Plenair Dessing bij behandeling Wet financiële defensieverplichtingen



Verslag van de vergadering van 16 juni 2025 (2024/2025 nr. 33)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 21.45 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Dessing i (FVD):

Voorzitter. In het kader van de citaten vanavond: "What if it was war and no one went?", aldus John Lennon in de jaren zestig van de vorige eeuw.

Het hier voorliggende initiatiefwetsvoorstel om 2% van het bruto binnenlands product wettelijk vast te leggen, stuit voor onze fractie op een aantal principiële en praktische bezwaren die ik in dit betoog wil benoemen. Zowel de legitimiteit als de onderbouwing van het voorstel als het middel om dit te bereiken, ondersteunt onze fractie niet. Laat ik beginnen om te zeggen dat de fractie van Forum voor Democratie het belang van een sterke defensie erkent. Een defensie die erop gericht zou moeten zijn om onze nationale soevereiniteit te beschermen. Het woord "defensie" zegt het al, verdediging dus. Naast een defensief leger zou Nederland zich wat ons betreft veel meer moeten inspannen om met behulp van diplomatie vrede na te streven, zoals de heer Kemperman net ook al zei. Ik ben er vanuit het diepste van mijn hart van overtuigd dat ieder mens streeft naar vrede op deze mooie aarde en dat het voeren van offensieve oorlogen deze vrede niet dichterbij zal brengen. Maar wat zien wij sinds 2011 al gebeuren? We hebben te maken met een NAVO die zich vaak als een agressor lijkt op te stellen in plaats van als een alliantie van landen die vrede nastreeft. In de memorie van toelichting bij deze wet lezen wij over de legitimatie van het vastleggen van deze 2% onder andere het volgende: "De Russische annexatie van de Krim op 18 maart 2014 vormde de openingszet voor een langdurige oorlog tussen Rusland en Oekraïne."

Voorzitter. Het is onze fractie duidelijk dat de oorlog tussen Oekraïne en Rusland de primaire aanleiding is voor alle beleidsbesluiten om onze defensiemacht te versterken. Het weglaten van de eerdere datum met betrekking tot deze oorlog, zoals 22 februari 2014, waarbij een democratisch gekozen president werd afgezet na een gewelddadige staatsgreep enkele dagen daarvoor, is onbegrijpelijk. Dit gebeurde omdat hij weigerde het associatieverdrag met de EU te tekenen, iets wat later in een referendum in Nederland werd onderstreept en vervolgens op ondemocratische wijze werd genegeerd door de man die nu de baas is van de NAVO. Dat Rusland zich na deze ondemocratische bemoeienis van het Westen met hun anti-Ruslandagenda, militair-strategisch zou gaan verweren aan de grensregio, is volkomen logisch, ongeacht wat u allen, maar ook ik, vindt van de manier waarop dat is gedaan.

Voorzitter. Wij zijn oprecht verontwaardigd over de manier waarop hier het middel van het aanwakkeren van angst wordt misbruikt om een nieuwe escalatie richting Rusland te verantwoorden. Alleen al hierom overweegt onze fractie om op geen enkele manier achter dit initiatiefvoorstel te staan.

De heer Schalk i (SGP):

Ik heb even een vraag aan de heer Dessing over een term die hij gebruikte. Hij zei dat de NAVO als agressor optreedt. Nu wordt ook Rusland genoemd. Rusland zou dan uitgedaagd zijn. Is hij het met mij eens dat Poetin op dit moment de agressor is in Oekraïne?

De heer Dessing (FVD):

Wat is het argument van de heer Schalk om te beweren dat Poetin die agressor is? Ik heb daar geen bewijs van. De heer Schalk heeft dat waarschijnlijk ook niet.

De heer Schalk (SGP):

Dat is een tegenvraag. Ik vroeg aan de heer Dessing: is hij het ermee eens dat Poetin de agressor is richting Oekraïne?

De heer Dessing (FVD):

Ik begrijp niet waar de heer Schalk deze stelling vandaan haalt. Ik zeg hem nogmaals: kom dan met de bewijzen als u vindt dat dat zo is. Die bewijzen heb ik tot nu toe niet gezien.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Schalk.

De heer Schalk (SGP):

Dit is een interessant ingestudeerd antwoord op een vraag die alleen maar heel erg rechtstreeks is, namelijk: ziet de heer Dessing Poetin als agressor richting Oekraïne of niet?

De heer Dessing (FVD):

Ik ga niet herhalen wat ik eerder heb gezegd.

Voorzitter. Omdat wij helaas dit fundamentele inzicht nog niet delen met de meerderheid van Nederland, willen wij dit wetsvoorstel beoordelen op zijn merites. Al zou u allen de intenties en de aanleiding van dit wetsvoorstel begrijpelijk vinden, dan nog is dit wetsvoorstel in zijn huidige vorm onuitvoerbaar en in strijd met fundamentele democratische principes. Ik zal mij daarbij op twee punten richten.

Allereerst de starre 2%-verplichting van dit bedrag. Deze is, ondanks de economische omstandigheden, namelijk niet altijd uitvoerbaar. In tijden van economische krimp, zoals tijdens een recessie, zou een vaste 2%-norm leiden tot relatief lagere defensie-uitgaven in absolute termen, terwijl andere begrotingsposten, zoals sociale zekerheid of gezondheidszorg, onder druk staan. Dit kan leiden tot scheve prioriteiten en politieke spanningen. Omgekeerd zou de norm bij economische groei een disproportionele verhoging van het Defensiebudget afdwingen, zelfs als dat niet nodig is voor de operationele slagkracht van de krijgsmacht. Ten tijde van de indiening waren dergelijke financiële gevolgen nog niet overzichtelijk. Inmiddels weten we dat dit minimum, met een conservatieve berekening, zo'n €2.300 per werkende Nederlander zou kosten. Dat vinden wij onverantwoord.

Daarnaast zijn militaire defensie-uitgaven complex. Ze omvatten niet alleen operationele kosten, maar ook langlopende investeringen. Het wetsvoorstel specificeert niet hoe deze 2% moet worden besteed. Dat leidt tot vragen over de uitvoerbaarheid. Wordt het geld bijvoorbeeld geïnvesteerd in modern materieel dat vaak jarenlange inkooptrajecten vereist of in personeelskosten, terwijl de arbeidsmarkt mogelijk niet voldoende gekwalificeerde kandidaten levert? De uitvoerbaarheid wordt verder bemoeilijkt door de afhankelijkheid van internationale factoren. Nederland is voor wapensystemen en munitie sterk afhankelijk van landen als de Verenigde Staten. Zelfs met een gegarandeerd budget van 2% kan Nederland niet garanderen dat de benodigde middelen tijdig beschikbaar zijn, gezien de lange levertijden.

Naast deze praktische onuitvoerbaarheden knelt het voorstel ook op democratische grond. Het vastleggen van een minimumpercentage voor defensie-uitgaven beperkt het budgetrecht van de Kamer — het is hier al eerder genoemd — in tegenstelling tot wat de memorie van toelichting beweert. Het is te kort door de bocht om te zeggen dat begrotingen altijd eerst geaccordeerd dienen te worden. De verplichting tot besteding blijft, ondanks verweer, in de Kamer bestaan. Stel dat deze wet eventueel ingetrokken kan worden, dan is dat, gezien het feit dat dit een enorm complex proces is, op z'n minst een hoge drempel. Daarmee wordt over het eigen graf heen geregeerd.

Voorzitter, ik rond af. Als Forum voor Democratie erkennen wij het belang van een sterke defensie, maar pleiten wij voor een aanpak die soevereiniteit en nationale belangen vooropstelt. Dit wetsvoorstel legt te veel nadruk op het voldoen aan NAVO-verplichtingen, wat Nederland ondergeschikt maakt aan externe agenda's. Wij roepen op tot een nuchtere heroverweging. Een sterke defensie vereist maatwerk, niet starre verplichtingen. Wij verzoeken de Eerste Kamer dit voorstel te verwerpen en te kiezen voor een aanpak die uitvoerbaar, democratisch en niet alleen in het belang van Nederland is, maar ook in het belang van de wereldvrede.

Ik dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Dessing. Dan is het woord aan mevrouw Huizinga-Heringa namens de ChristenUnie.