Plenair Van Apeldoorn bij voortzetting behandeling Tijdelijke wet Klimaatfonds en Begroting Economische Zaken en Klimaat 2024



Verslag van de vergadering van 19 december 2023 (2023/2024 nr. 14)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.58 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Dank, voorzitter. Dank aan de minister voor de beantwoording. Ik heb in mijn eerste termijn duidelijk gemaakt dat mijn fractie veel twijfels heeft over de doelmatigheid en rechtvaardigheid wat betreft het Klimaatfonds. Doelmatigheid gaat over het principiële punt dat normeren en beprijzen boven subsidiëren moeten gaan, en over de vraag of dat wel altijd in voldoende mate gebeurt en of subsidiëren wel zo doelmatig is. Rechtvaardigheid gaat onder andere over de verhouding in het fonds tussen de besteding direct aan burgers enerzijds en aan bedrijven anderzijds. Dat heet dan "percelen" in het taalgebruik van de minister. De minister zegt steeds trots dat het perceel voor de gebouwde omgeving opgehoogd is. Dat klopt, maar dan is het nog maar 13,4% van het totaal dat rechtstreeks naar burgers gaat. Voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving voor huishoudens, voor huizen, wordt ongeveer hetzelfde bedrag uitgetrokken als voor kernenergie. Dat is voor ons toch eigenlijk wel tekenend.

Maar ik begin misschien toch met een heel korte opmerking richting de heer Petersen. Ik mocht bij die uitlokking niet naar de interruptiemicrofoon komen van de voorzitter, dus dan maar de vraag aan de minister: waar zijn die subsidies voor bedoeld? De heer Petersen zei: niet alle bedrijven hebben gouden schoorstenen. Mijn punt was niet dat alle bedrijven miljardenwinsten maken, maar dat wel het uitgangspunt moet zijn dat we, waar we dat kunnen, verplichten en normeren in plaats van subsidiëren. Dat zei ik net ook al. Subsidiëren als instrument moet een uitzondering blijven. Mijn punt is toch dat veel bedrijven wel degelijk in staat zullen zijn om zelf de kosten daarvan te dragen, bijvoorbeeld door minder winst uit te keren aan hun aandeelhouders en die te reserveren voor de noodzakelijke en verplichte verduurzaming. Dan houd je ook meer geld over voor huishoudens.

Natuurlijk, er zijn ook bedrijven waarvoor dat niet geldt. Ik hoorde de heer Petersen toen zeggen dat bedrijven anders failliet zouden kunnen gaan. Daarom wil ik graag even iets duidelijk hebben van de minister: het Klimaatfonds is toch niet bedoeld om bedrijven te gaan redden en faillissementen te verhinderen? Dat lijkt me niet, want dan zouden we daar hele andere voorwaarden aan willen stellen als SP. Ik zie de minister knikken dan wel zijn hoofd schudden, dus dat is dan in ieder geval helder.

Maar als we dan wél gaan subsidiëren — nogmaals, mijn fractie is niet principieel tegen subsidiëren, zelfs niet van bedrijven — dan is toch de vraag wat we daarvoor terugkrijgen. Er komt geen algemene klimaatplicht. We weten dus niet zeker dat de bedrijven die we subsidiëren, ook zelf de klimaatdoelen zullen halen en gecommitteerd zijn aan klimaatneutraal produceren in de toekomst conform de doelstellingen van de Klimaatwet. Dat klopt toch, minister?

Er wordt ook niet geregeld in de voorgestelde Tijdelijke wet Klimaatfonds en de instellingswet dat publiek geld nooit tot private winsten kan leiden, bijvoorbeeld door op te nemen in de wet dat bij winst als gevolg van subsidiëring van bepaalde investeringen, die subsidie terugbetaald moet worden. Klopt dat, zo vraag ik de minister.

Misschien kan hij in dat kader ook nog wat nader ingaan of iets duidelijker antwoord geven op mijn vragen over hoe het dan zit met de zogenaamde clawback of terugvorderingsclausules. Ik heb namelijk niet begrepen of dat nu een optie is of dat dat altijd het geval zal zijn. Maar dat is nog iets anders dan wat ik net benoemde als een algemene regel. Er komt op basis van deze instellingswet ook geen vorm van winstdeling. Klopt dat, zo vraag ik de minister. En we krijgen er ook geen zeggenschap of aandelen voor terug als het gaat om subsidies aan het bedrijfsleven. Klopt dat, minister?

Ten slotte. Er komt ook geen toets voor klimaatrechtvaardigheid als het gaat om toe te kennen subsidies. Ook dat is niet opgenomen in de instellingswet. Ik ga nog horen van de minister of ik mij misschien totaal vergist heb, maar op die basis zou ik toch zeggen dat dit wetsvoorstel en dit Klimaatfonds in deze vorm onvoldoende voldoen, niet alleen aan het criterium van de doelmatigheid, maar ook aan dat van de rechtvaardigheid, van de klimaatrechtvaardigheid. Ik heb al eerder betoogd dat dat gewoon slecht is voor het draagvlak, dat we heel erg nodig hebben voor dat klimaatbeleid en het Klimaatfonds. Dat is dus de conclusie van mijn fractie.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Apeldoorn. Dan is het woord aan de heer Baumgarten namens JA21.