Plenair Van Apeldoorn bij behandeling Afbouw salderingsregeling voor kleinverbruikers



Verslag van de vergadering van 6 februari 2024 (2023/2024 nr. 19)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.49 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Voorzitter. Ik spreek vandaag mede namens de fractie van OPNL.

Zonne-energie is de schoonste hernieuwbare energie die wij hebben en essentieel voor onze energietransitie: de transitie naar duurzame hernieuwbare energie die hard nodig is om de klimaatdoelstellingen te halen, maar die ook nodig is om Nederland energie-onafhankelijker te maken. Nederland is koploper in zonne-energie in Europa, met de meeste zonnepanelen per inwoner. Wat de fracties van de SP en OPNL betreft moet dat zo blijven. Sterker nog, wat ons betreft kunnen er nog veel meer zonnepanelen bij, het liefst op ieder dak. Op dit moment heeft ruim een op de drie koopwoningen zon-PV en ongeveer een op de zes sociale huurwoningen. Dat kan dus nog een stuk beter, vooral ook in de huursector.

Dat Nederland koploper is, is mede te danken aan de salderingsregeling die bezitters van zonnepanelen in staat stelt om in de zomer extra niet-gebruikte opgewekte energie te laten invoeden op het net, en later weg te laten strepen tegen dure energie in de winter. Die regeling — het is al vaak gezegd vandaag — is een succes gebleken, maar we zijn er dus nog niet. Als het gaat om de verduurzaming van de volkshuisvesting kan en moet er nog veel meer gebeuren, dus waarom deze regeling nú afschaffen, terwijl we met het oog op de energietransitie en de klimaatopgave juist méér in plaats van minder inspanningen nodig hebben? Eigenlijk is dat mijn eerste en misschien ook wel belangrijkste vraag aan de minister: waarom wil hij er nu vanaf, anders dan dat het nu eenmaal al in een eerdere coalitie zo afgesproken was? Na het lezen van de stukken heb ik daar eigenlijk nog geen helder antwoord op gekregen.

Niet dat de salderingsregeling niet voor verbetering vatbaar zou zijn of dat er geen alternatieven mogelijk of betere alternatieven denkbaar zijn. Ten slotte geldt ook voor mijn fractie dat de salderingsregeling geen doel op zich is, maar een middel. De SP had deze regeling, die consumenten individueel laat investeren in zonnepanelen en die investeringen dan laat terugverdienen, niet per se bedacht. Mijn partij is meer voor collectieve oplossingen. Er zijn mogelijk goede alternatieven op termijn denkbaar, maar met die alternatieven komt deze minister niet. Hij wil de regeling gewoon afschaffen, niet verbeteren noch vervangen door iets beters. Nee, gewoon afschaffen.

Voorzitter. Dat is een slechte zaak voor onze energietransitie, die zo gebaat is bij zon op dak voor zo veel mogelijk mensen. Het is ook een slechte zaak voor diegenen die dachten goed bezig te zijn voor het klimaat en voor hun eigen portemonnee door te investeren in zonnepanelen. Zij deden dat mogelijk — ik denk dat dit voor veel mensen geldt — zonder zich te realiseren dat de plannen van de minister die investering weleens een stuk minder voordelig zouden kunnen maken. Er is in dit verband in de Tweede Kamer gesproken over "een onbetrouwbare overheid". De minister wil hier niets van weten en stelt dat de mensen heus goed geïnformeerd waren, maar waar hij dat op baseert, is mij een raadsel. We hebben net zelfs ook voorstanders van de afschaffing horen zeggen dat zij daar niet van overtuigd zijn. De gemiddelde burger, ik zei het net ook al, leest echt niet het coalitieakkoord waar dit in stond. Hoe dan ook, als de minister zijn zin krijgt, is de reeds gedane investering in zon-PV voor deze mensen ineens een stuk minder rendabel geworden. Kan de minister zich met de fracties van de SP en OPNL voorstellen dat dit in ieder geval voor veel mensen een onaangename verrassing zal zijn? Als dat volgens hem geen kwestie is van onbetrouwbaarheid, hoe zou hij het dan willen kwalificeren?

Voorzitter. Het belangrijkste argument van de minister voor afschaffing van de salderingsregeling lijkt te zijn dat het de overheid geld kost via belastingderving. Dit omdat onder de regeling bezitters van zonnepanelen geen belasting betalen over de gesaldeerde stroom. Het belangrijkste argument om het nu door te zetten, lijkt te zijn dat de extra belastinginkomsten door afbouw en dan volledige afschaffing in 2031 al ingeboekt zijn. Klopt onze indruk dan dat het vooral een kwestie van centen is? Graag een reactie van de minister.

Een tweede argument dat we van de minister horen, is dat het stroomnet — het is al eerder besproken vandaag — zo veel opgewekte energie, met name in de zomer, niet goed aankan en dat er dan sprake is van overbelasting. Dan is het dus een capaciteitsprobleem. Is de minister het met mij eens dat je dat dan gewoon moet oplossen? Waarom is daar dan niet al meer aan gedaan de afgelopen jaren? Graag een reactie.

Een derde argument, dat we ook in de Tweede Kamer veel hebben gehoord, juist van partijen als de VVD, die zich daar normaal nooit druk over maken, en dat we vandaag inderdaad ook weer in de Eerste Kamer van de VVD horen, is dat deze regeling vooral ten goede zou komen aan de hogere inkomens en degenen die zich de investering in zon-PV kunnen veroorloven en dat vervolgens de niet-zonnepanelenbezitters, die zich meer onder de lage inkomens bevinden, indirect via een hoge energierekening meebetalen aan de relatief lagere energierekening van huishoudens met zon-PV, het zogenaamde "socialiseren". Dat laatste is wat mij betreft helemaal niet per se een probleem, want dat geldt wel voor meer zaken die we net als de energietransitie heel belangrijk vinden. Denk aan collectieve voorzieningen als onderwijs. Natuurlijk is het niet wenselijk dat hogere inkomens structureel relatief meer profiteren dan lagere, maar is dat, afgezien van het feit dat we de preciezere feiten hierachter helemaal niet kennen, niet juist een reden om ervoor te zorgen dat veel meer mensen gebruik kunnen maken van zonne-energie en is het dan wijs of logisch om, zolang er nog geen alternatief is, deze regeling af te schaffen? Graag een reactie van de minister.

Ik zie dat de heer Van Ballekom een onderonsje heeft met de minister, maar ik ga gewoon door. Klopt het, zo vraag ik de minister, dat het doordat zon-PV goedkoper is geworden met de huidige salderingsregeling ook steeds aantrekkelijker is geworden voor de middeninkomens en lagere inkomens om te gaan voor zon op dak en dat die groepen juist meer dan voorheen ook zouden kunnen gaan profiteren van deze regeling? En dan zou je 'm juist nu afschaffen. De fracties van de SP en OPNL begrijpen de logica niet.

De voorzitter:

Voor we verdergaan met de logica, een interruptie van de heer Schalk.

De heer Schalk i (SGP):

Ik snap ook niet de logica van het onderwijs. Het is niet zo dat als mensen met een grotere beurs gebruikmaken van het onderwijs, mensen met een lagere beurs meer zouden moeten gaan betalen, maar dat is bij de regeling die we nu aan het bespreken zijn wel zo. Als de salderingsregeling blijft bestaan, dan hebben de mensen met een grotere beurs die zonnepanelen kunnen plaatsen daar voordeel bij, maar gaan de mensen met een kleine beurs die geen zonnepanelen kunnen betalen honderden euro's per jaar meer betalen. Ik vraag aan de heer Van Apeldoorn van de SP, die eigenlijk altijd een soort voorloper is hier in de Kamer in het beschermen van mensen die in armoede terecht dreigen te komen: moeten we daar dan wel op deze manier mee omgaan?

De heer Van Apeldoorn (SP):

Dank voor deze vraag. Kijk, ik gaf het voorbeeld van onderwijs omdat we bijvoorbeeld niet allemaal kinderen hebben en we daar wel met z'n allen voor betalen. Dat geldt ook voor openbaar vervoer en andere zaken. Daar betalen we allemaal voor — we zeggen dat het goed is dat we dat hebben, dat het goed is dat we infrastructuur hebben en dat het goed is dat we ov hebben — maar we maken er niet allemaal in even grote mate gebruik van. Dus met dat socialiseren — dat was mijn punt — heb ik op zich geen problemen. Er is wel een probleem als van een bepaalde regeling hogere inkomens structureel meer profiteren dan lagere inkomens. Daarom zeggen wij dat de oplossing niet is om deze regeling af te schaffen, maar juist om het mogelijk te maken voor de lagere en middeninkomens om er ook gebruik van te maken en dat is op dit moment ook al het geval. We gaan naar een situatie toe — dat zegt de Woonbond bijvoorbeeld en dat zeggen de woningcorporaties — waarin de lagere en middeninkomens meer dan voorheen — dat geldt ook voor mensen die huren, via de verhuurder — gebruik kunnen maken van deze regeling om te investeren of de verhuurder te laten investeren in zon op dak. En dan zou je die juist nu gaan afschaffen. De heer Schalk zegt: als we de regeling in stand houden, dan blijven de hogere inkomens ervan profiteren ten koste van de lagere inkomens. Maar dat is om die reden dus nog maar de vraag. Ik heb net ook al gezegd: het is mij niet helemaal duidelijk waar die rekensom precies op gebaseerd is. De energiebedrijven zeggen dat het in totaal om 1 miljard gaat.

Mijn wedervraag aan de heer Schalk is vervolgens: hoe weten we dat dat miljard terecht gaat komen bij de huishoudens, bij alle burgers die hun energierekening moeten betalen? Dat is nog maar zeer de vraag, want dat wordt ook niet in deze wet geregeld. Dat zal ik later ook nog in mijn spreektekst zeggen.

De heer Schalk (SGP):

Voorzitter, ik denk dat u niet wilt dat ik de wedervraag ga beantwoorden. Ik denk dat u wilt dat ik bij mijn eigen vragen blijf. Ik begrijp de redenering van de heer Van Apeldoorn toch niet helemaal. De hogere inkomens profiteren hiervan, want anders zouden we niet praten over deze salderingsregeling. Ze hebben er baat bij. Maar doordat zij ervan profiteren, gaan de lagere inkomens er met honderden euro's op achteruit. Dat kunnen we oplossen door ruimte te bieden aan woningbouwverenigingen en dergelijke om zonnepanelen te leggen of door andere dingen te bedenken. Ik ben het met de heer Van Apeldoorn eens: laten we iets anders bedenken, waar iedereen voordeel van heeft in plaats van dat we een regeling in stand houden die op termijn niet houdbaar is en die nu ongelijkheid teweegbrengt.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Dat is allemaal nog maar de vraag. Ik bestrijd echt een aantal aannames die de heer Schalk in zijn interruptie maakt. De heer Schalk heeft het erover dat de hogere inkomens ervan profiteren, maar dat is sowieso te algemeen gesteld. Je kunt zeggen dat de bezitters van zonnepanelen ervan profiteren en dat, als je kijkt naar de verhouding tussen koop en huur, mensen met een hoger inkomen in het verleden meer gebruikgemaakt hebben van de salderingsregeling dan mensen met een laag inkomen. Dan is dus juist nu het punt dat die regeling en het investeren in zon-PV, doordat zonnepanelen goedkoper geworden zijn, ook voor die andere groepen, de lagere en middeninkomens, aantrekkelijk wordt. En dan zou je de regeling juist nu willen afschaffen. Als we het hebben over de energiearmoede, die nog steeds enorm groot is in Nederland en honderdduizenden mensen treft, dan denk ik dat het mooi is dat we nu een salderingsregeling hebben waar ook die groepen van kunnen profiteren, althans meer dan in het verleden, bijvoorbeeld door hun energierekening naar beneden te brengen. Wat de SP-fractie betreft kan dit ook nog wel op andere manieren, bijvoorbeeld door de energiebelasting te verlagen. En zo kan ik nog wel meer bedenken, maar dat is een beetje buiten de orde van dit debat.

Als we bang zijn dat deze regeling te veel denivelleert, zou ik zeggen: ze wordt minder denivellerend. Laten we op andere manieren ook zorgen voor nog verdere nivellering. Laten we de hypotheekrenteaftrek afschaffen en laten we energiebelasting voor kleinverbruikers verlagen. En zo kan ik nog wel meer manieren bedenken om daar wat aan te doen.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Goed. Ik had het over de logica die ik niet begreep. Wat zijn, zo vraag ik aan de minister, de gevolgen voor de energietransitie en voor de ambitie om nog veel meer zon op dak te krijgen, ook in de huursector en ook in de volkswijken? Hoeveel huishoudens of woningcorporaties zullen als gevolg van deze voorgenomen afbouw en afschaffing besluiten om niet in zonnepanelen te investeren waar zij dit anders wel van plan geweest zouden zijn? De minister weet het niet, want hij heeft dit niet laten onderzoeken. Maar dat het een negatief effect en een remmende werking zal hebben op zon op dak laat zich raden.

Dan kom ik bij het argument dat de kosten van de salderingsregeling gesocialiseerd worden. Hoe kijkt de minister er dan naar dat sommige energieleveranciers gewoon de kosten doorberekenen aan de bezitters van zonnepanelen, die daardoor dan duurder uit zijn? Kan de minister bevestigen dat het inmiddels om vijf energieleveranciers gaat die extra terugleverkosten in rekening brengen bij mensen die een dure investering in zonnepanelen hebben gedaan? Klopt het dat er tijdens de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer een jaar geleden — dat is nu al ruim een jaar geleden — nog maar één bedrijf was die dat deed? Kan de minister aangeven wat de consequentie is voor de terugverdientijden voor de klanten van deze leveranciers? Is de minister het met mij eens dat, gezien deze vervijfvoudiging in een jaar tijd, het er over een jaar nog veel meer zouden kunnen zijn? Dat wil zeggen, leveranciers die deze terugleverkosten in rekening brengen en dat mogelijk ook blijven doen. Dan is er van die socialisering dus al veel minder of geen sprake. En wat betekent dat dan voor dit wetsvoorstel? Haalt dat niet een deel van de toch al zwakke argumentatie verder onderuit? Graag een reactie van de minister.

Is de minister het eens met de Woonbond, Aedes, VNG, Vereniging Eigen Huis en de Consumentenbond dat een en ander het onderzoek van TNO uit 2022, waar de minister zich telkens op beroept, over de terugverdientijd en over hoe rendabel investeren in zon-PV blijft na afschaffing van de salderingsregeling, op zijn minst gedateerd maakt? Over de aannames uit dat TNO-onderzoek hadden wij sowieso al onze twijfels, en daarmee sluit ik aan bij eerdere fracties.

Voor zover de terugleverkosten nog wel bij alle huishoudens terechtkomen, is het de vraag hoe we dan weten dat bij het afschaffen van deze kosten voor de energiebedrijven dat dan ook daadwerkelijk voor alle huishoudens tot een navenant lagere energierekening zal leiden. In dit wetsvoorstel — ik zei het net al — is dat immers niet geregeld. Klopt het, zo vraag ik de minister, dat hij hier dan vooral vertrouwt op de markt en de marktwerking? Mag ik hem dan vragen waar hij dat sterke geloof in de markt vandaan haalt? Vindt hij dat, als het gaat om de energie, die markt altijd goed werkt? Wie garandeert dat de energiebedrijven niet een deel van die kostenverlaging in eigen zak zullen steken en zij er hun winsten mee zullen spekken? Het zou om 1 miljard gaan. Waarom moeten we de minister geloven dat dit miljard echt of grotendeels terechtkomt bij de consument, bij de huishoudens? Klopt het dat het voordeel voor de schatkist, doordat er met de afschaffing van de salderingsregeling een einde komt aan de belastingderving, sowieso niet direct ten goede komt aan de energieconsument, dat die afschaffing niets gaat opleveren voor de verduurzaming — integendeel, die wordt nu afgeremd — noch voor het verlagen van de energierekening van mensen, en dat die afschaffing dus niets gaat doen aan de hele grote energie-armoede in ons land? Wie wordt er dan beter van de afschaffing van de salderingsregeling? Misschien vooral de energiebedrijven. Graag een reactie van de minister.

De minister probeerde in de Tweede Kamer partijen zoals de mijne gerust te stellen, want er wordt ook extra geïnvesteerd in de verduurzaming in de huursector. Maar waarom zijn de woningcorporaties en de Woonbond dan niet overtuigd van de plannen van de minister en zijn redenatie? Wat heeft hij dan te bieden om hen te overtuigen? Met dit wetsvoorstel in ieder geval niets.

Voorzitter. Ik rond af. Dit wetsvoorstel, indien aangenomen, schaft een succesvolle regeling, die belangrijk was en is voor de uitrol van zon op dak in Nederland, af zonder daar iets voor in de plaats te stellen. Het afschaffen levert de schatkist wat meer belasting op, maar dat lijkt ook het enige echte voordeel te zijn. De energietransitie, de verduurzaming van woningen middels de schoonste hernieuwbare energiebron die we hebben, wordt er eerder door afgeremd. Terwijl nu zonnepanelen ook voor de lagere en middeninkomens, dat wil zeggen met de salderingsregeling, steeds aantrekkelijker worden en dus ook in de huursector tot meer zon op dak kunnen gaan leiden, schaffen we deze regeling af als de minister zijn zin krijgt. Intussen komen mensen die al zonnepanelen bezitten, bedrogen uit of worden in ieder geval met een hogere energierekening geconfronteerd dan waar men eerder rekening mee hield. Het zou mooi zijn als tegenover deze grote nadelen het voordeel stond dat voor de mensen die geen zonnepanelen bezitten de energierekening dan flink omlaag zou gaan, maar dat is dus niet geregeld in deze wet. Er is ook geen enkele garantie dat dat zal gebeuren, afgezien van het feit dat als dat je motief is, je ook eindelijk eens de energiebelasting voor kleinverbruikers flink zou kunnen verlagen. De fracties van de SP en OPNL zijn dus geenszins overtuigd van de wijsheid van het voorliggende wetsvoorstel, maar zien desalniettemin uit naar de beantwoording door de minister.

De voorzitter:

Ik dank u voor uw betoog. Dan geef ik nu het woord aan de heer Schalk van de SGP.