Helpt u mee onze website te verbeteren?

Plenair Van Apeldoorn bij behandeling Wijziging begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2025 samenhangende met de Voorjaarsnota



Verslag van de vergadering van 14 oktober 2025 (2025/2026 nr. 04)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 21.27 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Dank, voorzitter. Dank aan beide bewindslieden voor de beantwoording. Ik wil het in mijn tweede termijn toch nog even hebben over het verschil in de woorden en de daden van de minister. Hij sprak warme woorden, die wij misschien allen in deze Kamer onderschrijven, over het belang van wetenschap, onderzoek en innovatie. Maar zijn daden, en die van zijn voorganger, laten helaas een ander beeld zien. Dan spreek ik vandaag specifiek over de begroting die voorligt, uit de Voorjaarsnota. Daarin is de daad dat er bezuinigd wordt boven op de al bestaande bezuinigingen. Er wordt nog meer bezuinigd op wetenschap en onderzoek, en daarmee ook op innovatie.

De minister verdedigt dit met verwijzingen — wij kennen dit ook van zijn voorganger — naar het huishoudboekje en naar de minister van Financiën, die langskomt en zegt: ik moet mijn begroting sluitend krijgen. Maar zo makkelijk komt de minister er wat de SP-fractie betreft niet mee weg. Uiteindelijk liggen hier namelijk ook politieke keuzes aan ten grondslag. Dit kabinet had er ook voor kunnen kiezen om de historisch lage staatsschuld iets te laten oplopen. Dit kabinet had ook andere keuzes kunnen maken qua bezuinigingen. Dit kabinet had er ook voor kunnen kiezen om de vermogensbelasting te verhogen in plaats van cadeautjes aan het kapitaal uit te delen. Het zijn allemaal politieke keuzes. Er is dus geen dwingende bezuinigingslogica wat ons betreft. Het is maar wat je belangrijk vindt. Wat de SP-fractie belangrijk vindt, is investeren in wetenschap, onderwijs, onderzoek en innovatie.

De woorden van de minister zijn dus één ding, maar zijn daden zijn iets anders. De financiering daalt. Er wordt keihard bezuinigd. Onderzoek wordt stopgezet. Collega Roovers gaf daar al meerdere voorbeelden van. Namens mijn fractie sta ik ook onder de motie die daarover gaat. Die gaat over fundamenteel onderzoek, bijvoorbeeld als het gaat om de ziekte van Parkinson. Innovatie wordt geremd. De werkdruk aan universiteiten en hogescholen neemt toe. De kwaliteit van het onderwijs staat onder druk. De werkelijkheid is dus een andere dan die van de mooie woorden van de minister. De werkelijkheid is dat dit kabinet snijdt in de overheidsuitgaven voor onderzoek en ontwikkeling. Volgens het Rathenau Instituut geeft de Nederlandse overheid als gevolg van de keiharde bezuinigingen waar we het vandaag over hebben de komende jaren 1,3 miljard minder uit aan onderzoek en ontwikkeling. Dat is een daling van 14%. Mijn vraag aan de minister is of hij dat erkent. Erkent hij daarmee dat zijn daden van een hele andere orde zijn dan zijn woorden? In woorden onderschrijft hij het belang van investeren in onderzoek en ontwikkeling, maar de daden van dit kabinet komen erop neer dat er fors wordt gesneden in onderzoek en ontwikkeling.

Hiermee zakt wat wij als land, als Nederland, uitgeven aan onderzoek en innovatie onder de 2%. Dat is onder het niveau waar we allemaal naar zeggen te streven en dat internationaal ook is afgesproken. Daarmee zakken we ook ver onder het niveau — daar zaten we al onder — van verschillende van de ons omringende landen. Mijn vraag aan de minister is of hij daarop wil reflecteren. Wil hij reflecteren op de discrepantie tussen zijn woorden en zijn daden?

Ten slotte herhaal ik de woorden die ik aan het eind van mijn eerste termijn zei: doe het niet. Het moge duidelijk zijn dat de SP-fractie tegen de bezuinigingen is die in deze voorliggende suppletoire begroting zitten. Daarom sta ik ook onder de motie van collega Van Meenen. Deze bezuinigingen moeten gestopt worden. Als je onderzoek en wetenschap echt een warm hart toedraagt, dan zul je deze bezuinigingen moeten terugdraaien.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Rietkerk.