Deze structuurvisie is op 28 maart 2014 door het kabinet vastgesteld. Daarmee is het ruimtelijk beleid voor het realiseren van tenminste 6.000 megawatt (MW) windenergie op land in 2020 van kracht geworden.
De vastgestelde structuurvisie (EK, A / TK, 23 met bijlagen) is op 31 maart 2014 aangeboden aan de Eerste en de Tweede Kamer.
De Eerste Kamercommissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening (IMRO) heeft op 8 april 2014 besloten deze structuurvisie niet in behandeling te nemen.
ingediend
28 maart 2013titel
Structuurvisie Windenergie op landschriftelijke voorbereiding
93
-
-
-
24 april 2014
Motie van het lid Dik-Faber over in beeld houden van de drie locaties in Friesland TK, 39 -
-
-
24 april 2014
Motie van het lid De Graaf over het organiseren van referenda in de plangebieden TK, 36 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
5 augustus 2013
Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 20 juni 2013, over Windenergie op land TK, 20 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
30 mei 2013
Lijst van vragen en antwoorden over de ontwerp-structuurvisie Windenergie op land TK, 4 Bevat bijlagen -
-
12 april 2013
brief regering; Aanbieding van de Nota van Antwoord bij de ontwerp-Structuurvisie Windenergie op land TK, 2 Bevat bijlage -