betalen, maar belasten. Al zouden we vinden dat het tekort omlaag moet, of althans niet verder omhoog moet, dan is er niets dat ons dwingt tot bezuinigingen. Dat is wel de logica van het kabinet, getuige de Voorjaarsnota en de kramp waar een groot deel van de politiek in schiet. Als het dan al zo is dat het tekort teruggepakt moet worden, dan moet er bezuinigd worden, zo horen wij. Maar dat moet helemaal niet. Dat is een politieke keuze. Er is namelijk altijd nog een alternatief en dat is de belastingen verhogen. Leen niet van de rijken, maar belast ze. Belast de rijken, de grote vermogens en de grote winsten van het grote bedrijfsleven. Dan kun je én meer uitgeven aan investeringen in bijvoorbeeld zorg, onderwijs en een beter Nederland, én de staatsschuld beperkt houden. Kan de minister bevestigen dat die keuze er altijd is? Verder bezuinigen zal mijn fractie in ieder geval niet steunen.

Wel steunt de SP het belasten van grote winsten, van — ik zeg het woord één keer — graaiflatie, van grote vermogens en van de hoogste inkomens. We hebben hierover uitgebreid met de staatssecretaris gedebatteerd tijdens de behandeling van het vorige Belastingplan. Belasten in plaats van bezuinigen, dat is het devies van de SP. Juist om die publieke investeringen te kunnen blijven doen en om iedereen in Nederland bestaanszekerheid te geven en een menswaardig bestaan te geven.

Het nu gevallen kabinet heeft voorzichtige stappen gezet naar bijvoorbeeld het meer belasten van vermogen. Als het ging om een verdergaande aanpak van de vermogensongelijkheid stond met name de VVD op de rem. Hopelijk is een volgend kabinet van die rem verlost. Wij verwachten dus dat het kabinet met de Miljoenennota al iets doen aan die oplopende armoede en die juist weer laat dalen. Om dat te betalen, zul je iets aan de lastenkant moeten doen volgens mijn fractie. Dat zeg ik ook richting de staatssecretaris. Kunnen we van hem op dat gebied nog iets verwachten, anders dan wat er al is aangekondigd?

Voorzitter. Ten slotte alvast een dringende oproep aan het volgende kabinet, of misschien nog aan het demissionaire kabinet, als de formatie weer heel lang gaat duren. Kom alsjeblieft de volgende keer met een leesbare, transparante en doorgrondelijke voorjaarsnota. Geef een helder inzicht in de keuzes die gemaakt worden en stel keuzes niet onnodig uit. Dan worden wij tenminste echt geholpen in het uitoefenen van ons budgetrecht.

Intussen zien wij uit naar de antwoorden van de bewindslieden. Ik dank u.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Apeldoorn. Dan is het woord aan de heer Van Rooijen namens 50PLUS.