Plenair Schalk bij voortzetting behandeling Wet verhoging minimumloon 2024



Verslag van de vergadering van 16 april 2024 (2023/2024 nr. 29)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 16.47 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Voorzitter, dank u wel, en natuurlijk dank aan de minister en de staatssecretaris voor de manier van antwoorden. Waar ging dit debat in ieder geval niet over? Dat was over de koppeling van de AOW, want als de wet verworpen zou worden, blijft de koppeling bestaan, en als de wet aangenomen zou worden, blijft die volgens mij ook bestaan. Het ging wel heel vaak over bestaanszekerheid. Ik heb even mee zitten turven en tellen toen de minister een opsomming gaf van een aantal dingen die de afgelopen periode zijn gebeurd: grotere gezinnen zijn met het kindgebonden budget ondersteund, de huurtoeslag is vorig jaar gericht toegepast, armoedecijfers dalen, kinderarmoede daalt, het minimumloon is verhoogd met 10%, het minimumuurloon is ingevoerd en de indexering van 3,1% per 1 juli zien wij nog tegemoet.

Voorzitter. De minister zei in haar beantwoording ook dat het een en ander bij een inkomensverandering in balans zou moeten zijn. Alleen, ze gaf daarbij niet aan dat ze die balans zelf zag, maar dat de Eerste Kamer de wens van de Tweede Kamer zou kunnen volgen. Mijn conclusie is dat het niet de wens van het kabinet zou zijn. De minister zegt dat ze netjes het amendement heeft uitgevoerd. Wat mij betreft is de appreciatie dan duidelijk. In de Tweede Kamer is het amendement ontraden. Dat voel ik eerlijk gezegd nog steeds een beetje boven dit debat hangen.

Er zijn nogal wat gevolgen. Die zijn ook genoemd in de loop van dit debat. Denk aan banenverlies, onzekerheid voor werkgevers, dekkingsproblemen en opwaartse druk op cao-lonen. De SGP blijft zeggen dat er gewerkt moet worden aan een rigoureuze herziening van het belasting- en socialezekerheidsstelsel. Ik weet dat we wachten op een nieuw kabinet, maar ik vraag de minister en de staatssecretaris toch wat zij daar in de komende periode zelf nog aan zouden kunnen doen of dat er al aan gewerkt wordt en, zo ja, op welke wijze.

De SGP blijft iedereen een hoog salaris gunnen; dat heb ik aan het begin van mijn eerste termijn gezegd. Maar de lastenkant voor de werkgever moet reëel zijn ten opzichte van het effect voor werknemers. Die balans is wat mij betreft echt zoek. De SGP steunt dit wetsvoorstel dan ook niet, maar roept de regering op om iets anders te doen. Mevrouw Vos had het erover dat brandweerlieden soms halverwege zouden moeten stoppen met het blussen met water. Maar soms is een brandweerman zo verstandig om te stoppen met het blussen met water omdat een ander middel beter helpt, bijvoorbeeld schuim. Mijn voorstel zou zijn om niet deze problemen op te lossen met deze 1,2%, maar om iets te doen aan de inkomstenbelasting voor de groep met het wml. Dat kan met name door de extreme marginale druk aan te pakken.

Mevrouw Vos i (GroenLinks-PvdA):

Ik heb toch nog even een vraag. Hoorde ik de heer Schalk nou zeggen dat hij de lastenverhoging voor het bedrijfsleven, die 0,05%, buiten proportie vindt? Of vindt hij de dekking van het amendement-Van der Lee buiten proportie?

De heer Schalk (SGP):

Consistent aan mijn eerste termijn gaat het mij erom dat als je deze 1,2% doorvoert, er een kostenpost komt die voor de werkgevers vele malen hoger ligt ten opzichte van hetgeen uiteindelijk bij de werknemers terechtkomt. Je kunt dat nog steeds klein vinden, maar ik heb gisteren het volgende geprobeerd uit te leggen. Uit mijn hoofd zeg ik het volgende; ik heb de documenten hier nu namelijk niet liggen. In mijn interruptiedebat met de minister — ik hoop dat zij daar nog even op ingaat — heb ik haar eigen cijfers gebruikt als het gaat om de groep mensen met een minimumloon. Stel dat ze fulltime werken. Dan hebben ze ongeveer €27.000 inkomen per jaar. Op het moment dat ze €1.000 meer zouden verdienen, zit daar een marginale druk op van 80% tot 90%. Dat betekent dus dat het minimale overhouden. Ondertussen moet een werkgever het volle pond betalen. Heel veel daarvan vloeit gewoon weg, maar niet in de beurs van degene bij wie we dat juist willen zien. Mijn pleidooi is: als je de marginale druk zou veranderen, van 80% naar het normale tarief, dus naar 30% tot 40%, dan bereik je vele malen meer dan met deze 1,2%.

Mevrouw Vos (GroenLinks-PvdA):

De minister heeft gezegd dat dat wel kan, maar dat het de mensen met een laag inkomen niet bereikt omdat ze al zo weinig belasting betalen. Als we dit blijven volhouden — we hebben nu eenmaal zo'n systeem — dan betekent dat eigenlijk dat we het minimumloon en dus de bijbehorende uitkeringen en AOW nooit meer zouden moeten verhogen.

De heer Schalk (SGP):

Als je even de rekensom maakt ... Iemand met een lager inkomen dan die €27.000, bijvoorbeeld €10.000, krijgt maar over die €10.000 1,2%. Daar is een iets lagere marginale druk op. Het gaat mij erom dat op het moment dat je die marginale druk zou verlagen, dat een sterker effect heeft op de portemonnee van degene waar je het echt op wil richten dan wat we nu doen. En het voordeel is dat je daarmee de werkgever niet extra belast.

Mevrouw Vos (GroenLinks-PvdA):

Volgens mij verschillen we daarover niet van mening. Wat ik wel jammer vind ... We moeten echt een keertje gaan luisteren naar al die plannen over verbetering van ons belastingstelsel. Het is inderdaad niet eens een kerstboom; het is een of ander ingewikkeld mikadobouwwerk waar we niet eens een stokje uit durven te halen. Ik vind het wel jammer dat, terwijl we nadenken over dat ingewikkelde belastingsysteem, de minima nog steeds er niet op vooruitgaan, dat ze relatief, ten opzichte van de rest van Nederland zo onderaan bungelen en dat, zoals we vanochtend ook hoorden, veel te veel mensen afhankelijk zijn van de voedselbank.

De heer Schalk (SGP):

Dat dat laatste ernstig is, ben ik natuurlijk sowieso met mevrouw Vos eens. Maar ik vind ook dat we recht doen aan het debat als we in ieder geval datgene noemen wat de regering wel gedaan heeft in de afgelopen jaren: de 10% vorig jaar, het minimumuurloon, wat wij ook gesteund hebben, de indexering die we gelukkig hebben, de koppeling. Maar de consequenties hiervan zijn onvoorspelbaar. Mevrouw Van Aelst zei: is dat nou zo ernstig, dat onvoorspelbare? Nou, voor een aantal werkgevers is dat inderdaad heel lastig, als het allemaal intussen zomaar weer gebeurt. Dat is één.

Twee: de cao-lonen gaan mee omhoog. De minister heeft vanmiddag zelf aangegeven dat die 10% onder andere was ingezet om te zorgen dat de rest van het loongebouw ook omhoog zou gaan. Dat heeft gewoon consequenties. Het is dan uiteindelijk een politieke afweging — dat geef ik zo toe — om te zeggen: wij vinden dit niet de juiste maatregel, maar ik reik wel iets anders aan wat wel zou kunnen helpen.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schalk. De heer Van den Oetelaar ziet af van zijn tweede termijn, dus het woord is aan de heer Petersen.