Plenair Schalk bij voortzetting behandeling Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen



Verslag van de vergadering van 16 januari 2024 (2023/2024 nr. 16)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.36 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Voorzitter, dank u wel. Natuurlijk ook dank aan de staatssecretaris. Ik voeg me bij degenen die complimenten hebben gegeven voor de wijze waarop hij met veel compassie deze wet heeft verdedigd.

Voorzitter. Aan het begin van mijn betoog wil ik ook uitspreken dat mijn fractie, de SGP, ook compassie heeft met echte asielzoekers. Het is denk ik van belang om dat tegen elkaar te zeggen. Alle persoonlijke zorgen, problemen, verdriet en vervolging raken ons natuurlijk zeer. Gisteren ging het bijvoorbeeld ook over miljoenen klimaatvluchtelingen die we zouden kunnen gaan verwachten. Toen dacht ik ook aan die 340 miljoen vervolgde christenen in deze wereld. Gisteren en vandaag heb ik heel bewust geen grote woorden gebruikt. Ik heb ook geen namen aan de wet gegeven die ik gewoon niet passend vind. Ik heb ook geen zware woorden gebruikt over asielzoekers, overlast enzovoort. Ik heb gewoon geprobeerd om in alle rust op basis van datgene waar we voor staan, namelijk uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en rechtmatigheid, een oordeel te geven over de wet die voorligt. De SGP zegt dus niet dat er niemand binnen mag komen, maar wel dat er veel beter, sneller en adequater maatregelen genomen moeten worden voor de instroom. Dat blijft voor ons bij deze wet belangrijk. Het gaat naar de mening van de SGP in deze wet ook over instroom. Natuurlijk gaat het ook over degenen die hier al zijn, maar de spreidingswet gaat wel over de instroom van de toekomst. Zodra deze wet volgende week aangenomen is en in werking zal treden, zijn de asielzoekers van de dag erop onderdeel van deze wet. Ik heb er mijn zorgen over uitgesproken dat de wet consequenties kan hebben voor de aanzuigende werking. Ik wil dat nog een keer genoemd hebben.

Voorzitter. We hebben deze dagen ook veel gesproken over het probleem van de statushouders. We hebben nu te maken met 16.000 statushouders en eind 2024 met 20.000. Dat zit op slot. Er zijn geen woningen. Dat is ook duidelijk geworden. Nu wordt er gesproken over doorstroomlocaties. Dat is op zich natuurlijk een interessante gedachte, maar dan gaat het over een klooster in een woonplaats, een school, een kazerne enzovoort. Maar als je daar vanuit verschillende perspectieven naar kijkt, dan moet je je wel afvragen of dat niet het probleem gaat verleggen. Vanuit statushouders zou je kunnen zeggen dat dat weer onzekerheid en onduidelijkheid geeft. Voor de gemeenten zullen er minder mogelijkheden zijn voor locaties van kleinschalige opvang voor asielzoekers, want heel veel van die locaties zullen dan gebruikt moeten worden voor het andere probleem. Vanuit de eigen bevolking zou je kunnen zeggen dat statushouders straks op woningen wachten — anders verstopt het opnieuw — maar dat ook de jonge mensen uit de gemeenten zitten te springen om huisvesting. Waar gaan we die mensen huisvesten? De staatssecretaris heeft heel terecht gezegd dat het eigenlijk utopisch is om te denken dat er op korte termijn voldoende woningen zullen zijn. Daar horen natuurlijk de volgende vragen bij. Wat kan de samenleving aan? Hoe kunnen we de voorzieningen bieden, terwijl gemeenten al grote uitdagingen hebben op het terrein van onderwijs, zorg, sociale zekerheid, integratie en huisvesting?

Voorzitter. De Huisvestingswet bij statushouders gaat over 342 gemeenten die te maken hebben met een rigide rekenmethode, maar de spreidingswet gaat ook over 342 gemeenten, alleen via een ander systeem. Maar de volle mep van de aantallen komt op het totaalaantal gemeenten terecht. Ik heb daar trouwens nog wel een vraag over de aantallen bij. Vanmiddag hebben we een petitie gekregen van onder andere VNG, IPO en COA. Die gaan uit van 63.000 plaatsen, hoorde ik zeggen, maar de staatssecretaris had het al over 96.000. Misschien kan hij dat verschil nog even verduidelijken.

Een andere vraag die wat mij betreft nog openstaat, is wat er gebeurt als gemeenten hun verantwoordelijkheid niet nemen. Eigenlijk heb ik daarvoor vandaag geen oplossing gehoord, anders dan dat rijksvastgoed, als dat daar is, ingezet kan worden. Dat levert dus wel een probleem op. Vervolgens worden de andere gemeenten gestraft als de 75% niet wordt gehaald. Dit is dus een aspect van de handhaafbaarheid waar mijn fractie nog wel grote vragen bij heeft.

De staatssecretaris liet overigens wel weten dat er morgen een advies van de Raad van State komt. Hij heeft toegezegd dat dit voor het aanstaande weekend nog naar deze Kamer komt, zodat het nog kan worden gewogen. De Raad van State heeft een scala aan zorgpunten benoemd. Belangrijke verbeteringen zijn er wel gekomen via de amendementen. Maar, voorzitter, u heeft het ongetwijfeld ook gehoord: De spreidingswet gaat niet alleen over de over de instroom, maar is wel afhankelijk van de instroom. Mijn fractie blijft dan ook bezorgd over de uitvoerbaarheid van deze wet en over de handhaafbaarheid van deze wet. Ik ben benieuwd of de staatssecretaris nog antwoorden kan geven op de vragen die ik tot nu toe gesteld heb.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schalk. Dan is het woord is aan de heer Van der Goot van OPNL.