Plenair Visseren-Hamakers bij behandeling Begroting Buitenlandse Zaken 2025



Verslag van de vergadering van 22 april 2025 (2024/2025 nr. 27)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 14.55 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Visseren-Hamakers i (PvdD):

Dank, voorzitter. Over een paar weken staan we stil bij het einde van de Tweede Wereldoorlog in Nederland en vieren we 80 jaar Nederlandse vrijheid. De Russische oorlog in Oekraïne en de terugtrekkende bewegingen van Trump plaatsen deze viering van 80 jaar vrijheid in een ander daglicht. Hoe bewerkstelligen we duurzame vrede in Europa? Dát is de vraag die de fractie van de Partij voor de Dieren centraal stelt tijdens deze vieringen. Ik ben blij dat we vandaag hierover in debat kunnen gaan met de minister van Buitenlandse Zaken, vanuit een perspectief van geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid.

Voorzitter. Het huidige debat over Europese veiligheid, de oorlog in Oekraïne, de dreiging van Rusland en de veranderde positie van de VS richt zich wat mijn fractie betreft te veel op bewapening en te weinig op vrede. Na het dramatisch verlopen gesprek tussen Zelensky en Trump in het Witte Huis en de dreigende taal van Trump richting de NAVO sloeg de paniek toe in Europa. Waar de Europese Unie normaal gesproken traag opereert, kwam Ursula von der Leyen nu bliksemsnel met een plan van 800 miljard voor ReArm Europe, waarmee de Europese regeringsleiders vrijwel unaniem hebben ingestemd. Onze fractie maakt zich grote zorgen over de vanzelfsprekendheid waarmee wordt gesproken over de noodzaak tot verdere grootschalige bewapening. Ik spreek hier bewust niet van herbewapening, want de Europese NAVO-lidstaten hebben al een indrukwekkend arsenaal aan wapens. Van herbewapening is dus geen sprake. Mijn fractie mist in het debat een kritische reflectie op de noodzaak én het gevaar van zo'n verdere grootschalige bewapening.

Europese burgers worden bang gemaakt door de continue en allesoverheersende retoriek over het risico dat Rusland een NAVO-lidstaat zou binnenvallen en daarmee artikel 5 zou testen, terwijl het bewijs voor zo'n veronderstelde dreiging niet wordt geleverd. Zo wordt er geen bewijs geleverd voor de intentie van Rusland om een NAVO-lidstaat binnen te vallen. Ook laat de drie jaar durende oorlog in Oekraïne zien dat de militaire capaciteit van Rusland niet zodanig is dat het een conflict met Europese NAVO-lidstaten aan zou kunnen.

Voorzitter. Uiteraard moeten Europese NAVO-lidstaten zich kunnen verdedigen als het onwaarschijnlijke scenario zich voordoet dat Rusland de NAVO binnenvalt. Maar het is niet aannemelijk dat er een noodzaak is om hiervoor grootschalig verder te bewapenen. Diverse deskundigen stellen dat Europa voldoende militaire middelen heeft, maar dat die middelen simpelweg niet voldoende op elkaar aansluiten. Niet duidelijk is waarom zo'n afstemming of meer gezamenlijke inkoop 800 miljard zou moeten vergen. Hoe kijkt de minister daarnaar? Is hij het met onze fractie eens dat het binnen de huidige defensiebudgetten opgelost zou kunnen worden als we effectiever samenwerken en focussen op verdediging?

Wapens brengen zelden vrede. Grootschalige verdere bewapening kan leiden tot een wapenwedloop waar niemand, mens, dier of natuur, beter van wordt. Grootschalige verdere bewapening kan dus voor verdere escalatie zorgen. Bovendien, miljarden die worden besteed aan wapentuig, kan je niet besteden aan pensioenen, onderwijs, zorg, klimaat, natuur of aan een duurzame en een diervriendelijke landbouw. Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. Een bewezen grotere dreiging voor Europese vrede en veiligheid zijn hybride dreigingen, zoals cyberaanvallen, aanvallen op strategische objecten of inmenging in het politieke en publieke debat. Dit zijn dreigingen waarover onder politieke analisten wel unanimiteit bestaat; je bestrijdt die niet met raketten en granaten. Europa en Nederland moeten investeren in de bescherming van deze objecten, diensten en processen, aangezien veiligheid veel breder is dan alleen territoriale veiligheid en ook fysieke, economische en ecologische veiligheid, en sociale en politieke stabiliteit omvat. Deze brede veiligheid krijgt volgens mijn fractie te weinig aandacht in het huidige debat.

We moeten dus werken aan de weerbaarheid van de Nederlandse samenleving. Hiermee bedoel ik niet alleen "een noodpakket in huis halen". Weerbaarheid omvat ook een sterke rechtsstaat, internationale samenwerking, een onafhankelijke pers, gedegen onderwijs en het via theater, kunst en film stimuleren van mensen om kritisch na te denken. Toch weet dit kabinet nog altijd niet hoe het moet omgaan met desinformatie. Sommige leden van het kabinet verspreiden zelf desinformatie, zoals minister Faber met haar uitspraak dat Zelensky de oorlog is gestart. Kamerleden trekken objectiviteit en onafhankelijkheid van rechters in twijfel, en er wordt rigoureus bezuinigd op de publieke omroep, op onderwijs en cultuur. Ook burgerschapsonderwijs, dat scholieren leert hoe de democratie werkt, schiet tekort.

Ik wil de minister vragen hoe het staat met de brede veiligheid van Nederland. In hoeverre denkt hij dat Nederland voorbereid is op aanvallen op civiele doelen? Hoe weerbaar is Nederland bij sabotage van onze stroomvoorziening of van communicatiesystemen? In hoeverre zijn we in staat om desinformatie te voorkomen en aan te pakken? Wat doet dit kabinet via internationale samenwerking, anders dan militaire samenwerking, om toekomstige conflicten te voorkomen? Welke consequenties hebben de bezuinigingen van dit kabinet voor onze brede veiligheid? Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. Onze fractie pleit voor een andere strategie dan "bommen en granaten". Na meer dan 1 miljoen slachtoffers in de oorlog in Oekraïne en ernstige schade aan dieren, natuur en milieu, kan verdere oorlogsretoriek niet de oplossing zijn. Wat de fractie van de Partij voor de Dieren betreft moet stevig worden ingezet op een breed vredes- en veiligheidsbeleid. Het bewerkstelligen van een duurzame en rechtvaardige vrede in Europa moet prioriteit krijgen. We missen in het debat dan ook een gedegen analyse van de alternatieven voor bewapening terwijl die er wel degelijk zijn. Ten eerste pleiten we voor een onmiddellijk staakt-het-vuren zodat gestart kan worden met onderhandelingen voor een duurzame vrede. Welke proactieve initiatieven neemt dit kabinet om een staakt-het-vuren te bewerkstelligen? Tot dit staakt-het-vuren steunt Nederland Oekraïne in zijn verdediging tegen de Russische agressie, zowel militair als civiel, binnen de kaders van het internationaal recht. Dat is dus onder meer met de garantie dat Nederlandse middelen niet worden ingezet voor clustermunitie en landmijnen.

Maar steun aan Oekraïne gaat verder dan dat. Daarom pleiten we ten tweede voor uitbreiding van de sancties tegen Rusland zolang de oorlog voortduurt. Ook moet onderzocht worden in hoeverre bevroren tegoeden van Russen kunnen worden geconfisqueerd. Ondanks de sancties importeert de EU nog steeds onder meer nikkel, kunstmest, aardgas, aardolie, ijzer en staal uit Rusland. Nederland importeert, naast deze producten, ook nog eens voor zo'n 2 miljard euro een bijna oneindige lijst aan producten uit Rusland, zoals koper, vis, zout, veevoer, aluminium en ja, wapens en munitie en nucleaire reactoren, om maar een paar voorbeelden te noemen. Ook gebruikt Borsele uranium dat in Rusland wordt verrijkt en speelt Nederland een belangrijke rol in de doorvoer van Russisch uranium. Dit moet stoppen, want onze sponsoring van de Russische oorlogseconomie valt niet te rijmen met de wens om Oekraïne te steunen in de oorlog. Is het kabinet van plan de sancties uit te breiden? Graag een reactie van de minister.

Ten derde pleiten we ervoor dat Nederland en Europa de mogelijkheden onderzoeken voor een vredesconferentie tussen Russische en westerse landen. Talks in plaats van tanks. De onderhandelingen over vrede tussen Oekraïne en Rusland kunnen hier onderdeel van uitmaken, aangezien de oorlog tussen Oekraïne en Rusland niet anders kan worden beëindigd dan via onderhandelingen.

De NAVO-top die eind juni in Den Haag, stad van vrede en recht, wordt gehouden, zou een goede gelegenheid zijn om naast de stand van zaken van de oorlog ook de organisatie van een vredesconferentie te bespreken. Met zo'n Nederlands voorstel wordt niet alleen gewerkt aan het einde van de oorlog en een mineral's deal, maar aan duurzame vrede in Europa. De vredesconferentie zou kunnen worden gehouden in Den Haag in de traditie van vredesconferenties in onze stad. Ook nu kan Nederland vanuit die geschiedenis een doorslaggevende rol spelen in de vrede. Graag een reactie van de minister. We overwegen een motie op dit punt.

Voorzitter. De krijgsmacht wil uitbreiden, maar jongeren staan niet te trappelen. Dat kan mijn fractie heel goed begrijpen, want wat doet het kabinet eigenlijk voor jongeren? Ik wil graag een aantal passages uit een opiniestuk van studente Julia van Dijk uit het NRC citeren, die zich afvraagt waarom het kabinet haar vraagt haar leven te geven voor Nederland, terwijl datzelfde kabinet de jongeren op alle fronten laten stikken. Ik citeer: "Terwijl er in recordtempo miljarden worden vrijgemaakt voor straaljagers, munitie en drones, blijven studenten wonen in schimmelwoningen, blijven klimaatplannen liggen en blijft de zorg piepen zonder structurele oplossingen. Onze bestaanszekerheid lijkt minder waard dan een hypothetisch conflict. De reflex tot herbewapening wordt zelden vergezeld van een even ambitieus plan voor diplomatie, conflictpreventie of vredesopbouw. Twijfel aan militaire uitbreiding wordt al snel als wereldvreemd idealisme afgedaan. Alsof meer wapens, meer dreiging en meer paraatheid de enige route naar veiligheid vormen. Het gaat hier ook om de richting die Europa inslaat: een steeds militaristischere toekomst, gestuurd door politieke en economische belangen, waarin alternatieven nauwelijks nog ter tafel komen. Natuurlijk is veiligheid belangrijk, maar wij zijn geen grondstof voor een oorlogsmachine. Wij zijn mensen met zorgen, dromen en het recht op een toekomst. Laat ze eerst maar eens vechten voor ons." Wat een prachtig betoog.

Voorzitter. Ik rond af. De Russische schrijver Tolstoj zei al meer dan een eeuw geleden: zolang er slachthuizen zijn, zullen er slagvelden zijn. Daarom ben ik voorts van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Visseren-Hamakers. De heer Hartog namens Volt.

De heer Hartog i (Volt):

Ik dank mevrouw Visseren-Hamakers voor haar betoog, maar ik heb een vraag over de samenhang tussen de verschillende voorstellen. Aan de ene kant vraagt u om een staakt-het-vuren. We moeten even kijken voor wie dat nou het gunstigst is. Dan vraagt u aan Nederland om met de sancties meer te gaan vuren. Tegelijkertijd vraagt u om in dezelfde brief een uitnodiging te sturen voor een vredesconferentie. Het is mij niet helemaal duidelijk hoe zo'n brief ontvangen zou worden door de strijdende partijen.

Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):

Volgens mij heb ik niet gezegd dat dat in één brief moest. Het is een samenhangend pakket aan voorstellen, dat ons inziens effectiever zal zijn dan alleen investeren in militaire middelen. Dat gezegd hebbende, gaan wij voor een onmiddellijk staakt-het-vuren. Wij zouden het graag vanmiddag laten ingaan, maar wij begrijpen ook wel dat dat vanmiddag niet ingaat. Tot we dat staakt-het-vuren hebben bewerkstelligd, stellen wij twee dingen voor: het blijven ondersteunen van Oekraïne en het uitbreiden van de sancties. Want het kan toch niet zo zijn dat we aan de ene kant Oekraïne blijven steunen en aan de andere kant voor 2 miljard aan handel drijven met Rusland? Dat is geen effectief buitenlandbeleid. Dat pakket voor een staakt-het-vuren en in de tussentijd het ondersteunen van Oekraïne en het uitbreiden van de sancties tegen Rusland is stap één. Tegelijkertijd kun je op de langere termijn werken aan een vredesconferentie.

De heer Hartog (Volt):

Dan kom je misschien op de vraag van de langere termijn, maar u stelde voor om zo'n vredesconferentie al in juni te doen. Ik vind dat relatief kort dag, zeker ook vanuit een organisatorisch oogpunt. Maar mijn vraag is nog steeds gericht op wat er gebeurt aan de ontvangende kant. U spreekt over de zendende kant, vanuit Nederland, maar laten we kijken naar de ontvangende kant. Een president als Poetin krijgt dan een brief waarin staat "we gaan nog meer sancties doen, maar, trouwens, we hebben in juni een conferentie; wil je met ons over vrede komen praten?" Ik begrijp niet hoe die twee met elkaar gerijmd kunnen worden.

Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):

Wij doen het voorstel om de NAVO-top in juni te gebruiken om de discussie over die vredesconferentie te starten. Het is dus niet zo dat wij voorstellen om een vredesconferentie in juni te houden. Dat zouden wij graag doen, maar wij snappen ook wel dat dat langer duurt dan een paar maanden. Het feit dat de wereldleiders in Den Haag zijn, willen we niet alleen gebruiken om de oorlog te bespreken, maar ook om de toekomst van de vrede te bespreken. Dát is ons voorstel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Van den Oetelaar namens Forum voor Democratie.