Plenair Van Apeldoorn bij behandeling Tijdelijke wet Klimaatfonds en Begroting Economische Zaken en Klimaat 2024



Verslag van de vergadering van 19 december 2023 (2023/2024 nr. 14)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.26 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Dank, voorzitter. Allereerst natuurlijk felicitaties aan collega Petersen. 2023 is wereldwijd het warmste jaar ooit. Ook als we al het geplande beleid en de gemaakte afspraken uitvoeren, zal de aarde nog steeds naar verwachting met een kleine 3 graden opwarmen in plaats van de maximale 1,5 graad die we met het akkoord van Parijs hadden afgesproken. De uitkomst van de COP28, vorige week in Dubai, gaat dat ook niet voorkomen. Over de urgentie van de aanpak van de klimaatcrisis kan geen enkele twijfel bestaan. Daarmee ook niet over de juistheid van het doel van de Klimaatfonds, waarover we vandaag spreken. Dat is namelijk het aanpakken van die crisis, een crisis waarvan we nu al wereldwijd de gevolgen zien, met een toename van hittegolven, droogtes en overstromingen. Als we niet tot een gezamenlijke aanpak komen, zullen die de planeet voor steeds grotere groepen onleefbaar maken. De SP-fractie steunt het doel van het Klimaatfonds — geen misverstand — maar is de 37,8 miljard in dat fonds ook een doeltreffende en doelmatige manier om de klimaattransitie te bevorderen? Daar zijn wij niet van overtuigd. We zijn er ook niet van overtuigd dat het een rechtvaardige manier is. Het zal u niet verrassen: klimaatrechtvaardigheid is voor mijn fractie essentieel.

Een doeltreffende, doelmatige en rechtvaardige aanpak van het klimaat betekent wat mijn fractie betreft in de eerste plaats het aanpakken van de vervuilers op basis van het principe dat de vervuiler betaalt, dan wel dat die door normering gedwongen wordt minder of uiteindelijk helemaal niet meer uit te stoten. Immers, het beste is om er gewoon voor te zorgen dat de vervuilers stoppen met vervuilen. We hebben in verschillende debatten al gezegd dat het voor de SP heel helder is dat normeren en beprijzen het uitgangspunt moet zijn. Deelt de minister dat uitgangspunt? Is hij het met mij eens dat subsidiëren slechts een sluitstuk kan zijn van het bevorderen van de energietransitie? Zo ja, kan hij dan begrijpen dat mijn fractie erover verbaasd is dat als je in principe niet wil subsidiëren wat je ook kan normeren en/of beprijzen, je met deze instellingswet een megasubsidiepot in het leven roept met 37,8 miljard euro aan belastinggeld?

De SP is niet principieel tegen het instrument van subsidies, ook niet bij klimaatbeleid, maar het moet zoals gezegd het sluitstuk zijn. In veel gevallen zal normeren en beprijzen effectiever en efficiënter zijn. Nu zal de minister zeggen dat het kabinet ook normeert en beprijst — ik heb hem dat al vaak horen zeggen — maar dat staat volgens mijn fractie in geen verhouding tot een subsidiepot van 37,7 miljard. Toen het coalitieakkoord bekend werd gemaakt, reageerden verschillende economen terecht zeer kritisch. Rutte en Kaag zouden het principe dat de vervuiler betaalt inruilen voor een beleid waarmee men de vervuiler betaalt. Dat is een hele inefficiënte manier om voor verduurzaming te zorgen, aldus deze economen. Volgens mij heeft het kabinet deze fundamentele kritiek nooit goed kunnen weerleggen. Graag een reactie van de minister.

Voordat je tot subsidiëring overgaat, moet je je elke keer afvragen of het niet goedkoper en beter kan via normering en beprijzing. Dat gaat dus over doelmatigheid. Een amendement van de Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel op dit punt verbeterd, maar dit rechtvaardigt op zich nog steeds geen fonds van 37,8 miljard. De vraag is of bij het creëren van dit fonds dat fonds zelf wel die doelmatigheidstoets heeft doorstaan, en of het überhaupt doelmatig is om zo'n grote subsidiepot voor met name het bedrijfsleven te vullen. Ook als je nu per individueel voorgestelde maatregel van departementen vraagt de doelmatigheid te motiveren, is mijn fractie er niet gerust op dat de uitgaven aan het fonds altijd doelmatig zullen zijn, ook al niet omdat bij dit fonds het gevaar is dat geld op zoek gaat naar een doel, zoals ook de Algemene Rekenkamer heeft verwoord. Dat geldt ook voor andere fondsen, zoals het Nationaal Groeifonds en het stikstoffonds, dat er voorlopig niet komt. Bovendien is er een risico van fondsshoppen. We hebben dit al uitvoerig besproken met de minister van Financiën in ons beleidsdebat over fondsen vorig jaar, maar we ontvangen ook graag een reactie van deze minister.

Voorzitter. Zelfs als het wel doel treft, waar mijn fractie dus grote twijfels bij heeft, en het geld niet beter besteed zou kunnen worden en dus doelmatig is, dan doorstaat het Klimaatfonds wat mijn fractie betreft nog niet de toets van klimaatrechtvaardigheid. Een amendement om een klimaatrechtvaardigheidstoets voor alle uitgaven uit het fonds op te nemen in de voorliggende instellingswet heeft het helaas niet gehaald. Terwijl de mensen van dit land, de belastingbetalers, dit megafonds gaan vullen, zal vooral het bedrijfsleven verreweg de grootste ontvanger vanuit het fonds zijn. Het bedrijfsleven ontvangt jaarlijks tientallen miljarden aan fossiele subsidies; het is eerder vandaag al besproken. Shell Nederland alleen al ontvangt meer dan 2 miljard per jaar. Dat bedrijfsleven kan dan ook nog eens aanspraak maken op miljarden subsidies om te vergroenen. Als het je doel is om de energietransitie te bevorderen en Nederland klimaatneutraal te maken en dus fossielvrij, dan is het eigenlijk een hele gekke figuur dat je voor 37,8 miljard een klimaatfonds instelt, een megasubsidiepot voor het bedrijfsleven, terwijl je datzelfde bedrijfsleven jaarlijks spekt met meer dan 40 miljard aan fossiele subsidies. Is de minister dat met mij eens? Dat zijn dan dus subsidies voor vervuiling in plaats van verduurzaming. Dat is toch een beetje met de ene hand de brand proberen te blussen en met de andere hand olie op het vuur gooien. Is de minister dat met mij eens, en dat je dus met dat laatste, het stoppen met die fossiele subsidies, zo snel mogelijk moet beginnen? En hoe staat het dan, zo vraag ik de minister, met die afbouw? Wat gaat er bijvoorbeeld het komende jaar gebeuren in de afbouw van fossiele subsidies?

Indachtig dat in de meeste gevallen normeren en beprijzen doelmatiger is dan subsidiëren, vindt mijn fractie dat je vooral ook daar moet beginnen, dus bij die snelle afbouw van fossiele subsidies. Dan is het niet logisch om tegelijkertijd zo'n groot klimaatfonds in te richten, tenminste niet als het leeuwendeel daarvan gaat naar het bedrijfsleven. Slechts 13,4% van het Klimaatfonds komt rechtstreeks ten goede aan huishoudens, dus aan de mensen die via hun belastinggeld dit fonds vullen. Meer dan 85% gaat dus naar het bedrijfsleven. Kan de minister uitleggen waarom hij dat nu een goede en rechtvaardige verhouding vindt? En kan hij uitleggen waarom, als het het bedrijfsleven is dat meer dan vier vijfde van deze subsidiepot zou ontvangen, datzelfde bedrijfsleven dan niet ook verplicht wordt om in ieder geval mee te betalen aan het vullen van dat fonds? Kan hij dit uitleggen aan de mensen in het land, die nu hun energierekening niet of nauwelijks kunnen betalen en die per 1 januari de belasting op gas met 19% zullen zien stijgen? Dat is in het land waarin de energiebelasting voor huishoudens al de hoogste is in Europa. Kan hij aan die mensen uitleggen waarom zij dit fonds voor meer dan 37 miljard euro moeten vullen, terwijl vervolgens maar 13,4% van de subsidies direct ten goede komt aan diezelfde belastingbetaler, aan diezelfde huishoudens? Dat is wat mijn fractie betreft niet goed uit te leggen.

Het Nederlandse bedrijfsleven heeft vorig jaar een recordwinst geboekt. Dat geldt al helemaal voor de energiesector, die zelf weer verantwoordelijk is voor veel CO2-uitstoot. Door de energiecrisis van 2022 was er sprake van overwinsten. Waarom heeft de minister er niet voor gekozen om die winsten extra te belasten, om daarmee het Klimaatfonds deels te vullen? Waarom kan het bedrijfsleven niet op die manier zelf meer bijdragen? Waarom kunnen we niet bedrijven als Shell, die als megavervuiler megawinsten maakt, een deel van hun megawinst laten betalen als heffing, die rechtstreeks in het fonds vloeit? Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. Voor zover er dan publiek geld in de vorm van subsidies naar het bedrijfsleven moet — en wat de SP-fractie betreft is dat dus nu sowieso een veel te groot deel van het fonds — dan moeten we er wel voor zorgen dat het publieke geld ook volledig ten goede komt aan het publieke doel, in dit geval de klimaattransitie, en niet bijvoorbeeld leidt tot privaat gewin. Subsidies uit het Klimaatfonds zijn bedoeld voor de zogenaamde onrendabele top. Maar wat als die top later wel rendabel blijkt? Wat als het bedrijfsleven met die subsidies winst gaat maken, dus winst met belastinggeld? Dat kan wat ons betreft ook niet de toets de klimaatrechtvaardigheid doorstaan. Waarom dat niet voorkomen, zoals de SP in de Tweede Kamer per amendement heeft voorgesteld, namelijk dat we de subsidies alleen verstrekken in de vorm van renteloze leningen, die terugbetaald moeten worden op het moment dat het gesubsidieerde deel tot winst leidt? Waarom heeft de minister hier eigenlijk niet voor gekozen? Dan ga je toch mogelijk publiek geld uitgeven voor privaat gewin, en dat ondermijnt toch ook het draagvlak voor het klimaatbeleid? Graag een reactie van de minister.

Bij de zogenaamde maatafspraken — dat zijn individuele subsidies voor individuele bedrijven, zoals die ook opgenomen zijn in de voorliggende EZK-begroting — kan er, zo lezen we, wel een zogenaamde terugvorderclausule worden opgenomen, maar dat hoeft dus kennelijk niet. Dus hoe zit het nou precies met die zogenaamde clawback, dat terugvorderen van subsidie? Hoe ziet dat er dan uit? Wanneer zal er daar sprake van zijn? Graag een verheldering van de minister.

Voorzitter, bijna tot slot. Het is al meerdere keren gezegd: dat 5 miljard van het Klimaatfonds is gereserveerd voor kernenergie is op zich al genoeg reden voor ons om heel kritisch te staan tegenover dit wetsvoorstel. Ik sluit me daarom hier op dit punt graag aan bij de eerdere woorden van de collega van de Partij voor de Dieren.

Voorzitter, ik rond af. De SP-fractie staat positief tegenover het doel van het Klimaatfonds, maar dat geldt niet voor het voorgestelde middel. Er bestaan bij ons grote twijfels over de doelmatigheid. Evenmin kan dit fonds in zijn huidige vorm de cruciale toets van de klimaatrechtvaardigheid doorstaan. We gaan met het fonds een heleboel geld uitgeven om bedrijven te helpen te vergroenen, terwijl we ze hiertoe ook kunnen verplichten, in ieder geval voor een groot gedeelte. Intussen betalen we hier wel met z'n allen voor zonder dat we er zeggenschap voor terugkrijgen of delen in de winst. Dat is niet rechtvaardig en ook niet wijs. Het ondermijnt het al niet zo hele stevige draagvlak voor het klimaatbeleid in dit land, terwijl we dat draagvlak juist zo hard nodig hebben.

Voorzitter. Het klimaatbeleid verdient beter dan het wetsvoorstel dat nu voorligt. Dat neemt niet weg dat wij uitzien naar de beantwoording van de minister.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Apeldoorn. Dan gaan we nu luisteren naar de bijdrage van collega Baumgarten, die namens de fractie van JA21 spreekt.