Plenair Van Apeldoorn bij behandeling Begroting Buitenlandse Zaken 2025



Verslag van de vergadering van 22 april 2025 (2024/2025 nr. 27)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 14.21 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Voorzitter. 2025 lijkt het jaar te worden waarin we getuige zijn van misschien wel de grootste geopolitieke omwenteling sinds de Tweede Wereldoorlog: van het stemmen met Rusland en tegen Oekraïne in de VN tot het starten van een ongekende handelsoorlog. Trump gaat in zijn tweede termijn met een grote sloophamer door wat er nog over was van de zogenaamde op regels gebaseerde en door de VS geleide liberale wereldorde.

Met de mondiale financiële crisis en de daarna versnellende opkomst van China als wereldmacht, was natuurlijk al eerder duidelijk geworden dat de oude orde in verval was. De schok die als gevolg van Trumps geradicaliseerde America First-agenda nu door het systeem gaat, had wat dat betreft zonder het al veel langere schuiven van de tektonische platen van de wereldpolitiek niet kunnen plaatsvinden. Maar intussen lopen de spanningen tussen de VS en China, ook als gevolg van de handelsoorlog, verder op, woedt er ondanks de door de VS gestarte vredesbesprekingen nog steeds een verwoestende oorlog op het Europese continent, staat het Midden-Oosten nog steeds in brand en is Israël hard op weg de door Trump gesteunde etnische zuivering van Gaza werkelijkheid te laten worden.

De SP vindt dat we in deze wereld van ongekende geopolitieke turbulentie en onzekerheid in ieder geval twee dingen moeten doen: het hoofd koel houden én vasthouden aan het internationale recht als ons belangrijkste kompas. Dat betekent het tegengaan van straffeloosheid en het versterken van de internationale rechtsorde in het algemeen. Het betekent ook weerstand bieden aan de internationale afbraakpolitiek van Trump en zijn extreme unilateralisme, zo veel mogelijk vasthouden aan het multilateralisme en, waar mogelijk, dat weer versterken. Graag hoor ik van de minister welke kansen hij daartoe ziet, ook in Europees verband.

Bij multilateralisme hoort ook diplomatie. Juist in deze onvoorspelbare wereld, waarin we ons niet meer kunnen verlaten op oude bondgenoten en we zoeken naar nieuw houvast en nieuwe partners, is diplomatie belangrijker dan ooit. Dat is belangrijk, ook om op te komen voor Nederlandse belangen, voor onze soft power, voor het investeren en betere relaties, voor het oplossen en voorkomen van conflicten en voor het aanpakken van grensoverschrijdende problemen, zoals de klimaatcrisis. Erkent de minister het belang van diplomatie, juist in deze tijd? Ik vermoed dat zijn antwoord "ja" zal zijn, maar waarom bezuinigt dit kabinet dan op de diplomatie? Waarom wordt het mes niet alleen in ontwikkelingssamenwerking gezet, maar wordt er ook bezuinigd op het netwerk van onze diplomatieke posten? Wederom is er sprake van kortzichtigheid, van een domme bezuiniging. Onverantwoord ook, vindt mijn fractie. Zouden we, als je het Nederlandse belang voorop wilt stellen, juist niet meer in plaats van minder moeten investeren in de kracht van diplomatie? Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. De SP ziet de bevordering van ontwikkeling van de internationale rechtsorde — de plicht van de regering zoals neergelegd in artikel 90 van de Grondwet — als een van de belangrijkste pijlers, zo niet de belangrijkste pijler van ons buitenlandbeleid. De minister zal het wederom vast beamen. Immers, de internationale rechtsorde dient ook onze belangen. Maar ik wil hem wel vragen eerlijk te reflecteren op de vraag of deze regering dat nu ook echt doet: de internationale rechtsorde bevorderen. Mijn fractie ziet, eerlijk gezegd, het tegenovergestelde: een minister die in zijn beleid bijdraagt aan de uitholling van de rechtsorde. Dit gebeurt in de eerste plaats doordat deze minister in woorden maar vooral ook in daden, of het nalaten daarvan, het internationaal recht in de praktijk niet op Israël van toepassing wil laten zijn of in ieder geval: Israël laat wegkomen met de grootste schendingen van dat internationale recht en zelfs met genocide. Ik kom daar straks nog uitgebreid op terug, maar duidelijk is dat dit de internationale rechtsorde in het hart treft.

Juist in deze tijd, waarin de internationale rechtsorde zo ontzettend onder druk staat, is het van het allergrootste belang dat wij, Nederland en Europa, er wél aan vast blijven houden. Is de minister dat met mij eens? Want als wij er niet aan vasthouden, wie dan wel? En ja, er komen allerlei dreigingen op ons af en daar moet je je tegen kunnen verdedigen, maar dan moet er wel iets overblijven om te verdedigen: onze waarden, het internationaal recht, waaronder respect voor en bevordering van mensenrechten.

Een en ander betekent ook dat wij onze relatie met wat onze belangrijkste en grootste bondgenoot was, moeten herzien. Die relatie is natuurlijk nu al grote schade toegebracht door de ronduit anti-Europese houding van de nieuwe Amerikaanse regering. Maar de vraag is of wij als Nederland nu vooral moeten inzetten op herstel van die relatie, of als Nederland en als Europa onze eigen koers moeten gaan varen. Hoe kijkt de minister daartegen aan? Is hij het met mij eens dat Trump niet alleen met hulp van nieuwe oligarchen zoals Musk de eigen democratische rechtsstaat dreigt te ontmantelen, maar ook ronduit lak heeft aan de internationale rechtsorde? Zo ja, welke waarden delen wij dan nog met de VS? Wat betekent dat dan voor de NAVO, als het grootste land van het bondgenootschap mogelijk straks geen democratische rechtsstaat meer is? Graag een reactie van de minister.

En wat vindt hij bijvoorbeeld van Trumps territoriale aanspraken op het grondgebied van een NAVO-bondgenoot, waarbij het gebruik van militair geweld teneinde het begeerde Groenland in te lijven door Trump niet werd uitgesloten? Mark Rutte durfde er als NAVO-sg zijn vingers niet aan te branden, maar ik neem aan dat onze minister hier toch wel vierkant achter het beginsel van het respect voor elkaars soevereiniteit staat? Dit raakt echt het fundament, ook van de NAVO. Is de minister dat met mij eens?

Het Amerikaans imperialisme van de naoorlogse periode, namelijk een liberaal imperialisme van Amerikaanse economische expansie via een proces van globalisering, wordt nu ingeruild voor een veel reactionairder en territorialer imperialisme. Met andere woorden, Trump volgt het voorbeeld van Poetin. Zo dreigen we op wereldschaal terug te gaan naar de negentiende eeuw. Ziet de minister deze beweging ook?

Voorzitter. Ruim drie jaar geleden was de wereld getuige van een van de ernstigste schendingen van het internationaal recht, namelijk van het geweldsverbod zoals neergelegd in artikel 2 van het VN-Handvest. De Russische agressieoorlog tegen Oekraïne gaat helaas tot op de dag van vandaag door. Dit gebeurt ondanks de pogingen van de Amerikaanse regering om tot een bestand te komen. Met Palmpasen waren we nog getuige van de afschuwelijke aanval op Soemy. Het is goed dat de minister die scherp heeft veroordeeld.

Over de aanpak van Trump en of die misschien niet juist averechts dreigt te werken, kunnen we het nog lang hebben. Maar het allerbelangrijkste is nu wel dat er een duurzame vrede komt; dat er na ruim drie jaar een einde komt aan het bloedvergieten; aan een oorlog die militair niet te winnen is; die twee jaar geleden al in een patstelling was verzand. Diplomatie is dus de enige uitweg. Is de minister dat met mij eens? Wat kan hij doen en wat kan Europa doen om dat te bewerkstelligen: het bereiken van die duurzame vrede, niet over de hoofden van de Oekraïners heen, maar met Oekraïne aan de onderhandelingstafel? Wat kan Europa en wat kan Nederland nog anders doen dan het uitwerken van een in de ogen van de SP nog volstrekt prematuur idee van een afzettingsmacht?

Intussen lopen de spanningen tussen Rusland en het Europese deel van de NAVO verder op. Is de minister, als Nederlands topdiplomaat, het met me eens dat we ook moeten nadenken over hoe we die spanningen weer kunnen verminderen en dus niet al onze kaarten in moeten zetten op wat herbewapening heet, maar overbewapening dreigt te worden?

Is de minister het met de SP-fractie eens dat we alles op alles moeten zetten om een langdurige nieuwe koude oorlog, met een grotere kans dan ooit op een hete oorlog, met Rusland te voorkomen? Waar wij ons als Europa al helemaal niet in moeten laten meezuigen, is een Amerikaanse koude oorlog, laat staat een daadwerkelijk gewapend conflict tussen Amerika en China. Is de minister het met ons eens dat dat niet in ons belang is en ook niet in het belang van Europa? Meent ook hij dat wij andere belangen hebben tegenover China en dat dat land ondanks de zorgen die wij hebben en de risico's een partner is en ook moet blijven? Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. De internationale rechtsorde staat niet alleen onder druk omdat autoritaire leiders van grootmachten zoals Rusland en de VS er niets mee op hebben, maar ook doordat zij die het internationaal recht zeggen hoog te willen houden, het door hun beleid feitelijk uithollen. Tot die laatste categorie behoort helaas ook Nederland, want recht kan niet anders dan onpartijdig zijn, op gelijke wijze van toepassing op gelijke gevallen. Anders wordt wat recht was, krom. Als ik de minister vraag of hij het daarmee eens is, zal hij ongetwijfeld bevestigend antwoorden, maar helaas brengt hij dat principe niet in de praktijk.

Het meten met twee maten raakt de internationale rechtsorde in het hart, en ja, ik heb het hier natuurlijk over het beleid van deze regering tegenover Israël en Palestina. Er zijn inmiddels al meer dan 51.000 — en vermoedelijk nog veel meer — Palestijnen gedood door het genocidale Israëlische geweld, het merendeel vrouwen en kinderen. Iedereen kan de beelden live op televisie zien, dagelijks: uiteengereten kinderlijven, totaal platgebombardeerde en platgewalste steden en dorpen. Maar velen blijven wegkijken.

Soms wordt dat wegkijken wel heel moeilijk, zoals met de executie van vijftien hulpverleners door Israël. Het bewijs van de zoveelste door Israël gepleegde oorlogsmisdaad is overduidelijk, maar de minister komt in zijn reactie niet verder dan te stellen dat hier "vermoedelijk sprake is van een schending van het oorlogsrecht" en het uitspreken van zijn zorgen. En ja, de Israëlische ambassadeur werd zogenaamd ontboden, maar vervolgens was de minister daar zelf niet bij. Wat een loos gebaar! Deze minister spreekt wel vaker zijn zorgen uit, maar wat heeft dat geholpen om ook maar iets te voorkomen van het verschrikkelijke leed dat de Palestijnen wordt aangedaan? Kan hij één voorbeeld noemen?

Waarom wil de minister zelden verder gaan dan het uitspreken van vermoedens van een schending van het internationaal recht, ook als het bewijs zo overduidelijk is? Wil hij in ieder geval erkennen dat de Nederlandse regering een dergelijke terughoudendheid nooit heeft getoond ten aanzien van de door Rusland gepleegde oorlogsmisdaden? Begrijpt de minister de kritiek dat dit een dubbele standaard is die de bijl aan de wortel van het internationaal recht slaat? Maakt hij zich daar eigenlijk diep van binnen niet ook heel veel zorgen over? Waarom uit hij die zorgen dan niet? Waarom handelt hij daar niet naar door Israël in ieder geval krachtig te veroordelen? Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. Voor steeds meer mensen en partijen wordt het onmogelijk nog langer weg te kijken van de genocide die voor onze ogen plaatsvindt, een genocide waarvoor Zuid-Afrika nu al duizenden pagina's aan bewijs heeft verzameld, nadat het Internationaal Hof van Justitie al meer dan een jaar geleden tot de uitspraak was gekomen dat genocide door Israël plausibel is. De rapporten over Israëls misdaden tegen de menselijkheid en mogelijke schendingen van het Genocideverdrag blijven zich maar opstapelen. Ik wijs in het bijzonder op twee VN-rapporten, die van het speciale comité van afgelopen november, waarvan de centrale bevinding was dat Israëls wijze van oorlogsvoering — inclusief het inzetten van honger als wapen — overeenkomt met genocide. Dat het uithongeren van de Palestijnen en het volledig blokkeren van humanitaire hulp officieel beleid is van Israël werd vorige week nog eens bevestigd door defensieminister Katz. Wat vindt de minister van diens uitspraken? Erkent de minister dat Israël de bevolking van Gaza bewust afknijpt van elke humanitaire hulp en aan het uithongeren is?

Het tweede rapport van een ander onafhankelijk VN-comité is van vorige maand en laat zien hoe Israël systematisch seksueel en gendergerelateerd geweld, waaronder het vernietigen van faciliteiten voor seksuele en reproductieve gezondheid, inzet als wapen en dat dit ook als genocidale daad is aan te merken. Heeft de minister kennisgenomen van de inhoud van dit schokkende rapport? Zo ja, wat is hierop zijn reactie? Wat gebeurt er op het departement van de minister met deze rapporten? Hoeveel van dit soort rapporten moeten er nog verschijnen voordat de minister eindelijk tot actie overgaat? Is de minister zich er überhaupt van bewust dat het Genocideverdrag lidstaten ertoe verplicht actie te ondernemen om genocide te voorkomen? Wat heeft hij dan ondernomen om te voorkomen dat Israël genocide pleegt, ook in lijn met de uitspraak van het Hof van al meer dan een jaar geleden?

Intussen hebben de VN verklaard dat de humanitaire situatie in Gaza een nieuw schrijnend dieptepunt heeft bereikt, een nieuw dieptepunt sinds half maart Israël de genocidale oorlog weer heeft voortgezet door eenzijdig het bestand met Hamas te schenden. Waarom heeft de minister die schending eigenlijk nooit willen veroordelen?

Gelukkig zwelt de kritiek op het volstrekt moreel onhoudbare Israëlbeleid van dit kabinet steeds verder aan. Verschillende voorgangers van de minister alsook andere oud-ministers en oud-ambassadeurs riepen de regering onlangs nog op om de meest rechtse partijen in de coalitie te trotseren om Israëls genocidale oorlog te stoppen. Voelt de minister zich hierdoor aangesproken? Ik hoop het. Ik hoop dat hij dit zich aantrekt en hier ook naar handelt. Minister, zo vraag ik u via de voorzitter, sta op tegen die partijen die blijven wegkijken en laat het internationaal recht weer echt het kompas zijn van uw beleid. Maak van artikel 90 van onze Grondwet geen holle frase. Stop de uitholling van de internationale rechtsorde. Blijf niet langer wegkijken. Sluit u aan bij andere landen in de EU die wél willen optreden tegen Israël. En ga eindelijk, net als Frankrijk, over tot erkenning van de Palestijnse staat. Want waarom zouden we nog langer wachten met het stappen van die stap? Wanneer maakt dit kabinet nu eens concreet werk van de tweestatenoplossing in plaats van er enkel lippendienst aan te bewijzen? Schort het EU-associatieakkoord op en stop elke militaire samenwerking met Israël. Daarom zeg ik ook hier collega Karimi na, alsook alle oud-ministers en oud-diplomaten die ik net noemde: trek dat defensieverdrag met Israël, het zogenaamde SOFA, per direct in. Alleen al op grond van het Genocideverdrag en uit het voorzorgsbeginsel, waar de Adviesraad Internationale Vraagstukken in zijn advies van afgelopen oktober ook terecht op wijst, zou de minister niet anders kunnen.

Voorzitter, ik sluit af. Recht kan niet zonder macht, maar macht zonder recht betekent toegeven aan datgene waar we ons juist tegen zouden moeten verzetten in deze wereld van Trump en Poetin. Dan lopen we het levensgrote risico dat wat wij van waarde achten op de schroothoop van de geschiedenis gaat. Ik zie uit naar de beantwoording van de minister.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Apeldoorn. Dan is het woord aan mevrouw Belhirch namens D66.