Helpt u mee onze website te verbeteren?

Plenair Janssen-van Helvoort bij behandeling Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg



Verslag van de vergadering van 30 september 2025 (2025/2026 nr. 02)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 14.05 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Janssen-van Helvoort i (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Mijn echtgenoot en ik hebben twee kinderen begeleid naar volwassenheid en ik moet u zeggen dat dat soms best ingewikkeld was. Ik heb acht jaar de verantwoordelijkheid gedragen voor een geslotenjeugdzorginstelling. Daar proberen negen à tien begeleiders tien tot twaalf jongeren in een groep op te voeden, allen met hun eigen persoonlijke problematiek. Dat is vele malen ingewikkelder dan de taak die wij thuis hadden. Ik heb dan ook een enorme bewondering voor de jeugdzorgmedewerkers, die er iedere dag weer zijn voor deze jonge mensen.

Ik weet nog dat ik destijds op een vrijdag laat in de middag naar de rechtbank in Groningen moest komen omdat een meisje van 16 — ik geloof dat ze Monique heette — eiste dat ze werd opgenomen in de gesloten jeugdzorg. Mijn medewerkers vonden dat niet verstandig. Wat was er aan de hand? Monique was in crisis aangemeld — dat gebeurt altijd op vrijdagmiddag — zonder enig dossier. Onze gedragskundige had eerder een meisje zonder dossier opgenomen en dat kreeg een dramatisch vervolg in de eerste nacht dat zij bij ons was. Dat was voor de familie en de medewerkers een vreselijke ervaring.

Waarom vertel ik dit? De jeugdzorgketen werkt lang niet altijd goed. De wachttijden voor de jeugdzorg en een gebrek aan uitwisseling van gegevens kunnen een crisis veroorzaken die zelfs zo ver kan gaan dat een meisje van 16 in paniek niets anders meer weet te doen dan eisen dat ze wordt opgesloten. De decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeenten in 2015 blijkt niet goed te werken. De juiste vorm van zorg is niet altijd voorhanden of wordt niet op tijd ingezet. Daardoor komen te veel jongeren in de gesloten jeugdzorg terecht. Dat is onnodig en vaak ook schadelijk. Jongeren die dit ervaren, voelen dat hun onrecht wordt aangedaan door het jeugdzorgsysteem.

Deze wet is een klein stapje in de goede richting. Die draagt eraan bij dat er binnen een regio beter afgestemd wordt en dat de complexe jeugdhulp beter beschikbaar is. We zijn daar positief over, maar er moet veel meer gebeuren. Het is van belang dat het werk aan de Hervormingsagenda Jeugd op volle kracht wordt doorgezet en dat de adviezen van de commissie-Van Ark in de toekomst worden overgenomen. Er is zes jaar gewerkt aan dit voorstel. Het kostte kennelijk heel veel moeite om iedereen op één lijn te krijgen en dat is ook maar ten dele gelukt. Ik noem een voorbeeld. Er komt opnieuw een regio-indeling bij, van 41 jeugdregio's, die net weer iets afwijken van andere bestaande indelingen, zoals die van de GGD'en, passend onderwijs en de jeugdbescherming, om er maar een paar te noemen die met jongeren te maken hebben. Ik begreep uit het debat in de Tweede Kamer dat dit een compromis is. Daar laat ik het maar bij.

Het is positief dat de NZa een belangrijke rol krijgt. Dat vinden wij een hele goede zaak. Ik heb nog een aantal vragen. In de beantwoording van onze schriftelijke vragen stelt de minister dat er interdepartementaal gewerkt wordt aan de Nationale Jeugdstrategie, waarvan het ontwerp, dat gemaakt is samen met honderden jongeren, op 1 september jongstleden gereed was. Mijn vraag aan de minister is: wanneer is die Nationale Jeugdstrategie definitief klaar? En als alles op papier staat, wat betekent dat dan vervolgens voor de praktijk van de jeugdzorg?

De sector kampt met personeelstekorten, hetgeen een negatieve invloed heeft op de wachtlijsten. In de beantwoording van de schriftelijke vragen stelt de staatssecretaris dat de regeldruk wordt verminderd en dat er daardoor meer tijd overblijft voor de jeugdzorg zelf. Nu hebben we dat argument al vaker gehoord bij personeelsproblemen en toch wordt de regeldruk nog steeds als groot ervaren. Kan de staatssecretaris aangeven hoe de regeldruk deze keer wel concreet wordt verlaagd? Zijn er niet veel betere knoppen om aan te draaien, zoals betere arbeidsvoorwaarden en een lagere caseload?

Het toekomstige wetsvoorstel over de reikwijdte van de jeugdzorg is cruciaal om de tijdige beschikbaarheid van de jeugdzorg te borgen en om het een en ander betaalbaar te houden voor de gemeente. Hoever is de voorbereiding van dit wetsvoorstel inmiddels en wanneer zal het ter besluitvorming liggen bij de Tweede Kamer? Verwacht de minister nog weerstand bij de jeugdzorgaanbieders?

In 2027 brengt de commissie-Van Ark opnieuw advies uit. Mogen we erop rekenen dat de adviezen over de hele onderzoeksperiode dan ook worden overgenomen door de regering? Bij het vorige advies bleek dat in eerste instantie niet het geval en is pas na een behoorlijke druk uit de Tweede, maar ook uit de Eerste Kamer geld beschikbaar gekomen. Het heeft geleid tot een zogenoemde "werkbare situatie" nu. Hoe gaat de regering om met het toekomstige advies van de commissie-Van Ark? Hoe gaat de regering zorgen voor een structurele, toereikende financiering van de jeugdzorg?

Een laatste vraag: heeft de minister bij het opstellen van deze wet gebruikgemaakt van de Kinderrechtentoets en zal deze Kinderrechtentoets ook gebruikt worden bij de evaluatie van deze wet?

Voorzitter. Ik sluit af. In de wetgeving rond de jeugdzorg dienen de rechten van het kind in ieder geval goed geborgd te zijn. Ieder kind heeft recht op passende zorg. Ieder kind moet veilig kunnen opgroeien. Ook zijn of haar ouders moeten daar zo nodig hulp bij krijgen. Dat kan alleen met goede wetgeving en deugdelijke financiering. Dat is de verantwoordelijkheid van de regering en het parlement. Alleen dan kunnen wij van gemeenten en hulpverleners verwachten dat zij samen werken aan een heldere regiovisie op de jeugdzorg, met uitvoerbare plannen om de wachtlijsten terug te brengen naar nul en de kinderen en jongeren te helpen op weg naar volwassenheid. Ik wens de gemeenten en jeugdzorgorganisaties daarbij heel veel succes.

Dank u wel.

De voorzitter:

Ik dank u wel. Dan geef ik nu graag het woord aan mevrouw Moonen van de fractie van D66.